Elfstedentocht
Begin september zie ik een periode van redelijk mooi weer aankomen, na een wat natte augustusmaand. Reden om een vaartocht te plannen. Omdat het gedeelte Franeker-Bartlehiem sinds kort ook te bevaren is kiezen we voor de Elfstedenroute, zodat ik ook dat deel een keer per boot kan verkennen.
4-9 's Morgens ga ik eerst nog even naar de winkel om de voorraad proviand aan te vullen, en wanneer we om 9.45 vertrekken is het stralend weer. We komen net voor twaalf uur nog door de Ossesluis, en meren na de sluis aan om te eten en om Twan uit te laten. Door alle stres en blijdschap dat hij mee mag op de boot blijkt dat geen vergeefse wandeling. Na het eten gaan we verder, en wanneer we na nog 14 km Hoogeveense Vaart en 4 km Meppelerdiep bij de Beukersluis aankomen ligt daar tegen de beschoeiing al een schip te wachten op bediening. Wij sluiten daar achter aan, en even later komt er nog een schip vanaf Zwartsluis achter ons liggen die ook geschut wil worden. Wanneer de sluisdeuren open gaan en de brug omhoog, maken ze op het schip voor mij geen enkele aanstalten. Misschien willen ze wel blijven liggen, en op het schip achter mij zie ik ook al geen beweging. Dan maak ik maar los, vaar naar voren en wacht op de schepen die uit de sluis komen. Eerst een rondvaartboot en daarna een klein jacht, en dan gaat het licht op groen, en komt de sluiswachter naar buiten en wenkt dat we haast moeten maken, want het is best een drukke weg waar de brug in zit. Ik vaar snel tot voor in de sluis, en de inmiddels wakker geworden schippers van de andere boten sluiten achter mij aan. Om 17.30 uur meren we aan in de Walengracht.
5-9 We vertrekken om negen uur en via Giethoornse meer en de Kalenbergergracht komen we bij Ossenzijl. Daar wordt Twan even uitgelaten, en een kwartiertje later gaan we weer verder. Om 12.15 zijn we geschut in de Linthorst Homansluis, en na de sluis meren we aan om te eten. Na het eten gaan we verder, eerst naar Echtenerbrug, en daarna richting Sloten waar we op de Elfstedenroute zullen komen. Om vier uur meren we vlak voor Sloten aan, op het Brandemar. Daar vinden we een privéplekje tussen de rietkragen aan een groen walletje. Er staat wel een bord dat je er niet aan mag meren van maandagmorgen tot vrijdagmiddag 4 uur omdat het dan vrijgehouden moet worden voor de milieuboot, - er staat een container - maar het is vrijdag, en de plek is vrij dus. Ruimte genoeg om Twan hier uit te laten.
6-9 Vanmorgen is het eerst wat mistig, maar die is om 9.15 zover opgetrokken dat we veilig het laatste stukje naar Sloten kunnen varen. We vinden daar een mooie plek net buiten het centrum, vlak voor een gemetselde brug met poortje.
Aan de overkant zie ik nog een (houten) staverse jol liggen, en ik loop er even heen om een praatje te maken. De jol blijkt gemaakt door Pier Piersma, en de schipper vraagt mij of de Aimée soms de oude jol van Gipon is. Die overeenkomst had ik ook al geconstateerd. We maken een wandelingetje door Sloten, worden gestalkt door een irritant loslopend hondje, en doen even een boodschap.
Dan gaan we ook als de wiedeweerga aan de Elfstedentocht beginnen, want in Balk zijn een paar bruggen die bediend moeten worden, en daar hebben ze een middagpauze van 12 tot 2. We komen mooi op tijd bij de eerst brug en moeten daar een nummer bellen voor bediening. We krijgen de brugwachter aan de telefoon. Hij komt er zo aan, en we zien hem in de verte bezig bij de volgende brug. Wanneer hij bij ons is aangekomen haalt hij uit een steegje zijn hengel met klompje voor het bruggeld voor de twee bruggen, en kunnen we door na het voldoen van de doorvaartrechten. Wanneer we bij de tweede brug zijn is het al twaalf uur geweest, maar de "bevlogen" brugwachter van deze twee bruggen laat ons er nog netjes door. Ik heb me inmiddels gerealiseerd dat de vorige keer dat ik hier langs kwam buiten het seizoen en niet in het weekend was zoals nu, en dat we misschien wel eens tegenliggers kunnen krijgen, en De Luts is maar smal.
