Eind september lijkt er een periode met mooi weer aan te komen, en ik heb ruim een week ruimte in mijn agenda, dus een mooie gelegenheid om er, misschien wel de laatste keer dit jaar, even tussenuit te gaan. Mijn eega kan na de dood van Twan ook wel wat afleiding gebruiken en wil wel mee, dus we gaan met ons tweeën.
26-9 We vertrekken om 13.00 uur met mooi weer. Het is half bewolkt en 17 graden, dus nog wel fris. De lichten staan zowat allemaal op groen wanneer we bij de sluizen aankomen, en na ruim 4 uur meren we aan, net voorbij de Staphorster Grote Stouwe, ongeveer een kilometer vanaf het Meppelerdiep. Na een kopje koffie zet ik meteen de mast op, want nu is alles nog mooi droog, en na het eten maak ik nog even een wandelingetje over het pad langs de vaart,
en kom zo bij het Meppelerdiep terecht waar net een paar grote jongens passeren. De Deo Gratias uit Dordrecht van ruim 3000 ton, en daar achteraan een duwbakcombinatie met de Alina uit Lemmer.
27-9 Na een goede nacht en een rustige start gooien we om 10 uur de trossen los en varen de laatste kilometer op de Hoogeveense Vaart naar het Meppelerdiep. Het is strak blauw wanneer we vertrekken, maar wel fris. Er is weinig wind, maar wel uit de goeie richting dus wanneer we op het Zwarte Meer zijn hijs ik de zeilen en gaat de motor uit. Het gaat niet hard, zo'n 4 tot 6 km, maar met mooi weer, en alleen het geluid van kabbelend water tegen het schip is het een heerlijke manier van voortbewegen. Wanneer we om 14.30 onder de Ramspolbrug door zijn gaan we toch maar op de motor verder, want dan komen we in de luwte van de bomen in de polder. Om 15.45 gaan we op het Ketelmeer voor anker in het bekende slootje in IJsseloog.
28- 9 We vertrekken om 9.15, en varen rustig door het kanaal dat dwars door het eiland loopt en waar een aantal zeilschepen voor anker liggen. We worden nog aangeroepen door een platbodemschipper die ons tegenkomt, of we ook otters gezien hebben. Helaas niet. We willen naar de Utrechtse Vecht, en daarna over de IJssel terug, en het is de bedoeling dat we over de Randmeren naar Muiden varen. Het is maandag dus bij Elburg gaan we gewoon door, want mijn favoriete viswinkel daar is dan helaas gesloten. Het lijkt of het nagenoeg windstil is, maar we hebben de wind mee, en varen ongeveer even hard als de snelheid van de wind, maar op het brede deel van het Veluwemeer hijs ik toch de zeilen. De wind is inmiddels wat aangetrokken, en komt wat meer van opzij, en met een redelijke snelheid varen we richting Harderwijk. Bij het aquaduct valt de wind een beetje weg, mede doordat we in de luwte van het eiland De Kluut komen, maar op het Wolderwijd gaan we toch weer met gezwinde spoed, nu richting Zeewolde. Daar meren we om 16.15 aan in de gemeentelijke haven. We moeten ons melden bij The Lux, een restaurant. Die is gesloten, en wanneer we ook de volgende morgen niemand gezien hebben die het verschuldigde liggeld komt opeisen hebben we dus een goedkoop nachtje hier gelegen. Dat geld brandt ons in de zak, dus brengt Martha het geld maar naar de AH die gelukkig wel open is, en ze krijgt er nog wat voor terug ook. 's Avonds is het al koud bij een straf windje, en ik denk dat we hier voor het eerst het kacheltje aan hebben. Hiervoor bleef het steeds warm genoeg wanneer we af en toe een kopje thee zetten op het kooktoestel.
