Na een (te) koude periode die niet uitnodigde om te gaan varen zijn eind juni de temperaturen eindelijk omhoog gegaan en lijkt er zelfs een hittegolf aan te komen. Met heet weer op de boot is altijd niet even geweldig, maar omdat ik nog nauwelijks weggeweest ben, besluit ik om deze kans toch maar aan te grijpen, en er een paar dagen tussenuit te gaan. Ik besluit om richting het noorden te gaan, misschien dat het daar dan een paar graden koeler is. Het wordt een tocht waarin ik van de ene ligplaats naar de ander keutel, waarbij onze koningin mij op een haar na mist, (een van haar grootste fans, en trouwste onderdanen :-)) ik krijg een onverwachte bezichtiging van een prachtig en uitbundig gedecoreerd kerkje in een Gronings gat waar je zoiets absoluut niet zou verwachten, en twee dagen later voorkom ik een ramp, doordat ik net op tijd een hefbrug kan stoppen die een jacht dreigde te pletten.
30-6 Het is strak blauw wanneer ik om 10.45 de trossen losgooi, en richting Noordscheschut vaar. De sluis heb ik voor mij alleen, en wanneer het twaalf uur is zoek ik aan de kant van het kanaal een plekje in de schaduw van een paar grote eikenbomen, en gooi een touwtje om een paar meerpennen. Het is dan 23 graden. Daar bak ik een eitje voor een heerlijke uitsmijter. Na een uurtje ga ik verder, maar krijg bij Geesbrug dubbelrood. Voor de brug ligt al een bootje te wachten, en daar hoor ik dat de Zwinders brug een storing heeft, en daarom wordt deze ook maar niet bediend. Even later kunnen we er toch door, en krijgen het advies om maar aan de aanlegsteiger na de brug te gaan liggen totdat de volgende brug ook weer bedient gaat worden. Daar vind ik achter aan de steiger een mooi plekje, in de schaduw. Na een half uur komt er een bootje van de andere kant, en ga ik op zoek naar de brugwachter. Die vind ik in "zijn hok" en daar hoor ik dat de storing opgeheven is. Dat had hij ook wel even mogen komen vertellen! Ik vaar langzaam richting de brug, en wanneer ik er ben is de brugwachter er ook. Het is 16.00 uur wanneer ik aanmeer aan de aanlegplaats, een eindje voor de Klenckerbrug, en de temperatuur is dan inmiddels opgelopen tot 27 graden. Een uurtje later komt daar een mooie oude houten jol uit Ommen neus aan neus te liggen met de Aimée. Volgens de schipper de mooiste jol van Nederland!
1-7 Ik heb gisteren een 06-nummer gekregen van een brugwachter die ik kan bellen voor bediening. De brugwachter blijkt vanmorgen een jonge vrouw te zijn en ik denk dat ze zich een beetje verslapen heeft, want ik moet een aantal keren bellen voor ik haar aan de lijn krijg. Het is dan ook zowat 9.15 wanneer ik de motor start en ik samen met een Duitse buurman naar de brug vaar. Na twee bruggen wordt ze afgelost door een andere vrouwelijke brugwachter voor de volgende twee bruggen. Daarna de spoorbrug bij Veenoord, en de bruggen in Nieuw-Amsterdam worden weer bediend door een brugwachter met de welbekende blauwe fiets.
Wanneer ik bij de Oranjesluis ben is het net twaalf uur en gaan de lichten op dubbelrood. Aan de kant waar je aan kunt meren ligt het aardig vol, maar daar lig je ook vol in de zon. Met 27 graden lig ik dan liever in de schaduw daarom vaar ik de boot aan de andere kant voorzichtig achteruit onder de laaghangende takken van een eikenboom.
Hier hou ik het wel een uurtje uit. De Duitser waar ik mee opvoer roept mij van de overkant toe: 'Das ist das vorteil wenn man die ortschaft kent.' Toch blijft hij daar in de zon liggen wanneer ik om 13.00 uur de sluis invaar. Ik hoop na het KWAK (Koning Willem Alexander Kanaal) weer een plekje in de schaduw te vinden, en net na de Trambrug vind ik die ook. Het is dan 30 graden. Ik moet de boot wel steeds een eindje opschuiven, met de schaduw mee, en zo kom ik steeds dichter bij het leugenbankje te liggen.
Weer voor een salade, en die eet ik dan ook vanavond. Na acht uur is de zon zo ver gezakt dat hij onder de kruinen van de bomen door schijnt, en ik geen schaduw meer heb. Voor de schaduw hoef ik hier dus niet meer te blijven liggen. Hoewel de weg langs het water niet druk is lig ik toch liever noch wat rustiger. Ik start de motor en vaar richting Veenpark. Daar vind ik een stuk wal met een beschoeiing van paaltjes waar ik tegen aanmeer, en de boot vastleg aan een paar meerpennen. Een mooie plek midden in de natuur.