Dat gebeurt net na de laatste ophaalbrug al. Daar is een bocht waar wat bootjes aangemeerd liggen. Van de andere kant komt een (huur) sloepje met 4 mensen erin. De schipper schrikt zich een ongeluk wanneer hij ons aan ziet komen, gooit de buitenboordmotor in de achteruit en ligt meteen dwars in het water. Ik heb de boot ook maar afgeremd en wacht rustig tot ze in een gaatje tussen de bootjes gekropen zijn. Kort daarna komt een lage brug met een smalle doorvaaropening. Voor de brug is een bocht en na de brug is een bocht, dus je kunt pas zien dat er iemand van de andere kant komt wanneer hij vlak voor je is, en dan moet een van tweeën achteruit. Gelukkig hebben we daar nú ook geen tegenliggers, maar op de volgende kilometers komen we wel een paar sloepen tegen. Dan ga je op een wat breder gedeelte even tegen de kant liggen en laat je de ander passeren.
Er is alleen wat minder ruimte dan de vorige keer dat ik hier langs kwam, want ze hebben een eindje uit de oever een beschoeiing gemaakt van houten paaltjes waardoor het vaarwater een beetje smaller, en de kant wat harder geworden is. Het is 13.00 uur wanneer we aankomen op een meertje; Wyldemerk. We willen aanmeren bij het achterste steigertje, maar daar loop ik een eindje van de steiger aan de grond. Ik peil eens om me heen met de vaarboom, maar naar de steiger toe word het steeds ondieper. Het is daar maar ongeveer een halve meter diep. Dan varen we maar naar het andere steigertje toe, en daar is het diep genoeg.
Martha vindt het hier prachtig en zou hier zo een paar dagen willen blijven liggen. Daar hebben we helaas geen tijd voor als we een kruisje willen hebben, dus na het eten en een uitje van Twan gaan we verder.
We komen nu op de Rijstervaart, en via de Morra en het Johan Frisokanaal komen we aan in Stavoren. Daar ligt het behoorlijk vol, maar gelukkig vinden we nog een plekje tussen een paar schepen. We hebben maar weinig ruimte nodig. Met zijn drieën gaan we Stavoren in, en volgens insiders kun je dan niet om de zingende visboer, Doede Bleeker heen. Martha gaat voor de kibbeling met patat, en ik neem een lekkerbekje met daarbij een zoute haring, die volgens Doede minstens zo lekker is als de tongzoen van een zeemeermin. Dat ik dat nog mag meemaken op mijn ouwe dag. Het smaakt goed, en de recensies zijn goed, maar als ik dan reclame voor een visboer wil maken doe ik dat toch voor Vishal v.d. Heide in Elburg. Je lekkerbekje kan daar - naar eigen keus - van heek of kabeljauw zijn. De kabeljauw heb ik nooit geproefd, maar de heek is heerlijk, en vind ik duur genoeg voor mijn aow-budget.
We vinden het hier veel te vol en te druk om te blijven maar we konden - zeker omdat we met een staverse jol de Elf Stedenroute doen - Stavoren natuurlijk niet overslaan. We moeten tot aan de Morra dezelfde weg weer terug. Een aanlegplaats daar lijkt aardig vol te liggen, daarom vaar ik door naar de aanlegplaats aan het begin van het Jan Broerskanaal. Daar ligt het ook vol, maar helemaal op het eind is een plekje waar de Aimée nog net mooi past. Het is dan 18.00 uur. De temperatuur was vandaag wel redelijk, 20 graden, maar verder was het een grijze dag.
7-9 Volgens een wateralmanak wordt de sluis in Hindelopen op zondag bediend van 8 tot 10 en van 17 tot 19. Dan moeten we dus zien dat we voor tien uur bij de sluis aankomen. Daarom vertrekken we om 8.30, en zijn een uur later bij de sluis.
Daar is weinig leven te bekennen, en op een bordje bij de sluis lezen we dat de bediening om tien uur begint. Daarom meren we eerst maar aan en lopen eens een rondje.
Martha ziet varen op het IJsselmeer niet zo zitten, daarom wandelen we naar de IJsselmeerdijk, en daar kan ze zien dat de golven nu niet zo hoog zijn, en dat het maar een klein eindje is naar Workum. Om tien uur worden we geschut, samen met een Duitser met motorboot; kosten 3 euro. De haven waardoor we daarna naar het IJsselmeer moeten varen ligt erg vol, en rustig varen we tussen al die zeilschepen door. Wanneer we op het IJsselmeer zijn vindt Martha het toch wel een boeiend tochtje zo "buitengaats". Bij de sluis van Workum moeten ze 5 euro hebben tegenwoordig, maar daar staat dan weer tegenover dat de brugbediening in Zuidwest Friesland tegenwoordig gratis is, en daar zijn ze toch trots op. Bij elke brug staat 'BEDIENING-GRATIS'. Onze dankbaarheid is dan ook erg groot, en de Friezen zijn - wat mij betreft - van harte uitgenodigd in Drenthe, waar in de hele provincie brug- en sluisbediening gratis is, evenals in Groningen trouwens. Wanneer de voorste boten al aan het uitvaren zijn roept de sluismeester mij na vanuit het geopende raam van het bedieningshuisje; 'een ouwetje zeker?'. Wanneer ik begrijp dat hij het niet over Martha heeft, maar de boot bedoelt roep ik terug 'nee een jonkie, van 2006!' Dat vind ik toch wel een groot compliment, zo'n vraag! Omdat ik met een groepje zeilboten opvaar ga ik ook maar mee door Workum. Zie ik dat ook een keer. Met gestreken mast had ik ook om Workum heen gekund, en hadden er geen bruggen voor mij geopend hoeven worden.