29-9 Vandaag vertrekken we om 9.45 verder richting het zuiden. Het is zonnig, maar wel weer fris en we hebben de wind mee. Te weinig om de zeilen te hijsen, want vandaag willen we in ieder geval tot aan de Hollandse Brug komen, daarom willen we de gang er een beetje in houden. Een paar kilometer voor Spakenburg wordt de koers meer westelijk, en komt de wind meer van opzij, en hijsen we de zeilen. Wanneer we uit de luwte van de bomen komen, gaat het ineens met gezwinde spoed steken we het Eemmeer over. Wanneer we op het Gooimeer zijn gaat het op het laatste stuk wel erg hard, en zou ik eigenlijk moeten reven, maar ik vaar de boot in de luwte van eiland De Schelp, ga daar voor anker en strijk dan de zeilen. Onder de Hollandse Brug zijn ze aan het werk, en zijn de doorvaartopeningen wisselend afgesloten heb ik van de Centrale Meldpost IJsselmeer gehoord, en met zoveel wind onder zeil op een onbekende situatie afvaren vind ik niet verantwoord. We willen nog op de Vecht zien te komen vandaag, dus gaan we op de motor verder richting Muiden. Het is 16.15 wanneer ik bij de Koninklijke Zeil en Roeivereniging, waar ook de Groene Draeck ligt, een vrije steiger vind waar ik de mast kan laten zakken. Er komt nog wel iemand vragen of ik een ligplaats zoek, nee dus, maar mast strijken en wegwezen wordt gelukkig getolereerd. Om 17.30 meren we aan in Weesp naast de Gipsy uit Vreeland. Dat moet met de kop naar de steiger, en met enige moeite ligt de boot zodanig dat ook Martha er goed af kan. Melden in café De Natte Krant! Een man aan de bar vraagt of ik goed lig. Ik zeg: 'uitstekend'. 'Ja je ligt naast mij.' zegt hij. Het is de schipper van de Gipsy. In het café hoor ik ook waar de AH is, want ik wil een witte koolsalade maken, daar moet karwijzaad in en dat staat thuis.
We waren nog nooit in Weesp geweest, dus een goede reden om 's avonds een wandelingetje door Weesp te maken. Leuke plaats! Om de buren niet tot last te zijn stoken we vanavond de kachel maar niet, maar houden het warm met het kooktoestel. De buurman laat trouwens niks van zich horen tot ongeveer twee uur 's nachts. Hij en zijn vrienden en vriendinnen hebben kennelijk wat moeite met het "vroege" sluitingsuur van De Natte Krant, dus het hele clubje komt aan boord van de Gipsy die ook een scheepsbel heeft horen we nu. Wanneer ze binnen zijn maken ze eigenlijk niet eens zo veel lawaai, maar wij liggen niet rustig meer, en ik wil ook niet afwachten tot het wel uit de hand loopt, en wanneer ik Martha voorstel om een andere plek op te zoeken is ze daar direct voor. Waarschijnlijk hebben ze helemaal niet gemerkt dat we vertrokken zijn, want ik heb de touwen losgemaakt, heb de boot wat naar open water geduwd, en heb toen pas de motor gestart. Daarna ben ik een eindje terug gevaren en heb vastgemaakt aan een remmingwerk bedoeld voor het wachten op brugbediening. Daarna weer gauw tussen de klamme lappen, en slapen als een roos.
30-9 De brug in Weesp waar ik normaal met gestreken mast onderdoor kan, staat open en krijgt een grote onderhoudsbeurt. Daarom is naast de brug een pontonbrug gemaakt die tussen 9 en 6 elk uur geopend wordt. Even na half negen vaar ik daarheen om het telefoonnummer te noteren dat op een bord aan de brug staat, en dat je bellen kunt voor bediening, en vaar dan weer terug naar de haven om water te tanken. Wanneer het water loopt bel ik de brugwachter, en ik begrijp dat hij geen minuutje op mij wil wachten, maar gelukkig is de tank op tijd vol, en de "brug" zwaait net open wanneer ik aan kom varen.
Bij Nigtevecht lijkt het of we terug in de tijd zijn gegaan.
Na thuis even zoeken op het WWW, blijkt het het statenjacht van Utrecht te zijn. Het is stralend weer, 17 graden, met een fris windje uit het noordoosten. Wanneer we net na twaalf uur bij de Nieuwersluisbrug zijn hebben we daar dubbel rood en draai ik het schip met de neus naar de wind en maak vast aan het remmingwerk voor de brug. Zo met de achterkant naar het zuiden genieten we van de zon en onze lunch. Klokslag 13.00 uur gaat het licht op enkel rood en wordt de brug bedient. Sommige bruggen worden op afstand bediend, en enkele met brugwachter die soms een signaal van de scheepstoeter nodig heeft.
Bij de Weerdsluis in Utrecht is het even wachten. Er wordt net een schip vanaf de andere kant geschut, en het duurt even voordat de enorme sluiskom leeg- of vol gelopen is.
Maar het is het wachten meer dan waard, want varen door Utrecht is altijd weer een belevenis.
We worden er zelfs verrast met een prachtige serenade vanaf het water. Wanneer we Utrecht door zijn merken we dat we net te laat bij de Vondelbrug zijn. Vanwege het spitsuur draait die niet tussen 16.30 en 17.30. We gaan dus maar aan een kade liggen wachten met de achterkant naar de zon. Elk nadeel heb zijn voordeel. Zo ook nu weer, want wanneer we even liggen komt die muzikale paradijsvogel tot onze verrassing nog een keer langs. Volgens de waterkaart is er na 1,5 km een mogelijkheid om aan te meren, en wanneer we daar zijn, zien we dat het een mooie rustige plek aan een groen walletje is, waar alleen een wandelpad langs loopt. Ik leg de boot weer met de neus in de wind, en zo genieten we ook nog een poosje van wat zon door de kajuitraampjes. 's Avonds gaat de houtkachel lekker aan, want het is wel weer fris.
