3-10 Met goede vooruitzichten wat betreft weer, vertrek ik dit jaar waarschijnlijk voor de laatste keer, met als doel de randmeren, en als het kan zeilen. Het is mooi weer wanneer ik om 9.15 van wal steek. Hier nader ik inmiddels de Ossesluis,
en wanneer ik bij de Rogatsluis aankom is het middagpauze en dus voor mij ook tijd om te eten.
Om een uur wordt eerst de andere kant geschut, en wanneer die boven zijn komen er een paar mooie klassieke bakdekkers uitvaren.
Daarna kan ik invaren en word naar beneden geschut. Om 14.30 meer ik aan bij de Grote Staphorster Stouwe, om de mast op te zetten, en een kop koffie te nemen. Wanneer ik bij Genemuiden ben ga ik bakboord uit de haven in, en meer daar even aan voor een bezoekje aan de Boni.
De lucht is inmiddels dichtgetrokken, en de wind wat toegenomen. Na de boodschappen vaar ik naar De Belt, een aanlegplaats vlak voor het Zwarte Meer. 's Avonds koelt het daar flink af, maar gelukkig heb ik hout meegenomen, en het kacheltje.
4-10 's Morgens sla ik na het eten eerst de fok aan. Om 9.30 vertrek ik en al gauw gaat de motor uit en hijs ik de fok. Ik heb een lekker windje in de rug, en al zeilend kom ik bij IJsseloog aan, waar ik om 12.30 voor anker ga om te eten. Om 14.15 ga ik verder, en wanneer op het Vossemeer de wind weer gunstig is hijs ik de zeilen, nu ook het grootzeil, en kom om 15.45 bij de Roggebotsluis aan. Daar moet ik een kwartiertje wachten voordat ik geschut kan worden, en na de sluis ga ik weer zeilend verder tot ik om 17.15 bij de Eek aankom. Omdat er al iemand in het haventje ligt vaar ik in de luwte van het eiland de Aimée voor met de kiel aan de grond, gooi aan de voorkant het anker uit, en achter gaat de vaarboom door de zwemtrap. Ja het is wat, ik duld niemand in mijn buurt! Later op de avond merk ik dat er door de toch nog wel stevige wind, een onaangename golfslag dwars op de boot staat. Ik besluit om de boot een kwartslag te draaien, met de kop in de golfjes en ongeveer evenwijdig aan het eiland. Daarna ligt de Aimée een stuk rustiger.
5-10 Wanneer ik om 9.30 wil vertrekken merk ik dat ik achter óók met de kiel aan de grond lig. Door de golfslag van een paar langskomende schepen is de Aimée kennelijk steeds een eindje opgeschoven. Met de vaarboom lukt het me niet om los te komen, zelfs niet in combinatie met veel motorgeweld. Dan maar gauw de kleren uit, de zwembroek aan, en overboord. Met de rug tegen de achterkant en even goed schrap zetten komt de achterkant al gauw vrij, en wanneer ik weer aan boord klim en de motor in de achteruit zet komt hij nu voor ook makkelijk los. Daarna gauw naar binnen, afdrogen, en de kleren weer aan. Op de motor vaar ik naar de Elburgerbrug, en na de brug hijs ik de fok, en zeilend kom ik om twaalf uur aan bij Pierland waar ik aanmeer om te eten. Een kleine twee uur later ga ik op de fok verder, en kom om 15.45 in Zeewolde aan.
Eerst even koffie, en dan naar de AH. Ik wil hier niet blijven liggen. Een eindje verder weet ik een aanlegplaats aan het aan het Nuldernauw, en daar wil ik overnachten. Om 18.00 uur kom ik daar aan. Op het eind ligt nog een scheepje, en die lijkt van de "havenmeester" te zijn, want ik lig nauwelijks of er wordt al op het dak geklopt door iemand die 5 euro komt innen. Het is fris, dus ik doe gauw de kachel aan.
