In maart al in het water deze keer, en ook vroeg op pad met de Aimée dit jaar.

Op het water maak je altijd wel wat mee, soms leuk, soms minder leuk, maar altijd leuk voor de vaarverslagen, zoals ook nu weer, maar daarover later meer.

Het is half april als er een paar mooie dagen aan lijken te komen. Een goeie reden om een tocht te plannen.

 

15-4 Nadat ik nog een paar boodschappen heb gedaan vertrek ik om 10.45. Het is prachtig weer, onbewolkt maar wel met een stevige westenwind. 's Middags zal het nog 20 graden worden. Nadat ik daar geschut ben meer ik om 12.00 uur aan beneden de Nieuwebrugsluis. Ik heb vandaag nog een paar afspraken in Hoogeveen en na het eten ga ik daarom op de vouwfiets op pad voor de eerste afspraak. Omdat hier nog al wat schoolgaande jeugd langs kan komen heb ik voor de zekerheid het anker uitgegooid voor het geval de boot los gegooid wordt. 's Avonds heb ik vroeg in de avond al weer een afspraak en daarom heb ik een rundvleessalade gehaald vanmorgen, en met een eitje erop is dat mijn diner, en met een wijntje erbij best binnen te houden. Van mijn tweede afspraak ben ik later terug dan verwacht, - het is zowat negen uur - maar toch gooi ik de trossen los, ontsteek de navigatieverlichting (vrijwel zeker nergens voor nodig want er is hier verder geen scheepvaart) en vertrek naar de Ossesluis, 8 km verderop waar een mooie rustige ligplaats is. Wanneer ik daar zowat ben leg ik de touwen vast om de bolders, en zie dan dat ik het anker nog buitenboord heb. Niks van gemerkt bij het wegvaren (harde bodem) en onder het varen. Door zijn vorm is hij gaan "vliegen" (ja hoe noem je dat?) in het water. Dit is al de tweede keer dat me dit overkomt. Het zou me niet verbazen als het niet de laatste keer is, en die derde keer zijn een aantal spreekwoorden over geloof ik. Na vastleggen neem ik nog een kopje thee, lees wat, luister wat muziek, en daarna naar bed.

 

16-4 Wanneer ik om negen uur de lichten van de sluis op enkel rood zie gaan maak ik los, en kan dan al snel de sluis in varen. Er is wat meer bewolking als gisteren maar wel lekker weer. Ik wil vandaag naar De Wieden, en wanneer ik om twaalf uur geschut ben in de Beukerssluis, ga ik een km verder de Westelijke Schutsloot in, en ga daar in een zijwatertje, met de zon achter op de kajuit tussen de rietvelden voor anker om te eten. Na een half uurtje ga ik verder, en wanneer ik een uur later in de Korversgaten aankom ga ik daar in de luwte van een eilandje - want ook vandaag staat er weer een stevig windje - met de achterkant van de boot naar de zon voor anker. Dan is het lekker genoeg om in de zwembroek buiten te zitten, en wat aan mijn kleurenschema te werken. Om ook voldoende beweging te krijgen zet ik daar ook de mast op. 

 

17-4 Wanneer ik tegen zeven uur wakker word zie ik al wat zonlicht naar binnen vallen. Het is een plaatje buiten en daar schiet ik toch maar even een foto van. 

