Groningen
Deze tocht ga ik ruim een week naar Groningen. Zaterdag vieren we de verjaardag van mijn oudste dochter en kan ik daar bij hun aanlegplaats in Kropswolde aanmeren en ook is het de bedoeling om een vaartochtje te maken met een oom en tante.
5-5 Om 11.30 vertrek ik en daardoor kom ik in de middagpauze voor de Tweelandenbrug te liggen. Dat geeft mij de gelegenheid om even een uitsmijter te maken en op te eten. Als ik na de middagpauze in de Nieuwebrugsluis aankom vraagt een van de sluiswachters of hij tijdens het schutten bij mij aan boord mag komen. Dan kan hij onder in de sluis even twee (nieuwe) touwen vast maken. In de sluis zijn van boven tot onder touwen gespannen
foto uit 2006 waar ik er duidelijk een stuk jonger uitzie!
waar je als pleziervaarder aan vast kunt maken tijdens het schutten en soms worden die door vrachtschepen kapot gevaren. Dat is geen probleem natuurlijk als het maar niet te lang duurt want ik wil wel op tijd in Kropswolde zijn. Om 16.45 meer ik aan bij de Paradijssluis waar de lichten inmiddels op "dubbelrood" staan. Op een van de drie kalkovens van restaurant "De Drie Kalkovens" heeft een ooievaar een nest gemaakt.
Als ik 's avonds nog even buiten zit te lezen komt de buurman langs om te vragen of ik morgenvroeg ook verder ga. Om kwart over acht kunnen we geschut worden volgens hem en gaan zij ook richting Assen.
De andere morgen wacht ik tot de buurman los maakt en naar de sluis vaart. Als ik naar de sluis vaar zijn ze nog bezig om vast te maken. Hij staat achterop en probeert boven zich een touw om de bolder te leggen, maar de boot drijft van de sluiswand af terwijl hij zich aan het touw dat inmiddels om de bolder zit vasthoud. Dat wordt spannend. De boot gaat nog verder van de sluiswand af en hij plonst in het water, tussen de wal en het schip. De man blijkt Jacob te heten want meteen begint zijn vrouw, die voor op het schip staat te schreeuwen; 'Jacob, Jacob, Jacob'. Gelukkig zit er achter op de boot een zwemplateau en een zwemtrap. Als Jacob weer aan boord is stopt zijn vrouw met schreeuwen en gaat Jacob droge kleren aan trekken.
Als ik hoor dat er op zaterdag nog geen bruggen en sluizen bediend worden op de Drentse Hoofdvaart en de tocht in het begin wat oponthoud geeft bij bruggen en sluizen begin ik hem wat te knijpen. Ik zal toch niet twee dagen "vast" liggen in de Drentsche Hoofdvaart. Maar als ik een paar keer tegen de sluiswachters vertel dat ik zaterdagmiddag eigenlijk in Kropswolde moet zijn gaat het laatste stuk gesmeerd en kan ik bij alle bruggen haast op snelheid doorvaren zodat ik al voor half vijf door sluis Peelo ben. Voor Assen zie ik nog dit stalen huis. Het schijnt een tandartsenpraktijk te zijn hoor ik de volgende dag van mensen uit Assen.
Om 18.00 uur meer ik aan beneden sluis Vries.
Zonsondergang bij Vries en die mooie mastwortel zal ik er een paar dagen later afvaren!
De andere dag vertrek ik om 8.00 uur en na een kwartier ben ik bij sluis "De Punt", een afstand van ruim 2 km. Na een poosje word ik daar geschut en dan hoor ik van de sluiswachter dat hij in zijn eentje het hele Noordwillems Kanaal moet doen (sluizen en bruggen vanaf Glimmen tot Assen) en dat hij eerst met een jacht dat richting Assen wil meegaat, dus meer ik aan beneden de sluis. Het is half elf geweest als hij zich weer meld en ik verder kan. Als ik bij de eerste brug van Groningen ben komen er net twee scheepjes van de andere kant en kan ik van die zelfde brugopening gebruik maken richting Groningen. Ook de volgende bruggen worden vlot bediend, tot de spoorbrug. Daar ben ik om ca. 12.00 uur en als ik op de meldknop druk hoor ik dat de brug om ongeveer 13.15 bediend wordt, dus heb ik alle tijd om te eten. Het is zonnig en warm en ik span het schaduwdoek dat ik pas gekocht heb over de mast zodat ik in de schaduw kan zitten. Als ik later door Groningen vaar (altijd weer een mooie belevenis) kom ik een hele vloot plezierjachten tegen, eerst een aantal die onder de bruggen doorkunnen en daarna 10 tot 15 schepen waar de bruggen voor bediend moeten worden. Bij Kropswolde krijg ik de sleutel om de brug te kunnen bedienen en om 15.30 meer ik aan; het feest kan beginnen!
s'Avonds blijf ik daar niet liggen maar ga even weer door de brug en net voor het Zuidlaardermeer meer ik aan om te overnachten. Ik vind dat het te hard waait om op het meer voor anker te gaan. De andere morgen vertrek ik om 8.00 uur en na een oponthoud van zowat een uur voor de Oostersluis ga ik via het Van Starkenborgh Kanaal en het Aduarderdiep naar Winsum. Het waait hard maar ik heb de wind in de rug en dat zie ik aan de snelheid die ongeveer een kilometer hoger ligt dan normaal. Om 13.45 meer ik aan bij de Jeneverbrug in Winsum waar Martha en Twan (vrouw en hond) aan boord komen. We varen weer terug door Winsum (ook een prachtig plaatsje om doorheen te varen) en gaan door het Mensingeweersterloopdiep en de Eenrummermaar naar Eenrum waar we om 15.30 aanmeren.