2-7 Vandaag wil ik Ter Apel zien te bereiken waar ik op het Ruiten Aakanaal weer een schaduwplek hoop te vinden. Het varen wil ik zo veel mogelijk 's morgens doen als het nog niet zo warm is. Omdat ik verwacht pas bij de St. Jozefbrug, bij Barger-Compascuum bediening nodig te hebben vertrek ik om 8.15, maar bij de sluis in het Veenpark kan ik al niet verder.
De sluisdeuren zijn dicht, maar die worden net opengedraaid door twee mannen van de gemeente, die daar speciaal voor moeten komen, maar de brug - die normaal ook altijd open staat - hoort bij het Veenpark, en die wordt dus vanuit het Veenpark bediend. Om negen uur gaat die ook open en kan ik verder, en een kwartiertje later kom ik bij de St. Jozefbrug. Vijftien minuten later is er een brugwachter, samen met een bootje van de andere kant, en kan ik verder, samen met een schip dat me inmiddels achterop is gekomen. In de eerste sluis gaat het aanmeren van die boot niet zo geweldig, en wanneer hij vastligt vraagt de schipper mij of hij niet voor mag varen, omdat het voor hem te langzaam gaat en zijn motor dan te warm wordt. Ik vind het prima, maar wanneer hij voor vaart, vaart hij niet of nauwelijks harder dan ik deed, en in de volgend sluis kiest hij nu de stuurboord kant, en ik heb het vermoeden dat aanmeren aan bakboord hun niet zo goed afgaat, en dat ze daarom voorop willen varen. Het enige nadeel voor mij is dat ik nu steeds in de zon lig, terwijl hij in de schaduw van de bomen naast de sluis kan liggen. Tijdens het varen kan ik gelukkig steeds in de schaduw van de parasol zitten, en omdat er een lekker windje staat is het best een lekker tochtje. Het is al twaalf uur geweest wanneer we het 7e Verlaat uitvaren, en wanneer ik door de eerst brug van het Ruiten Aakanaal ben zie ik dat de plek waar ik schaduw verwachtte in de zon ligt, en er blijkt ook al een boot te liggen, dus ga ik de volgende brug ook maar door. Een paar honderd meter na de brug vind ik een mooie plek in de schaduw aan de oostkant van het kanaal. Daar ga ik voor anker, en steek aan de achterkant de vaarboom door de zwemtrap aan het roer in de blubber. Omdat ik hier na verloop van tijd ook steeds meer in de zon kom te liggen vaar ik een uur later de volgende (haakse) bocht om naar de Ter Apelersluis, en meer daar aan, aan een klein steigertje. Een duif aan de overkant heeft het ook warm en staat begerig naar het koele water te kijken. Op een gegeven moment waagt hij het erop en land op een blad van een waterlelie. Die kan hem niet dragen, maar hij ziet wel kans om weer uit het water te fladderen en landt, toch wat opgefrist denk ik, op een steigertje aan de overkant. Sinds vorig jaar in Frankrijk heb ik kennelijk wat met duiven, want ineens strijkt hij (het kan natuurlijk ook een zij zijn) neer op mijn parasol.
Omdat ik met de achterkant stijf tegen een ander steigertje lig kan ik niet langs het trapje aan het roer het water in, daarom loop ik af en toe maar even naar de sluis voor een koel bad. Bij het trapje in de sluis kan ik er dan in en uit. De zon begint in de loop van de middag steeds meer door de bomen te schijnen, en ik kom daardoor steeds meer in de zon te liggen, daarom vaar ik weer een eind terug tot ik een goede schaduwplek gevonden heb, en ga daar weer voor anker.
Vanavond zal ik bezoek krijgen daarom vaar ik om 19.00 uur naar de steiger bij de Bosbrug zodat het bezoek aan boord kan komen. Ik word verrast met een echte Duitse kuchen die ik besluit voor Martha te bewaren, een liefhebber! (Ze vindt hem heerlijk Gustav!) Onder het genot van het nodige vocht hebben we geanimeerde gesprekken, gelukkig bij een wat lagere temperatuur. De oorzaak van die plotselinge temperatuursverlaging horen we in de verte rommelen. 's Nachts trekt er dan ook een stevige bui over.
3-7 Vanmorgen ga ik eerst op de fiets naar de winkel voor boodschappen, en om 9.15 vertrek ik. Wanneer ik 10 minuten later net door de bocht van het kanaal ben, is het daar zo prachtig, dat ik het gas er gelijk weer af gooi en aan de kant voor anker ga. Het is daar lekker koel, 22 graden, en in de bomen allemaal zingende vogels.
