Wieden/Weerribben

Maandag 31 maart gaat de Aimée in het laatst van de middag het water in. Als hij weer op zijn plaats ligt ga ik meteen bezig met de ballast aanbrengen, en 's avonds gaat ook het matras er weer in. Op internet zie ik dat het nog een paar dagen mooi weer zal blijven met - voor het jaar - hoge temperaturen. Een goede reden om direct al een kort tochtje te plannen. De andere dag ga ik naar de supermarkt om voor een paar dagen nog wat ontbrekende proviand in te slaan, (lees bier) en nadat ik een paar karbonades en een brood uit de diepvries, wat kleding, dekbed (met overtrek) en boeken aan boord heb verstouwd, en wanneer ook de watertank gevuld is kan de reis beginnen. 

 

1-4 Het is dan 13.00 uur en de middagboterham is op. Wanneer ik de Nieuwebrugsluis bel voor een opening van de fietsbrug hoor ik dat er nog een scheepje achter me aan komt die dan samen met mij door de brug kan. Na een poosje voor de brug dobberen gaat de brug toch bediend worden en dat scheepje heb ik de hele verdere middag niet gezien. Al snel geef ik het roer over aan de stuurautomaat, zodat ik de handen vrij heb om een kopje thee te maken, en de paar maanden stof die de Aimée afgelopen winter verzameld heeft, er af te schrobben en te spoelen.

Eerst wil het beloofde mooie weer niet echt doorbreken. Af en toe zie ik een voorzichtig zonnetje, maar toch is het weer fijn om op het water te zijn. De sluizen kan ik gelukkig zo in varen, alleen bij Rogat vaart er net wat in van de andere kant wanneer ik daar ariveer. Bij uitvaren blijken het twee Duitse schepen te zijn, met een thuishaven bij een plaats aan de Müritz. Dat is een meer in voormalig Oostduitsland boven Berlijn. Die zijn hier vast nog niet op vakantie. De schepen zijn Doeraks, (in Meppel zit een Doerakwerf/jachthaven) en ik vermoed dat de beide schepen daar gekocht zijn, en op de eerste dag van het nieuwe vaarseizoen, via de nieuwe vaarroute door Drenthe op weg naar hun thuishaven.

Het is heel aantrekkelijk om de eerste overnachting op de Wieden door te brengen, maar dan gaat het na zevenen worden. Daarom meer ik aan direct na de sluis, en geniet daar tot zowat zes uur, buiten van het lekkere weer, want de zon is er nu toch echt doorgekomen. 's Avonds geniet ik van een mooie zonsondergang, een diner van karbonade met ui en daarbij appelmoes, en later op de avond van de pianoconcerten van Mozart.Lachen

2-4 De vorige avond kon ik het zonder verwarming redden (ik had er alleen een olielampje bij aan, en mijn kleren natuurlijkKnipogen) maar vanmorgen is het erg koud en maak ik het houtkacheltje aan. Het duurt wel even voor de kajuit op temperatuur is, en ik vermaak me dus met vuurtje stoken en - na het eten - thee drinken, lezen en muziek/radio luisteren. De - eind vorig jaar ingebouwde - autoradio is echt genieten aan boord. Het is 11 uur wanneer ik het buiten aangenaam genoeg vind om te vertrekken. Voor de sluis ligt dan een mooi groot jacht uit Amsterdam te wachten. De eerste klant voor de Veenvaart? Wanneer ik de Staphorster Grote Stouwe nader, zie ik dat ze brug en brugwachtershuis aan het schoonspuiten zijn. Het scheepje - een bakdekker - dat de brug wil passeren blijkt later ook een Duitser te zijn. Onze Oosterburen zijn vroeg op pad dit seizoen!

                               

 

Om 12.30 kom ik bij de Beukerssluis aan. Dan is het middagpauze, dus kan ik meteen ook mijn uitsmijter maken en opeten en met dit mooie weer kan dat eten buiten in de kuip. Om 13.00 word ik samen met het schip "Varen met Wielen" geschut. Na de sluis besluit ik om via de  Belterwijde en  brug Ronduite naar De Beulakerwiede de varen. 

Om 14.15 ga ik voor anker achter een eilandje op de Korversgaten. Het is dan 22 graden op de thermometer in de kajuit, en uit de wind zit ik tot 18.00 uur in zwembroek buiten. Kan het witte lijf alvast een beetje bijkleuren.