Maandagmorgen komen mijn oom en tante aan boord en na eerst een kop koffie varen we een rondje door het Groningerland. Bij Aduarderzijl gaan we even van boord en laten oom Arie en tante Jannie ons een mooi stukje Groningen zien waar je anders gauw aan voorbij vaart/rijdt. Om 16.00 uur zijn we na een mooie en gezellige tocht weer terug in Eenrum.
De andere morgen is het een beetje nevelig wat een prachtig plaatje van Eenrum oplevert.
Na een flinke wandeling met Twan en nadat we wat boodschappen gedaan hebben vertrekken we naar Usquert. Daar meren we om 13.00 uur aan, maar het is niet een plaats om te blijven liggen. Volgens de waterkaart is er voor de brug een aanlegplaats en loopt het na de brug dood, maar van een aanlegplaats is geen sprake en in Usqert blijkt een haventje te zijn die niet op de kaart staat maar vol ligt met plaatselijke schepen. Na het eten hebben we een wandeling door het dorp gemaakt. Daarna varen we dezelfde weg weer terug tot de Warfummermaar, gaan daarna richting Warfum waar we om 15.30 aanmeren in de haven. Ik heb nog nooit goedkoper in een haven (warm) kunnen douchen als in Warfum. Voor 10 cent kom je in het toiletgebouw en daarna kun je voor 10 cent douchen.
De andere dag vertrekken we om 11.00 uur en meren om 12.15 aan in Onderdendam. Daar eten we, maken even een wandelingetje door het plaatsje en nemen een kijkje bij de molen Hunsingo voor een eventueel etentje in de toekomst en lopen even naar het haventje om de boot van oom Arie te bekijken.
Daarna varen we naar Winsum, gaan Martha en Twan van boord, doe ik even een boodschap en vertrek ik naar Wierumerschouw waar ik om 17.45 aanmeer tegen het remmingwerk aan de zuidkant van de brug, met de neus naar de kant vanwaar ik gekomen ben in verband met de frisse en stevige wind. Daar heb ik eindelijk eens TV ontvangst op mijn noteboek, zodat ik een avondje TV kijk.
De bruggen van het Noordwillems Kanaal in Groningen draaien vanaf 9.00 uur vandaar dat ik om 7.15 de trossen los gooi zodat ik daar om ongeveer die tijd kan zijn. Ik draai mijn neus weer richting Groningen en dan heb ik pech en tegelijkertijd geluk. Ik let er niet op dat de palen van het remmingswerk boven de mast uitsteken (ik ben bang dat ik dat nooit leer) en kom daardoor met de mastwortel tegen een paal tijdens het draaien. Die breekt af maar knalt in de kuip op een kuipbank terwijl de punt toch wel 1,5 meter achter de boot uitsteekt. (beide delen zijn inmiddels weer met epoxy aan elkaar gezet.)
Bij de Oostersluis moet ik een klein half uurtje wachten en kom om 9.15 in de Zuiderhaven aan. Bij de spoorbrug moet ik ook een kwartiertje wachten, kan nog net voor de middagpause door sluis Vries en meer om 12.15 aan boven de sluis. Daar ga ik ook eten en haal daarna meteen het andere stuk van de mastwortel en de wimpel van de mast en buig de zaak weer wat recht want het is allemaal wel wat verbogen.
Om 12.45 ga ik verder, ben om 14.00 uur bij sluis Peelo en meer om 17.00 uur aan boven de Veenesluis in de Drentsche Hoofdvaart.
Daar word ik de andere dag om kwart over acht geschut en meer ik om 12.00 uur aan beneden de Paradijssluis om te eten. Na Dieverbrug heb ik opgevaren met een ander schip en die man vraagt in de sluis of ik al een rondje gemaakt heb. Ik begrijp van hem dat zijn kameraad op de heenweg met mij opgevaren was en die beschreef de Aimée als een klomp. Daardoor herkende hij mij. Ik zag dat zij uit Assen komen evenals Jacob op de heenreis en vroeg of die kameraad soms in de sluis gevallen was. De kameraad bleek inderdaad Jacob te zijn en dat gaf meteen hilariteit, maar ik kreeg wel begrip voor de heftige reactie van zijn vrouw want ik hoorde dat Jacob hartpatiënt is.
Na een goede tocht verder ben ik om 17.30 weer thuis.
Maak jouw eigen website met JouwWeb