Geleidelijk kom ik weer in de zon te liggen, en om 13.30 haal ik het anker op, en ga verder noordwaarts. Onder grote belangstelling van een passerend echtpaar op fiets bedien ik brug en Ter Apelersluis. De Roelagebrug blijkt bij nadering open te staan vanwege onderhoud, en wanneer ik de Terwischbrug aan het bedienen ben denk ik dat ik die met de hand moet draaien, maar dat lukt natuurlijk niet wanneer dat ook gewoon met de druk op een knop kan. Of dat scheuren aan de brug nu de reden is van de volgende storing kan ik niet geloven, maar wanneer ik de brug weer wil sluiten draait hij maar half dicht. Ik probeer het een keer overnieuw, maar ook nu lukt het niet. Er zitten twee rechtopstaande plaatjes aan beide zijden op de brug gelast die voor twee op de kant staande sensoren terecht moeten komen, maar wanneer het rechtse plaatje voor de linkse sensor komt stopt de brug, terwijl hij nog een wegbreedte door moet draaien voordat beide plaatjes voor de sensoren zitten. Ik bel het nummer op de bedieningskast, maak een kopje thee en ga aan boord zitten, en gebaar dat de brug defect is wanneer er af en toe weer een auto voor de neergelaten bomen stopt. Wanneer de monteur gearriveerd is, is het probleem snel opgelost en vaar ik verder. De sluizen staan gelukkig allemaal naar mijn kant open. Een kilometer voor de Sellingersluis vind ik een heerlijke schaduwplek bij een stukje bos.
Het is dan 30 graden, en ik ga even langs het trapje op het roer naar beneden voor een koel bad. Om 23.00 uur is het nog 24 graden. Ik slaap 's nachts als een os, dus geen last van de warmte.
4-7 Om 7.15 is het 20 graden, en wanneer ik anderhalf uur later vertrek 22. Eerst zit ik steeds lekker in de schaduw van de parasol en met het lekkere oostenwindje dat vanuit Duitsland aan komt waaien is het lekker varen, maar omstreeks de middag wordt het warmer, en ik ben blij wanneer ik aan het begin van het Veendiep een schaduwplekje vind waar ik tegen de kant aanmeer.
Ook hier neem ik direct een verkoelende duik in het redelijk schone water. Je hoeft geen luxe jacht te hebben om een boel fun te kunnen hebben kun je op onderstaande foto zien. Twee drijvers, daar een vloertje op met een paar bankjes langs de kant, een buitenboordmotortje, en gaan met die banaan!
Mijn brood is op, dus ik haal de vouwfiets onder de tafel vandaan en fiets naar Bellingwolde, waar ik een paar honderd meter na de brug een Coop vind. Het fietspad langs het Veendiep ligt gelukkig helemaal in de schaduw van de bomen, zodat het best een aangenaam tochtje is. Om 7.45 ga ik verder, en meer op een mooie plek aan, tegen de kant. Voor het anker uit, en achter de vaarboom door de treden van het trapje in de blubber.
5-7 Ik vind hier Radio Noord op de radio, en kom terecht op het programma "Noordmannen". Een programma waarin Okkie Smit en Drewes Wildeman elke week een stukje Groningen bezoeken, en volgens mij zonder veel voorbereiding, met veel droge Groninger humor, drie uur lang in het plat Gronings tegen elkaar zeuren, en elkaar de vliegen afvangen zonder dat het mij een moment verveeld. Prachtig! Het is half bewolkt, maar er is genoeg zon om de temperatuur weer op te laten lopen naar 27 graden om 11.00 uur, dus ik haal om 11.15 het anker maar weer op, en de vaarboom uit de blubber en ga verder naar het noorden. Wanneer ik bij de brug bij Klein Ulsda ben, zijn daar een paar jongetjes die met plezier de brug willen sluiten wanneer ik er door ben. Ik hoef alleen de sleutel weer op te halen. Om 13.00 uur meer ik aan, aan een mooi steigertje, net voor Bad Nieuweschans waar ik eet. Ik wil naar Nieuw Statenzijl. Ik wil de Dollard wel eens zien droogvallen, en een kijkje nemen vanuit de vogelkijkhut, en dan morgen over de Dollard naar Delfzijl, maar wanneer ik bij Bad Nieuweschans aankom blijk ik niet goed bij de bedieningstijden gekeken te hebben. Ik dacht dat je alleen buiten het seizoen 24 uur van tevoren bediening moet aanvragen, maar dat blijkt het hele jaar te zijn. Daarom keer ik maar, en ga weer aan hetzelfde mooie steigertje liggen. Ik maak een kop thee, en wanneer ik daar lekker mee in de kuip zit komt er het geluid van een trommel uit de richting van Nieuweschans. Later komt daar muziek bij, en geleidelijk wordt het volume opgeschroefd. Wanneer ik muziek wil horen kies ik die zelf wel uit, en ik besluit richting Winschoten te varen. De brug bij Klein Ulsda moet ik deze keer helemaal zelf doen. Achter mij wordt de lucht steeds donkerder, en een vervaarlijk gerommel komt steeds dichterbij, reden voor mij om direct na het Bulsterverlaat tegen de kant te gaan om niet door de bui overvallen te worden. De bui trekt echter achter mij langs, dus toch maar verder. Om 16.45 meer ik vlak voor Winschoten aan bij de eerst brug op de Pekel Aa, en ik heb nog alle tijd om een paar foto's van de mooie omgeving te maken voordat de bui losbarst.
