Rondje Flevopolder

4-6 Vandaag maakt Joan deel uit van de bemanning, en nadat ik die opgehaald heb gooien we om half elf de trossen los, draaien de steven en vertrekken richting Meppelerdiep. Nadat we in de Nieuwebrugsluis ruim 6 meter naar beneden geschut zijn meren we direct na de sluis aan voor de koffie, met wat door Joan meegebracht lekkers.   

Het is net 13.00 uur wanneer we bij de Ossesluis zijn. Het is druk op het water, vrijwel zeker door de opening van de nieuwe vaarverbinding Erica-Ter Apel; Het Koning Willem Alexander Kanaal (KWAK).  De Duitse vlag zie je wel vaker op de Hoogeveense Vaart, maar nu zien we direct na de Nieuwebrugsluis de Amerikaanse vlag van de achtersteven van een jacht wapperen, en 

        

voor de Ossesluis liggen twee Engelse Narrowboats tegen elkaar afgemeerd, 

en ik ben nog niet bij het Meppelerdiep als ik nog een Engelsman tegen kom. Na de Ossesluis eten we op ons gemak en genieten we van de prachtige dag. Het is de bedoeling dat Joan in de haven van Rogat van boord gaat en wordt opgehaald. Daar zijn we om drie uur, daarna ga ik alleen verder en kan zo, meteen plaats maken voor een jacht dat een plekje in de haven zoekt. Ik ga naar de Wieden, en om 18.15 kom ik aan in de Korversgaten waar ik voor anker ga in de luwte van een eilandje, want er staat een stevige wind. Ik had hier eigenlijk morgen willen zeilen maar ze zijn op twee plekken in het meer aan het baggeren en overal staan palen met bordjes dat er zinkers liggen, maar niet hoe diep. Daarom besluit ik eigenlijk meteen, om morgen meteen weer te vertrekken, en als ik op de ankerplek direct word aangevallen door allemaal hele kleine mugjes wanneer ik maar even buiten ben, maakt dat besluit alleen maar makkelijker. Ik zet daar wel de mast op maar duik daarna meteen de kajuit weer in, want daar laten de mugjes mij gelukkig met rust.

 

5-6 Na een goeie nacht vertrek ik om 8.15. Er staat niet veel wind, het is half bewolkt en 's middags wordt het 21 graden. Op het Zwartemeer hijs ik de fok en keutel met een snelheid van 3-5 km richting Ketelmeer. Wanneer ik een boterham met uitsmijter wil maken ga ik voor anker, en na ruim een uur ga ik  verder. Voor de Ramspolbrug strijk ik het zeil, maar een paar honderd meter na de brug is de wind wat aangetrokken en hijs ik de fok weer en zo kom ik aan bij IJsseloog waar ik op mijn geliefde ankerplek, in het slootje voor anker ga.

            

Vlak naast de boot zie ik een nest met 1 ei, (voor mijn gevoel geen erg warm nest) en die blijkt van een meerkoet te zijn die voor mij op de vlucht is gegaan. De andere morgen zit hij wel weer op het nest, en ik hoop dat ondanks mijn verstoring van dit huiselijk geluk er een gezonde jonge meerkoet uitgekomen is.

6-6 De andere morgen beluister ik de berichten van de "Centrale meldpost IJsselmeergebied" op marifoonkanaal 1. Die zijn zodanig -Noordoosten wind, maximaal kracht 4- dat ik besluit om via IJssel- en Markermeer naar het Gooimeer te varen. Na op mijn gemak te hebben ontbeten haal ik om 9.15 het anker op, en wanneer de steven naar de Ketelbrug gericht is zet ik de fok bij, voor af en toe een kilometertje extra.

           

                                  

Na de Ketelbrug op het IJsselmeer valt de wind - die dan ook wat meer van achteren komt - wat weg, zodat ik de fok maar strijk. Een half uur voordat ik bij de Houtribsluizen ben begint de wind weer wat aan te trekken. Het bord bij de sluis geeft aan dat het op dat moment windkracht 4 is. 

Wanneer ik na de sluis lig aangemeerd om te eten komt de "Kamper Kogge" langs. 