Daarna weer lekker in mijn warme bed. Ik heb vanmiddag een afspraak in Zwartsluis om daar de koelwaterpomp te laten vervangen, want die lekt en is niet helemaal meer te vertrouwen. Ik zal daar omstreeks 12.00 uur zijn, dan kunnen ze om 13.00 uur beginnen. Om 10.00 uur haal ik het anker op en ga weer richting Beukerssluis. Tegen twaalf uur kom ik in het haventje aan waar de reparatie zal plaats vinden. Het bedrijf van Bonsink, die de reparatie zal uitvoeren zit ongeveer op het eind van de haven, maar daar ligt het vol. Aan de zuidkant ligt het ook vol, maar aan de noordkant is plek en zijn door palen in het water boxen waar je met de voor- of achterkant naar de wal kunt aanmeren. Er ligt daar 1 scheepje, de "Manta" waarlangs ik de Aimée achteruit aanmeer. Ik heb de stootwillen uit, de Manta ook, en zo word ik zachtjes tegen de Manta aangeblazen, door het stevig windje dat nu uit het oosten komt. Blijkbaar is het ondiep langs de kant, want een meter van de kade ga ik al niet meer achteruit. Ik lig wel aan een kade van een ander bedrijf, maar wanneer ik daar het hek uit loop is honderd meter verderop het bedrijf van Bonsink. Ik zou me melden bij aankomst, en omdat de telefoon steeds "in gesprek" is loop ik er maar even heen, vertel dat ik er ben, en zeg waar ik lig.  De pomp blijkt al klaar te staan en de monteur zal wel komen vanmiddag. Na het eten maak ik het mij gemakkelijk in de kajuit en wacht op de dingen die komen gaan. Maar alles wat er komt; er komt niets. Het is half drie als ik er maar weer eens heen loop. Er word gevraagd waar ik lig want de monteur is al naar mij toe, en voor de zekerheid loopt de man uit de zaak even met mij mee naar de haven. Dan blijkt dat de monteur begrepen had dat het om een sloep ging, en nu had hij in een sloepachtig bootje met kuiptent - waar hij dus zo naar binnen kon - een Vetusmotor met net zo'n pomp gevonden, en daar was hij de nieuwe pomp aan het monteren. Hij was - zacht gezegd - not amused. Inmiddels heb ik ook al kennis gemaakt met de schipper van de Manta. Dat is Jan. Hij is oud-beroepsschipper, en als hij dienst heeft voert hij nu het bevel op de pont bij Genemuiden, dus eigenlijk nog beroepsschipper. Hij vertelt dat hij mijn verslag van het rondje Maas-Moesel-Rijn gelezen heeft, en dat hij dat zelf ook gevaren heeft een paar jaar terug.

Het is ongeveer half vijf als de pomp aan de goeie motor gemonteerd is. Vanavond wil ik Spaanse kip met knoflook eten, en voor de kip moet ik even naar de winkel. Op borden langs het Meppelerdiep had ik gisteren al gezien dat de Meppelerdiepbrug bij Zwartsluis gisteren en vandaag gestremd zou zijn, - er wordt een nieuwe brug geplaatst - en daarom loop ik ook maar even bij de brug langs om te kijken hoe de situatie daar nu is. Het is duidelijk dat ik daar vandaag niet meer langs kom en wanneer ik terug ben besluit ik na enig overleg met de schipper van de Manta om vannacht hier in de haven te blijven liggen. Er liggen volgens Jan al wat schepen voor de brug te wachten en als dat er morgen om 6.00 uur allemaal weer door mag wordt het een gekkenhuis volgens hem, vandaar dat de Aimée achter en voor goed vastgelegd moet worden, vrij van de Manta.

 

18-4 Jan is er al weer op tijd, en ik zeg dat ik betwijfel of de brug al open is want ik heb niks gemerkt van langskomende vrachtvaart, maar via de marifoon hoort hij van de brugwachter dat de stremming toch opgeheven is. Om 9.00 uur gooi ik daarom de trossen los, vaar de haven uit, en meer eerst even aan bij jachthaven Kraneweerd om water te tanken. Ik had het voor vertrek nodig gevonden om de (water)leidingen met verdunde chloor door te spoelen, maar na goed naspoelen bleek de smaak van het water nog steeds smerig. Gelukkig had ik wat flessen water bij mij. Met een volle tank ging ik daarna op weg naar de Meppelerdiepbrug, en maakte na doorvaart even een foto van de net geplaatste openstaande brug.

Die is een stuk langer dan de oude brug.

Ik heb niet genoeg brood om het weekend door te komen, en daarom meer ik om 10.15 aan in de haven van Genemuiden, drink daar ook koffie met een broodje erbij en ga na drie kwartier verder. 

De wind is Noord, dan heb ik op het Zwarte Meer de wind schuin van achteren, reden voor mij om de fok te hijsen. Er is niet veel wind dus hard gaat het niet, maar zo kan ik wel rustig een kopje koffie maken of eten, en het is heerlijk varen met de motor uit. Het is 15.30 wanneer ik voor anker ga in mijn geliefde slootje in IJsseloog.

Ik zou nog wat kunnen zeilen op het Ketelmeer, maar ik zit hier zo heerlijk in de zon, midden in de natuur dat ik lekker blijf liggen.

 

19-4 's Morgens is het bewolkt, maar in de middag breekt de zon door. Omdat er nauwelijks wind is blijf ik hier mooi liggen en lees wat. De zwembroek kan er 's middags weer bij aan.

 

20-4 Het was een koude nacht maar wanneer ik om 9.45 vertrek is het strak blauw. Hier kijk ik achterom naar mijn ligplaats van de vorige dag.