Lekker opgefrist!
6-7 Het is strakblauw, 20 graden en 9.15 wanneer ik naar de spoorbrug vaar. De brugwachter is er al, en zegt dat er eerst nog een trein overheen moet voordat de brug open kan. Ik heb alle tijd, en om even over negen kan ik verder. De bruggen op het Winschoterdiep worden vlot bediend, op de brug bij Scheemda na, daar lig ik een poos voor te drijven voor er een brugwachter is. Om 10.45 meer ik aan in Scheemda. Ik zet de parasol op, en geniet achter in de kuip al lezend van het mooie weer. In de loop van de middag wandel ik Scheemda in voor wat boodschappen en zie in het dorp wat die herrie was waarvoor ik bij Nieuweschans wegvluchtte.
Ik ga ook even de vuilniszak wegbrengen. Op de container staat:'alleen voor kleine afvalzakken', en op de deksels zit een ketting met hangslot waardoor ze nauwelijks open kunnen. Ik heb een grote vuilniszak, maar omdat hij lang niet vol is kan ik hem toch naar binnen wurmen. De havenmeester probeert kennelijk zo veel mogelijk vuilnis te weren, want in 2013 deed hij ook al moeilijk toen ik daar een zak kwijt wou, en hij in de veronderstelling was dat we niet in de haven overnacht hadden.
Deze keer blijf ik niet in de haven ondanks het dumpen van de vuilniszak, want om 16.00 uur gooi ik de trossen los, en na drie zelfbedieningsbruggen en een zelfbedieningssluis meer ik aan, in de middle of nowhere bij een molen, en een kilometer voor Nieuw-Scheemda.
Ik ga de molen eens van dichtbij bekijken, maak wat foto's en lees op een papier achter een ruitje dat de molen elke maandagavond draait, en open is voor bezichtiging. Dat tref ik want het is maandag. Maar het blijft de hele avond oorverdovend stil bij de molen, maar ook daar kun je van genieten.
7-7 Om kwart voor tien vertrek ik bij een lekker temperatuurtje. Het is dan 22 graden.
In Nieuw-Scheemda zie ik een verkeersbord dat ik nog niet eerder gezien heb. De twee bouviers achter het hek voldeden niet aan de gewekte verwachting, of ze waren sprakeloos van zo'n mooie jol.
De volgende zes bruggen kan ik allemaal onderdoor, maar de brug in Nieuwolda is weer een zelfbedieningsbrug. Wanneer ik de brug nader komt een politieagent me over de kant tegemoet lopen, en vraagt wat de bedoeling is. Ik zeg dat ik graag door de brug wil, maar hij vertelt dat de brug gestremd is tot kwart over twaalf vanwege een bezoek van koningin Maxima aan Nieuwolda. Ze opent hier een nieuw verzorgingshuis. Zo maak je nog eens wat mee, en ik leg de boot strategisch met de achterkant naar de brug zodat ik het hele feest vanuit mijn eigen VIPBox kan meemaken.
Ik verwacht een security check van mij en de boot door de politie (duiker en zo) zo dicht op de brug, maar mijn onschuldige blauwe ogen maken dat kennelijk overbodig.
Om het feest compleet te maken zijn de Dwarsliggers ingevlogen.
Als je met de boot op pad bent moet je altijd overal op voorbereid zijn, en wanneer ik even door mijn garderobe rommel blijk ik zelfs voorbereid op een ontmoeting met Hare Majesteit.
De Dwarsliggers aan de overkant van het kanaal doen geweldig hun best, en ik verveel me geen moment. Niemand heeft haar kennelijk vertelt dat ik hier lig met de boot, want zonder even langs te komen voor een kop koffie of een schippersbittertje stuift Maxima langs in een van die zwarte auto's. Weg van de minima en terug naar de bewoonde wereld!