1-10 Martha heeft een boodschappenbriefje gemaakt, en waar wij nu liggen is geen winkel in de buurt, maar aan de andere kant van het Amsterdam-Rijnkanaal, dat we zo meteen over moeten steken, is op korte afstand van het water een super. We zijn dan in Nieuwegein. Het is 9.30 wanneer we de trossen los gooien en de steven wenden. De brugwachter van de op afstand bediende Liesboschbrug laat ons nog al even wachten voordat hij de brug bedient, maar wanneer we daarna bij de Noordersluis aankomen kunnen we daar gelijk in varen. Er schutten nog twee huurboten mee met waarschijnlijk Engelsen. De sluiswachter vraagt of we willen oversteken naar de Zuidersluis aan de andere kant van het Amsterdam-Rijnkanaal, en wanneer ik bevestigend antwoordt belt hij even naar de overkant, en meteen gaat daar het licht op groen. Na de sluis en de volgende brug vinden we een aanlegplaats, en vandaar gaan we lopend naar de winkel. Weer terug gaan we eerst aan de koffie, en daarna verder. We moeten eerst nog een keer schutten in een enorme sluis voordat we op de Lek komen. We zitten hier op getijdenwater, waar we nu, tijdens het varen niks van merken. Na een paar kilometer zijn we al bij sluis Hagestein, en ligt het getijdenwater na het schutten al weer achter ons. Het is rustig varen op de Lek. Om half vier kruisen we het Amsterdam-Rijnkanaal nog een keer, en een kwartiertje later meren we aan in de haven van Wijk bij Duurstede.
Na een kopje koffie gaan we eerst even liggeld afrekenen bij de havenmeester, en dan Wijk bij Duurstede in. Nooit geweest. Zo kom je nog eens ergens. Leuk stadje! Op een plattegrondje dat we van de havenmeester kregen staat ook een visboer, en daar eten we even een bakje lekkere kibbeling. Zo, hoeven we niet meer te koken vandaag.
Wanneer we teruglopen naar de boot zie ik onderstaand dichtwerk achter een etalageruit. Misschien is in dat pand vroeger na een café een lingeriewinkel geweest, maar nu zit er een notariskantoor.
2-10 We vertrekken om 9.15, en net als de voorgaande dagen is het stralend weer. Na het Amsterdam-Rijnkanaal zitten we nu op de Neder-Rijn, en hier is het wat drukker dan op de Lek. Ik bedenk me ineens dat we nu al zes dagen varen zonder dat ik de dieseltank bijgevuld heb. We zijn dan net bij Wageningen, en daar is een haven waar we in varen. Omdat het net middag is eten we daar ook. Na ruim een half uur gaan we weer verder. Het water staat laag, en bij Arnhem liggen sommige woonboten aan de walkant aan de grond, en daardoor helemaal scheef. Onderstaande woonboot niet maar ik vond hem zo vrolijk en fleurig; vandaar de foto.
Omdat ik bij Arnhem geen voor ons aantrekkelijke overnachtingsplaatsen zie vaar ik het Pannerdenskanaal maar een paar kilometer op, en om 17.45 gaan we voor anker op De Loowaard.
Volgens mij vindt Martha het wat griezelig zo midden op een plas overnachten, zonder dat je stevig met touwen aan de wal vast ligt, maar wanneer we de andere morgen ontwaken zijn we niet van ons anker geslagen, en hebben we een goeie nacht achter de rug.
3-10 De laatste dagen maken we 's morgens de kachel ook aan, en ook mede dankzij het thee zetten, en warm waswater maken voor Martha komt de kajuit snel op temperatuur. Het is 10.15 wanneer we het anker ophalen, en we nu het Pannerdens kanaal, en daarna de IJssel stroomafwaarts gaan. Omstreeks de middag zijn we bij Plas Vaalwaard. Ik ben daar nog nooit geweest, maar dat gaan we vandaag veranderen. Een eindje van de kant gooi ik het anker uit. Het is hier diep, want op zo'n 10 meter heb ik nog geen bodem. Daarom haal ik het anker maar weer op en vaar dichter naar de kant. Ik kan het schip zo dicht tegen de kant leggen dat ik met droge voeten aan wal kan komen, en gooi het anker maar op de kant.