                                 

Watervogels om me heen zijn druk bezig voor volgende generaties. Hieronder twee futen die vlak achter hun - in aanbouw zijnde - nest aan het tortelen zijn. (Zo heet zulk gedrag nu eenmaal, maar het zou net zo goed "futen" kunnen heten.)

Vanavond eet ik een tortilla.

Later op de avond draait de wind, en ga ik in de luwte van een ander eilandje liggen.

 

3-4 's Morgens is het weer frisjes en ga ik weer vuurtje stoken. Ik heb het uitzicht op een paar mannen die dat ook een goed idee vinden.

                          

Het afval dat na het rietsnijden overblijft wordt altijd verbrand. Tot 11.30 lees ik, en luister muziek. Daarna ga ik op weg naar de weerribben. Mast en mastkoker zitten er nog niet op en zodoende kan ik nu een lage vaste brug passeren waar ik anders niet onderdoor kan op weg daar naar toe. Maar eerst kom ik nog door Nederland

Net voor Nederland kom ik een paar kano's tegen. De mannen in de kano's kijken een beetje verbaasd, want het is eigenlijk helemaal geen vaarroute voor kajuitjachten. Als ik een ander tegen zou komen op het stukje door Nederland, zou een van beiden ook terug moeten, of eventueel op een kleine verbreding moeten wachten tot de ander gepasseerd is. Overal in Weerribben en Wieden zijn ze nog druk bezig met de rietoogst.

                           

Het is 13.45 als ik tegen de kant voor anker ga in de Bokvaart. Tijd voor mijn uitsmijter en een pilsje. Ik geniet van uitzicht, rust en lezen. Het valt me op dat je wat betreft watervogels beter op de wieden kunt zijn.

Het valt me ineens in dat vorig jaar de bedieningstijden in heel Drenthe verandert zijn, dus ook op de Hoogeveense Vaart, en het zou wel eens kunnen dat er op zaterdag geen bediening is, en ik wil wel voor zondag terug zijn, al zou het alleen maar zijn omdat het weer in het weekend aardig minder zal worden. Ik bel met de sluismeester van de Nieuwebrugsluis en hoor dat er pas in mei ook op zaterdag geschut wordt. Ik besluit om vanavond al weer een eindje terug te varen zodat ik vrijdag wat ruimer in mijn tijd kom te zitten. Om 17.45 draai ik de steven en maak een uur later vast tegen een walletje in de Hamsgracht. Daar eet ik een wittekoolschotel met rookworst, en appelmoes na. 's Avonds luister ik een deel van "de Matheus". 

 

4-4 Vannacht was het minder koud en dat merk ik goed in de kajuit. Ik ben vroeg wakker, en als ik water voor thee gemaakt heb en water voor de afwas opzet, (ik verpest mijn avond nooit met afwassen) wordt het snel redelijk aangenaam binnen, maar ik wil toch zo snel mogelijk vertrekken, en om 7.15 gooi ik het anker los. Een ree slaat op de vlucht als hij mij ziet aankomen, en kijkt mij na tot ik uit zicht ben. Ik stoorde hem bij zijn ontbijt en daar was hij nog niet klaar mee.

                       

Weer terug door Nederland,  

en via Roomsloot en Giethoornse meer kom ik op de Walengracht. Daar grazen in de verte drie reeën die geen aandacht aan mij besteden omdat ik ver genoeg weg ben.

                      

Nu ga ik via "De Blauwe Hand" en kanaal Beukers-Steenwijk. Een paar honderd meter voor de Beukerssluis schiet ik even een zijwatertje in, om de wc weer eens te testen, en voor een rustig kopje thee. Zo dicht naast het kanaal zit je gelijk weer in een wonderschone wereld.

Na de Beukerssluis is het nog een half uurtje tot de Hoogeveense Vaart en ook daar spelen de hormonen op. (niet die van mij!) 

                   

Wanneer ik bij de Rogatsluis ben komt daar net een jacht uit en gaan meteen daarna de lichten op dubbelrood. Het is twaalf uur en tijd voor mijn befaamde uitsmijter, die ik wegspoel met een Amstelbiertje.

Tijdens het eten is er nog een jacht bijgekomen en samen worden we opgeschut, evenals in de Ossesluis. Op het stuk tot de Nieuwebrugsluis gaat hij er als een speer vandoor, en wanneer ik daar aankom is hij al boven. Ik word daarna ook vlot geschut, en het is 16.30 wanneer ik thuis aanmeer.