Voor ik verder ga, ga ik eerst maar even eten, en hopelijk is de rust daarna weergekeerd in Nieuwolda. Het plakkaat zit nog op de kast om 12.30, dus dat scheur ik er maar af, maar de brug wil nog niet bediend worden. Als ik me omdraai is de eigenaar van het restaurant bij de brug in de schakelkast van de brug bezig. Die zet dus net de stroom er weer op, en hij bedient de brug meteen ook maar. Lekker makkelijk! De "Scheveklap", ruim een kilometer verder is de laatste zelfbedieningsbrug voor vandaag. Daarna laat ik de bediening weer door echte brugwachters doen. Wanneer ik bij Delfzijl aankom begint het regenachtig te worden, en als ik om 15.30 naar beneden geschut word in de Roggenkampsluis regent het inmiddels stevig en heb ik de paraplu op. Direct na de sluis meer ik aan. Een mooie plek.
Het wordt al snel weer droog, en 's avonds ga ik per fiets Delfzijl een beetje verkennen. In de haven ligt de Marietje Nora, het zusterschip van de Marietje Andrea die ik in 2009 tegenkwam (Dat kleine scheepje wat na 40 seconden links, vlak langs de oever vaart is de Aimée.) op het Prinses Margrietkanaal.
Wanneer ik door Farmsum fiets, zie ik dat ze de plaatselijke geselpaal in de bloemetjes hebben gezet, en ondanks dat ik heel wat voetstappen in Farmsum heb staan heb ik die paal bij mijn weten nooit eerder gezien. Maar mooi is'tie. Het zal een eer geweest zijn wanneer je daaraan gegeseld mocht worden!
8-7 Om negen uur vertrek ik, en een uur later meer ik aan in Appingedam. Je kunt daar vlak bij de Coop aanmeren. Ik wil daar even boodschappen doen. Op de aanlegsteiger zitten twee mannen te vissen, en ik verontschuldig me voor het ongemak dat ik voor hen veroorzaak (zonder dat ik het echt meen) want ik heb nog al wat ruimte nodig om aan te meren vanwege de stevige wind. Laten ze ergens anders gaan zitten te vissen! Na de boodschappen en de koffie verder, weer door het prachtige Appingedam,
en na Appingedam de Oosterwijtwerdermaar op, waar ik om 12.15 aanmeer aan het steigertje direct na de spoorbrug. Wanneer ik na het eten de waterkaart zit te bestuderen, zie ik dat ik ook met de boot in Godlinze kan komen, en dat daar aanlegmogelijkheid is. (op een oude waterkaart staan brughoogtes van 1,55 m maar een nieuwere waterkaart geeft hoogtes van 240) Nooit geweest, dus op naar Godlinze!
Het is 15.30 wanneer ik daar op het eind van de Godlinzermaar aanmeer. Na de thee haal ik de fiets onder de tafel vandaan, en ga ik het dorp eens verkennen. Godlinze ken ik van Bruno Santanera, die van de BioStabil ja......, en hij zit daar nog steeds. Het hele dorp is gebouwd op een wierde, en op het hoogste deel staat de kerk waar ik ook een kijkje neem.
Een oud kerkje, en bij de ingang lees ik dat ik voor bezichtiging de sleutel op kan halen op Terpweg 4. Nu ik hier toch ben kan ik net zo goed de binnenkant ook bekijken, dus op naar de Terpweg. Het is al kwart over vijf wanneer ik aanbel, en wanneer een oudere vrouw open doet vertel ik dat ik voor de sleutel van de kerk kom, en of het daar nu niet te laat voor is. 'Oh nee hoor!' Ze trekt even een jas aan, en loopt zelf mee naar de kerk, en onderweg krijg ik al een stukje geschiedenis te horen van Godlinze en de kerk. Binnen zie ik een mooi gerestaureerd kerkje met uitbundig gedecoreerde gewelven waar mevrouw allerlei bijzonderheden over weet te vertellen. Ze weet er duidelijk veel van en is hoorbaar trots op de kerk en het dorp.
Een onverwachte verrassing!
9-7 Net als gisteren staat er weer een stevige wind, met 's morgens ook een aantal buien, en wanneer de buiigheid aan het eind van de morgen wat afneemt wend ik de steven en vaar dezelfde weg terug
en meer ruim een uur later weer aan, aan het steigertje voor de spoorbrug.
Ik blijf hier de rest van de dag liggen, want met deze wind doe ik liever niet de zelfbedieningsbruggen op het Damsterdiep in mijn eentje. Ik ga vanaf hier per fiets de omgeving wat verkennen,
en ook even naar de winkel in Appingedam. Vanuit Appingedam is het een hele trap tegen de wind in.