Ik had eigenlijk het IJsselmeer op gewild, en dan een keer naar bijvoorbeeld Medemblik varen, maar vanwege de weer en windverwachting kies ik toch maar voor de Randmeren. Met de voorspelde Noord/Noordoostenwind moet ik dat traject eventueel ook zeilend kunnen doen. Ik luister nog wel via de marifoon naar het weerbericht van de post IJsselmeer. Ik vaar dan op het Vossemeer, het is nagenoeg windstil, maar zij melden een windverwachting 3 à 4 en zoals vaak, waait het altijd in Lelystad. Actuele wind ca. 3 Bft. Ik kan dat nauwelijks geloven.

Om 13.00 uur meer ik aan in de haven van Elburg. Het is maandag en waar ik bang voor was is helaas waar; mijn favoriete viswinkel is gesloten. Een viswinkel vlak bij mijn ligplaats is wel open maar daar is geen gebakken vis, dus haal ik daar maar twee harinkjes. Ook lekker, maar niet waar ik voor kwam. Drie kwartier later ga ik verder en om op het Veluwemeer te komen moet ik nu eerst door de Elburgerbrug. Er wordt aan de brug gewerkt, en de lichten staan op dubbelrood, en dat betekent dat er niet bediend wordt. Er staat echter geen bord dat de brug gestremd is, en dus zou er normaal bediend moeten worden. Er staat een marifoonkanaal bij de brug maar daarop krijg ik geen reactie, maar er is ook een telefoonnummer voor bediening. Dan krijg je een keuzemenu, maar door het lawaai van de werkzaamheden op de brug, de motor van de Aimée en de nu toch wat aangwakkerde wind is dat slecht verstaanbaar. Als je een 1 kiest kun je een medewerker aan de lijn krijgen, en daar kies ik dan maar voor. Het blijkt dat er bediend wordt en de medewerkster zal dat verder verzorgen. Het duurt echter nog een hele tijd voor het dubbel rood er af gaat en de brug bediend wordt. Na de brug hijs ik de fok en ga met een rustig gangetje richting Harderwijk. Zo ver ga ik niet komen vandaag want het is al vier uur geweest wanneer ik op wat ruimer water bij een paar eilandjes kom. Het is 16.30 wanneer ik in de luwte van De Snip - een natuureiland waar alleen dieren mogen komen - voor anker ga. Het is op en rond het eiland allemaal watervogels, onder andere een paar zwanen die niet op- of omkijken wanneer ik hun territorium binnendring. Wanneer de twee zwanen vlak naast de boot sierlijk om elkaar heen gaan draaien pak ik mijn fototoestel en probeer wat mooie foto's te maken. Wanneer ze de camera zien is dat voor hen een reden om helemaal los te gaan,  

en de volgende foto heb ik dan ook maar met de ogen dicht genomen.

21-4 Het was weer een koude nacht en 's morgens nagenoeg onbewolkt. Om 9.30 hijs ik ter plekke de zeilen, en met het kleine beetje wind dat tussen de bomen door komt kom ik langzaam achter het eiland weg. Ik vind het wel lekker zeilweer zo. Met niet te veel wind, maar toch met een lekker gangetje ga ik richting het aquaduct bij Harderwijk. Daar moet de motor er even bij aan omdat daar de wind nagenoeg weg is, en ik opgelopen word door een werkponton. Op het Wolderwijd kan de motor weer uit, en komt er ook geleidelijk steeds meer wind. Het Nuldernauw maakt een paar kilometer voor de Nijkerkersluis een bocht van zo'n 30 graden in westelijke richting, en dan krijg ik de wind meer van opzij in de zeilen.    

Dan wordt zeilen met vol tuig ineens haast een beetje te veel van het goede. Voor de Nijkerkersluis zoek ik een plekje in de luwte van paar bomen om de zeilen te strijken, en na de sluis doe ik het verder maar op de motor. Het is 15.30 wanneer ik aanmeer in de haven van Spakenburg voor een boodschapje. 

Na een uurtje ben ik weer terug, wendt de steven,  en stoom op naar de Dode Hond, waar ik om 17.30 in de luwte van het eiland voor anker ga.

 

22-4 Er staat net als gistermiddag een stevige wind; geen optie om over Markermeer en IJsselmeer terug te gaan, daarom besluit ik om via de polder terug te varen. Om 8.30 haal ik het anker op en ga richting Almere Haven waar ik om 10.00 uur aankom. 