6-10 's Morgens gaat de kachel ook nog even aan, maar tegen tienen laat ik hem uit gaan, en vaar een half uur later naar de vaargeul, hijs al gauw de zeilen, en kom zo bij de Nijkerkerssluis aan. Het is volop zon, maar fris. Na de sluis zeilend verder en om 13.00 uur meer ik aan in Spakenburg. Even twee harinkjes halen voor op de middagboterham, en daarna naar de winkel. Het is kwart over drie wanneer ik de haven weer uit vaar, en terug in de vaargeul hijs ik de fok. Ik wil eigenlijk achter de Dode Hond gaan liggen en dan morgen over Marker- en IJsselmeer weer richting Noorden. Wanneer ik daar zowat ben besluit ik om door te varen, en hijs ook het grootzeil. Er staat een lekker windje, dus waarom zou ik daar dan nu niet van profiteren en genieten? Morgen heb ik dan wat meer tijd voor het geval de wind dan tegenvalt. Om 18.00 uur ga ik voor anker achter De Schelp.
7-10 's Morgens staat er eerst noch een stevig windje, In de loop van de morgen vaar ik De Schelp eens binnen en meer daar aan, maar daar staat zo'n onaangename golfslag dat ik gauw weer naar buiten vaar en weer voor anker ga. Ik houd via de marifoon het KNMI-uurbericht van de Centrale Meldpost IJsselmeer in de gaten, en om 11.15 waag ik het er op. Er staat best nog wel een stevig windje, en wanneer ik door de Hollandse brug ben hijs ik de zeilen, eerst nog met gereefd grootzeil, maar al gauw neemt de wind zo af dat het rif er wel uit kan. De wind is NO. Lelystad is niet bezeild zonder laveren daarom kies ik voor Enkhuizen. Het zeilt best wel lekker, maar na een poosje merk ik dat ik Enkhuizen ook niet in een rak ga halen en reken uit dat het dan wel eens een latertje kan worden. Het is dan 13.00 uur, en nog 37 km tot Enkhuizen. Ik besluit om weer terug te varen naar het Gooimeer, en op mijn dooie akkertje over de Randmeren terug te varen. Dat blijkt ook nog een middag lekker zeilen. Tot aan Almere heb ik een paar kruisrakken nodig, maar daarna kan ik in een keer de Stichtsebrug halen, en om 18.15 ga ik op het Eemmeer, achter De Dode Hond voor anker.
8-10 Daar word ik 's morgens met stralend weer wakker,
en haal ik het anker op om 9.30. Tot aan het Nijkerkernauw, anderhalve kilometer na Spakenburg is het bezeild, daarna gaat de motor aan. Om 13.00 meer ik aan in Zeewolde, voor een boodschapje, en om te eten. Na drie kwartier ga ik verder en meer om 17.45 aan in de Eek.
Die donkere streep in het water zijn allemaal meerkoeten.
Deze keer heb het haventje voor mij alleen!
9-10 Het is 9.15 wanneer ik de trossen los gooi. Het is opvallen hoeveel zilverreigers ik dit jaar zie op de meren,
en als ik dan toch bezig ben met vogels ga ik maar even door.
Na de Ramspolbrug ga ik voor anker om te eten, en hijs daarna de zeilen. Na anderhalf uur betrekt de lucht, en draait de afnemende wind. Ik besluit om de motor te starten, geef het roer over aan de stuurautomaat, strijk de zeilen, en haal fok en fokkeschoot binnen nu ze nog droog zijn. Om 17.30 meer ik aan bij de Staphorster Grote Stouwe, en laat daar de mast zakken.
10-10 Er hangt 's morgens een dichte mist. Een ouder echtpaar heeft het er toch op gewaagd vanmorgen maar als ze mij zien liggen besluiten ze om er maar bij te gaan liggen, en te wachten tot de mist wat opgetrokken is. Ik pak even een touwtje aan en hoor dat ze het onderweg hier naar toe "niet te breed gehad hebben"! Een half uurtje later is het wat opgeklaard en gaan ze verder, en om 10.15 vertrek ik ook. Vlak voor de Rogatsluis word ik ingehaald door een scheepje,
het blijkt een staverse kotter, en samen worden we naar boven geschut. Beneden de Ossesluis vier ik de middagpauze. 15.30 meer ik weer thuis aan.