10-7 Het is negen uur wanneer ik vertrek. Bij de tweede zelfbedieningsbrug op het Damsterdiep is er een tegenligger die van dezelfde opening gebruik kan maken. Bij de volgende brug, de brug in Garrelsweer al weer een tegenligger. We leggen beiden tegelijkertijd aan, aan weerszijden van de brug. Omdat zij met z'n tweeën zijn lijkt het mij het handigst dat zij de brug bedienen, en zonder sleutel loop ik naar de brug om dat te overleggen. Het blijken Duitsers, en hij heeft de sleutel al bij zich wanneer we elkaar bij de bedieningskast ontmoeten. Als ik naar de boot terug loop roept een vrouw van de overkant: 'Wie is de sleutel vergeten bij de vorige brug?'. Ik zie het bekende oranje koordje dat ik sinds vorig jaar aan de sleutel heb. Ze is me ruim een kilometer achterna gefietst om hem terug te geven. Ze had hem ook zelf in kunnen leveren en die 25 euro in eigen zak steken. Ik vaar vlak langs de kant tijdens de brugpassage, en kan zo de sleutel weer in ontvangst nemen. Een kus lukt niet op deze manier, maar ik bedank haar hartelijk.
Na de passage van de Munterdraai blijf ik even aan het steigertje liggen voor de koffie. Nu alleen de hefbrug in Ten Post nog om te bedienen. Het is me opgevallen dat er bij verschillende bruggen nieuwe bedieningskasten zijn geplaatst, zo ook bij de brug in Ten Post. Wanneer ik op de "brug openen" heb gedrukt gaat de brug vanzelf verder omhoog, en loop ik gauw terug naar de boot om zo snel mogelijk onder de brug door te kunnen varen. Als ik door de brug ben komt er net een bootje van de andere kant de bocht om. Die had mij daar blijkbaar niet verwacht, en slaat meteen achteruit. Wanneer ik vast lig maakt hij gebruik van dezelfde opening, en als hij erdoor is druk ik op de knop "brug sluiten", en op datzelfde moment komt er nog een schip de bocht om. Ik gebaar dat hij er niet door kan, maar kennelijk ziet hij niks. Het duurt trouwens ook even voordat de brug echt zakt. Ik kijk of er een alarmknop op de kast zit, maar nee, ik zie geen knop waar ik de brug mee kan stoppen. Misschien haalt hij het ook nog wel, maar wanneer hij ruimschoots onder de brug is zie ik dat hij het..... NIET HAALT!!!! Achter het sleutelkoord zie ik nog een knop, en wanneer ik het koord opzij doe zie ik "storing" onder die knop staan. Op goed geluk dan maar, ............. en gelukkig stopt de brug! Volgens mij op minder dan 10 cm van het dak van die mooie vlet. Zulke dingen zijn niet goed voor je hart, en de schrik probeer ik aan boord weg te spoelen met een schippersbittertje, wanneer de brug gesloten is. Wanneer ik weer een beetje ben bijgekomen, ga ik verder, en bij de Westerwijtwerdermaar verlaat ik het Damsterdiep, en meer even later aan voor de Oosterdijkshorner Verlaat. Ik kan een o6-nummer bellen voor bediening van Boerdam en Westerwijtwerd volgens het boekje "Varen in Groningen" van vorig jaar. Westerwijtwerd ligt aan het andere eind van de Westerwijtwerdermaar, dus ik vraag om bediening van Boerdam om 13.00 uur, dan kan ik hier nog op mijn gemak eten. Het is al even over een wanneer de telefoon gaat. De (vrouwelijke) brug/sluiswachter met de vraag waar ik lig! Ze staat bij Boerdam, en ziet nergens een schip. Of ik niet Fraamklap bedoel? Na enig heen en weer gepraat begrijp ik dat Boerdam nog een brug verder is dan Westerwijtwerd, en dat ik hier bij de Oosterdijkshornerklap lig. Het kan even duren voor ze bij mij is, zegt ze, want ze is op de fiets naar de brug gereden, moet eerst terug naar huis, en dan met de auto naar Oosterdijkshorn. Ik lig op een mooie plek, en hoef de trein niet te halen dus geen probleem. Wanneer ze er is, en brug en sluis bedient krijg ik een nieuw boekje met bedieningstijden, en om me zoet te houden een verpakking met drie pepermuntjes, en de Compli'mints van het Waterschap Noorderzijlvest. Aardig! De laagste brug is de laatste brug voor Westerwijtwerd, en die is 2,24 volgens het boekje. De vorige keer dat we daar onderdoor kwamen met gestreken mast zaten we met z'n tweeën in de kuip, plus 38 kg hond. Die "ballast" heb ik nu niet bij me, en het hoogste punt is wel achterop; het oog van de giek. Voor de zekerheid heb ik de giek, voor los gemaakt en een kwartslag gedraaid. Dat scheelt zo weer 4 cm. De brug ervoor vaar ik gewoon onderdoor, maar blijkt bij nader inzien ook al beangstigend laag. Ik waag het er maar op, laat me rustig onder laatste vaste brug drijven, en dan vol gas. Dan zakt de achterkant, ik schiet vooruit, en ben ik er onderdoor. Toch heb ik het idee dat ik minder ruimte had dan de vorige keer. Misschien staat het water wat hoger, of komt het door de bodemdaling? Bij Westerwijtwerd is een boer aan het gieren.