 

Bij het binnenvaren zie ik dat de lichten van de sluis op dubbelrood staan. Voordat ik verder kan zal ik eerst de mast moeten strijken en wil ik ook nog even naar de winkel voor brood. Eerst maar even de stad in, en dan kijk ik meteen naar de toestand bij de sluis. De sluismeester komt net naar buiten en vertelt dat wanneer ik geschut wil worden dat meteen moet, of anders na 13.00 uur omdat hij nu weg moet. Ik spreek 13.00 uur met hem af. Omdat dit nu al de tweede keer is dat ik lichten op dubbelrood zie tijdens de reguliere bedieningstijden

 

vraag ik hem tijdens het schutten hoe de bediening in de polder is en ik vertel ook dat ik door de Lage Vaart wil. Volgens hem wordt er normaal bediend maar verder weet hij daar niks van want de Vaartsluis valt onder de provincie. Even buiten Almere kom ik langs dit kasteel in aanbouw.

Twee uur later ben ik bij de Vaartsluis waar de lichten ook op dubbelrood staan. Daar schrik ik inmiddels niet meer van en vol goede moed bel ik het nummer van de provincie Flevoland voor bediening van bruggen en sluizen. Wanneer er na 5 minuten echter nog niks gebeurt kies ik in het keuzemenu maar weer voor een medewerker. Even kijken zegt ze; de Vaartsluis, oh, die is vandaag en morgen gestremd wegens onderhoud. Ik laat merken dat ik hier niet blij mee ben, en dat het raar is dat het nergens aangegeven staat, en dat dit op de sluis van Almere kennelijk ook niet bekend is, maar zij zegt dat het op teletekst staat en dat ik het dus had kunnen weten. Eerst wil ik daar blijven liggen om morgen eventueel over Marker- en IJsselmeer verder te gaan, maar wanneer het weer niet geschikt is moet ik dan alsnog door de polder, daarom besluit ik om via de Hoge Vaart naar het Ketelmeer te varen. Om 17.00 uur ben ik in de Hoge vaart weer ter hoogte van de Dode Hond, de plek waar ik vanmorgen vertrokken ben. Hemelsbreed een afstand van nog geen 3 km. Om 16.15 meer ik aan bij aanlegplaats Spiek.

23-4 Ik vertrek vanmorgen om 9.15. Ook vannacht was het weer koud. Er wordt iedere avond gewaarschuwd voor nachtvorst, en dan blijf ik lekker in bed tot de temperatuur een beetje opgelopen is. Het beloofd weer een mooie dag te worden. Ik wou de Lage Vaart varen omdat dat de mooiste route zou zijn, o.a. langs de Oostvaardersplassen, maar dit is - tenminste in deze tijd van het jaar - ook een mooi gebied om door te varen.

De nieuwe Hanzelijn.

Om ongeveer twee uur ben ik bij de Ketelsluis. Nadat ik vanaf de bodem van de Zuiderzee zo'n 5 meter omhoog geschut ben naar het niveau van het IJsselmeer, ga ik een half uurtje later op mijn vertrouwde plek in IJsseloog voor anker. Er staat wel een lekker windje en ik zou nog even kunnen zeilen, maar ik kan hier weer heerlijk beschut in de zon zitten, daarom zet ik alleen de mast op, om morgen eventueel zeilend naar Genemuiden te gaan.

 

24-4 Ik vertrek om 7.45 en op het Ramsdiep motor ik met de fok bij richting Ramspolbrug. Op het Zwarte Meer hijs ik ook het grootzeil, maar er staat te weinig wind om alleen zeilend genoeg voortgang te maken, want ik wil vandaag wel thuis komen omdat in april de bruggen en sluizen in Drenthe nog niet worden bediend op zaterdag; morgen dus. 

Aan het Zwarte Meer is een kade waar uit een schip halfronde elementen gelost worden, die daarna door vrachtwagens verder vervoerd worden. Dat gebeurde vorig jaar ook al, en toen dacht ik dat het silo's moesten worden. Maar omdat ze nu nog - of weer - aan het lossen zijn begrijp ik dat het elementen van windmolens zijn. Ze zijn enorm die dingen!

 Het laatste stuk Zwarte Meer strijk ik de zeilen maar want dan valt de wind zowat helemaal weg. Met de stuurautomaat erop kan ik ze ook netjes opruimen/opdoeken en de huik er over doen. Bij Zwartsluis ga ik even tegen een remmingswerk liggen om de mast te strijken. Dat moet toch en dan hoeft voor mij de Meppelerdiepbrug tenminste niet open. Het is net twaalf uur wanneer ik de Hoogeveense Vaart opdraai, en daar kan ik met hulp van de stuurautomaat rustig een boterhammetje klaarmaken. De Hoogeveense Vaart gaat als een speer, want met een stijve bries in de rug, en sluizen die ik zo kan invaren ben ik om 16.15 al thuis.