Nu is het hier redelijk rustig, en mooi, maar zomers met mooi weer zou dit mijn plek wel eens niet kunnen zijn. Na een half uur gaan we verder, en om 15.15 melden we ons in de jachthaven in het centrum van Zutphen. We krijgen een heel kort vingersteigertje toegewezen, en als ik zeg dat ik het wel erg kort vind zegt de havenmeester dat daar normaal tien-meter-jachten aan afmeren. Hij helpt trouwens wel netjes met het aanmeren, maar doordat wij niet achterwaarts in de box kunnen liggen - anders steekt de mast een eind over de steiger heen - kost het enige moeite voor we goed vast liggen.
Ik ga eerst even liggeld afrekenen, en dan gaan we de stad in voor boodschappen. Er zit een AH op loopafstand. We eten soep en stokbrood vandaag, en na het eten gaan we nog even de stad in voor een cappuccino.
4-10 Wij willen op tijd vertrekken, en onze buren hebben hetzelfde idee want die vertrekken al wanneer ik er net uit ben. Even later zie ik dat het behoorlijk mistig is, en voor de radio hoor ik dat door het KNMI code geel is afgegeven. Ik maak me zorgen om de mensen die vanmorgen-vroeg al weggevaren zijn, maar wanneer ik even naar de IJssel loop om te kijken hoe het er daar uitziet ontmoet ik ze. Ze zijn direct teruggekeerd, en liggen in de haveningang. Om halftien komt er wat meer zicht en vertrekt de andere buurman ook, en een kwartiertje later vertrekken wij. Het is nog wel een beetje heiig, maar goed te doen, echter een paar kilometer voor Deventer varen we ineens een dicht mistbank in. Dicht langs de kant varend vaar ik rustig verder, en gelukkig zie ik na een poosje de hoge brug van de A1 uit de mist opdoemen. Een eindje verder is namelijk De Veenoord, een plas waar je niet meer op mag, maar nood breekt wet. Ik ga daar voor anker, en omdat het inmiddels ongeveer twaalf uur is eten we hier ook. Na het eten is het zover opgeklaard dat we verder kunnen, en bij Deventer zien we onze beide buren uit Zutphen aan de kade liggen. Die zijn kennelijk ook verrast door de mistbank, maar wanneer ze ons langs zien varen maken zij los, en komen ons achterna. Om 15.45 zijn we bij de Spooldersluis, en een kwartiertje later zijn we geschut. Op het Zwartewater ga ik vast met het eten bezig, tortilla, en wanneer die klaar is gaat Martha ook bezig met haar eten. Bij Hasselt zien we de Vectura uit Dordrecht liggen. Die komt altijd bij ons langs met grind. Op de heenweg werd de oude brug bij Zwartsluis nog voor ons bediend, maar nu zie ik wanneer we Zwartsluis naderen dat de nieuwe brug in gebruik is. De zon is zowat onder wanneer we op het Meppelerdiep varen,
en net voor zonsondergang meren we aan bij de Grote Staphorster Stouwe op de Hoogeveense Vaart. Onder het varen hebben we al zitten borrelen met een bakje nootjes binnen handbereik, en na aanmeren kunnen we gelijk aan tafel voor het diner.
5-10 Om kwart voor zeven word ik wakker van de motor van een vrachtschip dat langs komt drijven. Ongetwijfeld de Vectura, want voor de vrachtvaart begint de bediening om zeven uur. Hij is dus ruim op tijd bij de eerste brug. Het is de bedoeling dat wij om negen uur bij de Rogatsluis zijn, nog een uur varen, dus ik blijf nog een half uurtje liggen. Waarschijnlijk is mijn vertrek bij de Staphorster Stouwe via de camera's gezien, want het is nog ruim voor de sluis, en nog geen negen uur wanneer de lichten al van dubbel rood op rood/groen springen. Direct draaien er drie scheepjes vanaf de aanlegplaats voor de sluis richting sluis. Vervelend, want nu weet ik niet aan welke kant ik aan kan leggen zo meteen, want vanwege het damwand in deze sluis werk ik altijd met dubbele stootwillen aan stuurboord. Wel leg ik vast een touw klaar aan bakboord, voor het geval ik aan die kant moet aanmeren. Gelukkig gaat de voorste aan bakboord liggen en gaat de rest ritsend de sluis in, zodat ik rechts achteraan kan vastmaken. De voorste schipper zegt dat we rustig aan kunnen doen vanwege het voor ons varende vrachtschip, toch kan ik ze niet bijhouden, en ligt alles al lang en breed in de Ossesluis wanneer ik daar aankom. Nu moet ik wel bakboord, maar nu heb ik weer aan beide zijden stootwillen. Bij de Nieuwebrugsluis zien we de Vectura net uitvaren, daarom ga ik maar even aan de kant, want voor de sluis leeg is zijn we minstens 10 minuten verder. Voor we een uur later bij de fietsbrug zijn hebben we hem ingehaald, en ondanks dat het middagpauze is voor de pleziervaart, mogen we allemaal mee door de brug. Om 12.45 zijn we thuis.