Die springt van zijn trekker wanneer hij mij ziet aankomen, en rent naar mij toe. Hij roept dat er een slang door het water ligt, en hij weet niet of die diep genoeg ligt om overheen te kunnen varen. Ik had dit nog niet eerder gezien. Hij heeft geen tank achter zijn trekker, maar de stront wordt vanuit de opslag direct via een lange slang naar het apparaat achter zijn trekker gepompt, en die slang ligt in mijn vaarwater, naar de boerderij aan de andere kant van het water. Ik laat de boot rustig naar de slang drijven, en zonder dat ik wat voel gaat hij er probleemloos overheen. Geen stront aan de knikker dus!
De brugwachter had volgens mij al lang bij de brug kunnen wezen, hoewel ik onderweg wel een bootje ben tegen gekomen die natuurlijk ook door sluis en brug moet bij Oosterdijkshorn, dus bel ik maar even. Ze vertelt dat ze vlak bij de brug woont, en dat haar man die brug zal doen. Dan komt zij naar Boerdam voor bediening, maar daar zal ik wel even moeten wachten. Tijdens het bellen komt de (brave) man al aanlopen, en een kwartiertje later leg ik de boot tegen de kant bij Boerdam, waar zij na een kwartiertje aan komt rijden.
Ik ben nog mooi op tijd bij de T.A. Muschengabrug, want die wordt om 15.50 bediend. Ik wil namelijk naar Middelstum. Het is 16.15 wanneer ik daar aanmeer. De kade voor de passanten ligt grotendeels vol met klein spul van inboorlingen zoals je helaas op meer plekken ziet, maar gelukkig ben ik nog goed genoeg ter been om aan de hoge gemetselde kade van boord te kunnen, waar ik dan maar met behulp van een paar meerpennen aanmeer.
Na het eten haal ik de fiets voor de dag om een rondje door Middelstum en de nabije omgeving te maken, onder andere landgoed Ewsum.
11-7 's Morgens eerst naar de winkel voor o.a. brood eieren en wijn, en om 10.30 weer terug, richting T.A. Musschengabrug die om 11.00 bediend wordt. Om 11.40 kom ik in Onderdendam aan, en daar wordt de brug om 12.20 bediend, dus kan ik hier mooi mijn eitje bakken en eten. Via Winsum, het Mensingeweersterloopdiep en de Eenrummermaar, (filmpje) kom ik om 14.15 bij Eenrum aan. Onder de parasol vermaak ik mij daar uitstekend met wat lezen. Aan het eind van de middag maak ik nog even gebruik van de douche, en scoor ik nog wat fruit, tomaten en fetakaas in de supermarkt . Daarna wendt ik de steven en meer een uur later aan, midden in de natuur bij Vettehornstertil op het Pieterbuurstermaar.
12-7 Het is 's morgens eerst regenachtig, maar wanneer het om 9.45 droog is gooi ik de trossen los, en langs Wehe Den Hoorn, Kromme Raken en Aduarderdiep kom ik op het Van Starkenborgkanaal. Bij de Oostersluis vaart er net wat uit aan de andere kant, wanneer ik daar aankom om 13.15. Heb ik nog mooi de gelegenheid om te eten, en drie kwartier later ben ik ook omhoog geschut naar het Eemskanaal. Daar gooi ik nog maar even het gas erop, want om half drie begint vanuit de Zuiderhaven de begeleide vaart het Noord-Willemskanaal op. Vijf minuten voor tijd meld ik mij present. Ik ga als tweede door de brug, en na mij volgen er nog twee. De voorste boot maakt aanstalten om aan de kant aan te meren, maar ziet daar toch van af en blijft een eindje voor de brug drijven. Omdat het soms nog wel even kan duren voor de spoorbrug bediend wordt heb ik daar niet zo'n zin in. Ik vaar door en roep hem toe: 'ik vaar je maar voorbij!' 'Waarom' vraagt hij, maar daar komt hij nog achter. Ik maak vast aan het remmingwerk, maak een kopje thee, en maak het me makkelijk in mijn stoeltje. Als het toch wel wat lang duurt druk ik toch maar eens op de bedieningsknop, (of stond er een telefoonnummer) en dan hoor ik dat de brug om 14.53 bediend wordt. Achter mij worden ze ongeduldig, want zij hebben de hele tijd liggen drijven, maar nu is er iemand tegen de kant gegaan, en komt bij mij vragen of ik weet wanneer de brug bediend wordt, en meteen beginnen de bellen te rinkelen dat hij gaat draaien.
Wanneer we de Groningse bruggen gehad hebben stuift de hele meute mij voorbij. Een gaat naar de Hoornse Plas, en de andere twee zijn al door de Harense brug wanneer ik daar aankom, en bij de Oosterbroekse brug zijn ze helemaal uit het zicht verdwenen. Ik meer om 16.15 voor die brug aan.
