4 dagen in oktober
De weersvooruitzichten waren uitsteken voor die tweede week in oktober. De hele week droog, zon en mooie temperaturen, en ook de week erop leek zo te beginnen, vandaar het besluit voor een laatste tochtje dit seizoen. De week ervoor werden al wat inkopen gedaan, zodat op maandagmorgen alleen nog wat verse spullen gekocht moesten worden. In het weekend begon die mooi-weer-periode echter wat in te krimpen, en zondagavond waren er nog maar een paar dagen van over. Ondanks dat ben ik maandagmorgen 7 oktober om 9.45 toch maar "van wal gestoken". Ik wou namelijk ook mijn zelfgebouwde houtkacheltje in de praktijk testen, en hoe slechter het weer, hoe beter de testomstandigheden natuurlijk. Het is al wel lekker weer, maar de zon heeft er 's morgens nog een beetje moeite om er door te komen. Vlak voor twaalf uur kan ik nog schutten in de Ossesluis, en op mijn "dooie akkertje" vaar ik richting de Rogatsluis, die toch pas weer om 13.00 uur bediend gaat worden. Dankzij de stuurautomaat kan ik ondertijd rustig een gebakken eitje met spek klaar maken, en dat is inmiddels op wanneer ik om 12.45 bij de Rogatsluis aan kom. Wanneer ik bij de Beukersluis ben begint de zon pas echt goed door te breken. Ik besluit om deze keer niet via de "Blauwe Hand" te gaan, maar over de Belterwijde,
en via Ronduite de Beulakerwijde op te gaan.
Voor mijn gevoel snij ik een bocht af, maar als ik dat thuis controleer op "afstand meten" blijkt het zelfs een beetje langer te zijn. In het voorjaar waren ze hier aan het baggeren, en lag het hele meer vol "zinkers", (buizen waar het slib doorheen gepomt wordt) maar nu is dat grotendeels verdwenen, en bij de zinkers die er nog liggen staat dat je er met een diepgang tot 1 meter overheen kunt varen, dus voor mij geen probleem. Het is 16.15 wanneer ik in de Korversgaten, achter een eilandje, uit de wind, en in de zon voor anker ga. Voor dat ik ga eten koken zet ik de mast nog even op. Nu is alles nog droog, en morgenvroeg zit het allemaal onder de condens. 's Avonds gaat het kacheltje aan, en dat gaat best goed. Je blijft alleen wel stoken met die kleine stukjes hout.
8-10 Het is een mooie dag, maar ik laat eerst de temperatuur wat oplopen (16 gr.) en wacht daarom tot 11 uur voor ik de zeilen hijs. Er is niet zo veel wind. Ik probeer de boot wat beter te leren kennen door onder zeil verschillende manoeuvres uit te voeren. Om 13.00 uur duik ik weer in de beschutting van de Korversgaten om te eten. 's Middags zeil ik nog een paar uurtjes - de wind is een beetje aangetrokken - maar om 17.00 uur laat ik de Aimée in de Korversgaten, in de luwte van een eilandje met de kiel aan de grond (in de blubber) lopen en gooi het anker uit.
9-10 Vandaag belooft het weer net zo'n dag te worden als gisteren, en ik wil wel eens wat anders zien als "De Beulaker", daarom besluit ik om via het Giethoornse meer en Blokzijl naar het Zwarte meer te varen, en ik wil proberen dat zo veel mogelijk zeilend te doen. Om 11.00 vertrek op de fok. Het gaat niet hard, maar ik heb de tijd. Na een half uurtje ben ik bij de Walengracht en is het niet meer bezeild, dus gaat de motor aan. Ik zal na twaalf uur in Blokzijl aankomen, en ik ben van plan om daar dan te eten omdat de sluis tussen twaalf en een toch niet bediend wordt, maar als ik langs de Roomsloot kom - het is dan 12.30 - zie ik dat ze daar een mooi steigertje gemaakt hebben, en ik besluit om daar aan te meren en te eten. Na het eten verder, en als ik in Blokzijl aankom steekt er voor mij net een jacht van wal en meert aan voor de sluis. Ik ga er maar achter liggen. en wacht op de dingen die gebeuren gaan.
Dat is niet zo veel, en de mensen op het schip voor mij steken ook in onwetendheid hun handen omhoog. Een van hen - het blijken Duitsers te zijn - loopt naar de sluis maar komt onverrichter zake terug. Ik besluit om ook maar eens te gaan kijken. Ik wil hier even naar de winkel, doe de boot op slot, en loop richting de sluis, en op dat moment komt een man bellend uit het sluiswachtershuisje. Wanneer ik hem vraag of de sluis wel bediend wordt reageert hij wat narrig, en zegt dat hij meer te doen heeft dan alleen het schutten en brugbedienen. Nadat ik geschut ben ga ik in de haven aan de kant en doe mijn boodschapje. Een groepje mensen op de kant komt met de vraag of het schip vroeger ook zijzwaarden heeft gehad, en als ik dat ontken is hun reactie; 'oh, dan is het dus geen platbodem?' Vandaag zijn ze dus wat wijzer naar huis gegaan, na mijn verhelderende college.
Wanneer ik Blokzijl uit ben kan ik tot zowat bij Vollenhove weer onder zeil. Volgens de almanak wordt de brug bij Vollenhove (op afstand) bediend vanaf sluis "De Blauwe Dromer" vlak bij Harderwijk, en moet ik voor bediening een telefoonnummer bellen dat op een bord een eind voor de brug staat. Aan de andere kant van de brug licht een schip te wachten op bediening, en wanneer ik iemand aan te telefoon krijg, en om een opening vraag zegt hij, 'ik doe hem net open!' 'Dat zie ik' antwoord ik, 'ja en hij gaat ook weer dicht' zegt hij, 'nou dan wacht ik toch even' antwoord ik. Wanneer ik de Voorstersluis gepasseerd ben is het weer bezeild, tot aan de Kadoelerbrug. Er is inmiddels een stevige wind opgestoken en op het Zwarte Meer krijg ik stevige golven vanaf de zijkant. Ik vaar op de motor tot de aanlegplek, net na het Zwarte Meer, en daar strijk ik ook meteen de mast, voordat het nog harder gaat waaien, zoals is voorspeld.
Ik leg een stootwil onder mast en giek zodat ze verder ze verder vrij komen van de kachelpijp, en maak de kachel aan. Opeens is er een bui met veel wind en regen, en door die wind brand de kachel als een tierelier. Ik houd de deur een beetje open. Later op de avond zet ik de deur naar de slaapruimte open en ook het luik boven het bed gaat wat verder open, want anders is het veel te warm. Ik eet vanavond een van mijn lievelingsgerechten! Macaroni à la ferme. Dat is een roerbakschotel met veel groente, zoals ui, tomaat, winterwortel, prij (vergeten te kopen), knolselderij, knoflook, en verder ham en salami, en uiteraard de macaroni. Smullen dus!
10-10 Het is niet mijn bedoeling om vroeg te vertrekken, maar wanneer ik op tijd wakker word en niet meer kan slapen ga ik er toch maar uit. Het is koud geweest vannacht, en omdat ik vanmorgen de kachel niet meer aan wil maken vertrek ik meteen na het eten. Het is dan 8.15. De zon is net opgekomen, en vaak is het dan op zijn mooist op het water. Zoals bijvoorbeeld dit gezicht op Zwartsluis.
Het gaat weer voorspoedig, en ik kom net voor twaalf uur nog door de Ossesluis. Daar meer ik aan om te eten.
Na het eten verder, en om 14.45 ben ik thuis.
Maak jouw eigen website met JouwWeb