           

Na het eten ga ik verder en wanneer ik weer "buitengaats" ben hijs ik de zeilen. Eerst valt de wind nog wat tegen en ben ik bang dat ik de motor nog "bij moet zetten" maar de wind trekt wat meer aan (Filmpje op Markermeer) en met een lekker windje bereik ik het Gooimeer. Op het Markermeer was er een noordelijke wind en dat wordt dan op het Gooimeer voor de Aimée een halfwindse koers zodat het daar nog even erg hard gaat en ik blij ben wanneer ik in de luwte van het eiland "De Schelp" kom. Daar ga ik voor anker.

 

 Daar maak ik een bijzondere zonsondergang mee. De omstandigheden zijn zodanig dat ik de zon onder de Hollandse brug door zie schijnen.

 

              

 7-6 De andere morgen geniet ik van de plek, het weer en de natuur om mij heen.

               


 Ik eet daar nog, maar om 12.15 haal ik het anker op en vertrek op de motor, maar die kan na een kwartiertje uit wanneer ik de zeilen gehesen heb. Het is wel erg scherp aan de wind zeilen, maar het lukt net  

            

en wanneer ik onder de Stichtse Brug door ben, en op het Eemmeer kom, gaat het even weer erg hard. Ik vaar om de "Dode Hond" heen en ga daarachter voor anker. Het is dan 14.45. Het is volop zon en een temperatuur van 23 graden, daarom leg ik het schip in de luwte van het eiland zodanig op twee ankers vast dat ik buiten, in de schaduw van de kajuit en een parasol kan zitten.

 

8-6 Ik ontbijt vanmorgen met mijn laatste twee boterhammetjes en vertrek om 10.45 op de fok. Er staat een flinke wind, en voor ik de haven van Spakenburg in vaar strijk ik de fok. Daar word ik door de havenmeester naar een plekje in de Nieuwe Haven gedirigeerd, en wanneer ik vast lig word ik aangesproken door een man in een kayak die kennelijk een rondje door de haven maakt. Er ontstaat een geanimeerd gesprek. Hij blijkt voorganger van een evangelische gemeente en vaart zo weer terug naar Nijkerk, waar hij gestart is. Hij moet zijn preek nog maken voor de komende zondag. Nadat we afscheid genomen hebben ga ik Spakenburg in voor brood en een paar harinkjes, en bij terugkomst kan ik dus een heerlijke lunch klaarmaken. Daar pak ik een koud pilsje bij, want een pilsje smaakt nooit lekkerder dan bij haring, en haring bij een pilsje. 

                                 

Om 14.15 gooi ik de trossen los want ik moet ook naar Nijkerk. Als ik buiten de haven ben, ga ik op de fok verder, maar bij het Nijkerkernauw wordt de koers meer Oostelijk en is het niet meer bezeild, dus strijk ik de fok en ga op de motor verder. Om 15.30 meer ik aan in de haven van Nijkerk. Daar tref ik ook weer Hindrik van Dijken van de Kandelaar uit Voorthuizen. Nadat ik me wat opgefrist en voor een familiebezoekje gekleed heb, word ik een half uurtje later opgepikt door mijn mijn eega. Omstreeks 10 uur ben ik weer terug bij het schip.

 

9-6 Volgens de wateralmanak begint de Nijkerkersluis op zondag om 10 uur te draaien, maar om 9.15 vaar ik voor de zekerheid vast naar de sluis. Daar leg ik 10 minuten later vast. Er komt eerst een sluis vol schepen van de andere kant maar om 10.30 ben ik er ook door. Om 13.00 uur ga ik voor anker achter de "De Krooneend" Daar eet ik maar ondanks dat ik in de luwte van het eiland lig gaat de boot toch flink heen en weer. Wanneer ik verder wil, en buiten kom, blijkt de boot met krabbend anker een heel eind te zijn afgedreven.

Hieronder passeer ik de tunnel van de Hanzelijn onder het Drontermeer.

               

 Om 18.15 meer ik aan in IJsseloog en eet daar, maar omdat ik morgen op tijd weer thuis wil zijn vertrek ik om 19.30 weer en kom om 22.00 uur aan in vluchthaven de Ketting.                                                                                                                                                                              

10-6 's Morgens laat ik eerst de mast zakken en om 8.30 vertrek ik. Het is weer druk op de Hoogeveense Vaart; volle sluizen. Om 12.00 meer ik aan beneden de Ossesluis; pauze, dus kan ik daar ook eten. Na een uur kan ik verder, en om 16.15 ben ik thuis.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Maak jouw eigen website met JouwWeb