Een eindje achter mij ligt een klein kajuitzeiljacht, en daarachter twee voormalige vrachtschepen. Op de kant bij die schepen is het heel gezellig en wanneer die gezelligheid blijft aanhouden, ondanks af en toe wat regen ga ik, voor het donker is, maar eens op onderzoek uit of er dichter bij de brug nog een plekje vrij is. Daar pas ik nog mooi ergens tussen, dus start ik de motor, maak even een omtrekkende beweging, en leg de boot daar weer vast, en heb daarna een goede nacht.
13-7 s'Morgens hoor ik van de voorburen dat een schipper van de schepen waar ik eerst lag gisteren veertig is geworden, en dat het daar de avond ervoor ook al feest was tot in de kleine uurtjes.
Het is nog geen negen uur wanneer de lichten van de brug op enkelrood gaan, en ik los maak, en de motor start. Een scheepje achter mij gaat ook mee, en wanneer we bij de sluis komen liggen daar al twee schepen in te wachten. Het is 12.00 uur wanneer we met zijn vieren bij de Montessoribrug bij Assen aankomen. Middagpauze, en iedereen zoekt een plekje aan de wal! Om 13.00 uur gaan we door de twee bruggen daar. Twee schepen gaan naar centrum, en een ander schip en ik gaan door. Voor de Kloosterbrug meer ik daar aan in de verder lege passantenhaven, en de ander vaart door richting Smilde. Later komt er nog een Vlet bij die achteruit tussen de meerpalen aan wil meren. De palen staan echter te dicht op elkaar, hij kan er niet tussendoor.
De haven is duidelijk ontworpen op de tekentafel van een ambtenaar, die niet gehinderd werd door enige kennis van de watersport.
Later komt er nog een schip, maar die gaat in de vaart aan de kant liggen.
Die wil geen havengeld betalen, maar heeft wel een stroomkabel die lang genoeg is om prik uit de paal aan de haven te krijgen.
14-7 Net als vorig jaar, geen havenmeester gezien, en ook vanwege mijn ervaring van vorig jaar, ga ik ruim voor negen uur voor de brug liggen. Toen kwamen er vijf á zes schepen vanaf Assen, en dat past allemaal niet in een sluis, dus kun je maar het beste vooraan varen. Wanneer er echter omstreeks half tien nog geen enkele beweging bij de brug te bespeuren is, ga ik maar eens op zoek naar een telefoonnummer om opheldering. Ik krijg een mevrouw van de gemeente Assen aan de lijn, en eerst volgt er een hele discussie of het een gemeentelijke of een provinciale brug is. Het blijkt toch een Asser brug te zijn, en zij zal zorgen voor bediening. Ik heb zo'n donkerbruin vermoeden dat de Asser brugwachter vanmorgen niet op is komen dagen, want de brugwachter die de brug bediend, komt op zijn scootertje vanaf de Norgerbrug. Wanneer ik de brug passeer draait voor mij in het kanaal een bootje van de kant, en vaart ook richting Smilde, terwijl ik gevolgd word door de vlet uit de passantenhaven. Onderweg komen daar nog twee bootjes bij, en zo komen we om 12.00 uur met z'n vieren bij de Veenesluis aan, want de vlet heeft onderweg afgehaakt bij de kalkzandsteenfabriek. De temperatuur is goed vandaag, 21 graden, met af en toe een drupje regen. Na het eten blijken we met veel goede wil met zijn vieren in de sluis te passen, ik als laatste. Het puntje van de mastwortel gaat vlak langs de sluisdeuren. De volgende sluizen zijn ruimer doordat ze gebogen wanden hebben, dus daar passen we in ieder geval in. Onderweg haakt trouwens steeds meer af. Een bij de pomp bij Dieverbrug, de volgende in de haven daar, en de derde bij Havelte, zodat ik alleen bij de spoorbrug bij Meppel aankom om 16.40. Daar is een drukknop waar ik mij meld, maar er staat ook en telefoonnummer! Moet je die tegenwoordig bellen? Wanneer ik bel hoor ik dat de brug een paar minuten voor vijf bediend gaat worden, dus dat wordt overnachten aan deze kant van de Paradijssluis. Om 17.15 meer ik daar aan.
15-7 Negen uur in de sluis, en mooi op tijd bij de Galgenkampsbrug die alleen op hele en halve uren draait en een half uurtje later ga ik bakboord uit de Hoogeveense Vaart in. Het is 12.15 wanneer ik de Ossesluis nader. Middagpauze! De temperatuur is een paar graadjes lager dan gisteren, het is bewolkt maar droog. Na het eten verder. Omstreeks theetijd ben ik thuis.
Maak jouw eigen website met JouwWeb