Maar dan was ik deze twee echt oude staverse jollen ook niet tegengekomen.
Het zijn de ST90 en ST48 van Stichting De Staverse jol. Vrijwel zeker komen die uit Oudega waar gisteren zeilwedstrijden waren voor staverse jollen. Na Workum gaan we over de Workumer trekvaart naar Bolsward. Om 12.15 meren we aan in Parrega; middagpauze. Met 4 schepen - die ook allemaal voor de brug lagen te wachten - gaan we om een uur verder.
Het is vandaag beter weer dan gisteren, half bewolkt en 24 graden. In Bolsward moeten we wanneer we bij de Blauwpoortsbrug zijn bellen voor bediening door een brugwachter. Die is nog ergens anders met brugbediening bezig, maar komt er al snel aan op zijn scootertje. Na de brug krijgen we in de Witmarsumervaart direct weer een ophaalbruggetje die door de brugwachter bediend moet worden, en bij een boerderij nog een bruggetje die we zelf moeten bedienenen. We naderen Witmarsum, en daar gaat het nog even spannend worden.
Daar zit namelijk een heel smal en bochtig gedeelte in. Wanneer je daar iemand tegenkomt moet ook een van tweeën terug.
Ook Witmarsum komen we zonder tegenliggers en problemen door, maar 1,5 km na Witmarsum zie ik vlak voor een bocht naar rechts een paar mannenhoofden met een rotgang door het Friese landschap op die bocht afkomen. Ze zien ons gelukkig op tijd, en al in de bocht gaat het gas er af, zakken de neuzen van de speedboten, want dat zijn het, en passeren ze ons in een tempo dat meer bij dit soort slootjes past. Om 16.00 uur zijn we bij Arum, waar een mooie aanlegsteiger is op een heerlijk rustige plek.
's Avonds ga ik Arum maar eens verkennen, en zo als te verwachten was heb ik daarvoor aan een avond genoeg. Dominee woonde, of woont hier wel aangenaam trouwens.
Ik lees in de wateralmanak uit 2008 dat bediening van de spoorbrug bij Harlingen op vaste tijden gebeurt, en we daar dan om 9.45 zouden moeten zijn voor de eerste bediening morgen. Het is de vraag of de tijden in die almanak nu nog kloppen. Wanneer ik op de waterkaart kijk zie ik dat we op een kruispunt van waterwegen liggen, en dat we over de Arumervaart rechtstreeks naar Franeker kunnen varen. De bruggen in die vaart zijn allemaal hoog genoeg voor ons. We besluiten om Harlingen maar over te slaan want onze tijd voor deze reis is beperkt.
8-9 's Morgens laat ik eerst Twan even uit. Wanneer een kat zijn pad kruist heb ik al mijn krachten nodig om hem "te houden". Het is 8.30 wanneer we vertrekken. De Arumervaart blijkt in Arum heel smal te zijn,
maar daarna wordt hij breder.
Het is vandaag zonnig, maar fris en winderig. We komen uit op het Van Harinxmakanaal, en gaan daar stuurboord uit. Na 1,5 km komen we bij de Stationsbrug waar op een soort klok staat hoe laat de brug bediend wordt. Dat is over tien minuten dus meren we maar even aan voor de brug. Na Franeker begint de "hel van het noorden", tenminste voor schaatsers. Voor bootjesmensen vind ik het ook niet het mooiste deel van Friesland. Dat merken we wanneer we in Berlikum willen aanmeren, hier in de verte.
Daar kom je op een kruispunt van vaarwegen. Naar bakboord heet het moddergat, daar wil je niet heen, stuurboord uit heb ik in het verleden volgens mij al eens aangemeerd gelegen, maar op een bordje staat dat rechtuit mogelijkheid is om aan te meren, dus rechtuit dan maar. Na een poosje zien we een gammele steiger die niet echt een verbinding met de wal heeft, dus varen we door. Dan komen we hier uit, dus alles ligt vol, en ruimte om te draaien is er nauwelijks. Dan maar weer terug naar de kruising, en als we nu bakboord uit gaan vinden we op de Berltsumerfeart toch nog een vrij plekje tussen al de aangemeerde bootjes van de inboorlingen. Het brood is op, dus zoek ik een supermarkt. Er blijkt een spar te zijn waar ik goed slaag. Ik vind het geen opwekkende plaats, Berlikum. Het is inmiddels etenstijd, dus we eten daar ook. Wanneer we verder gaan komen we al gauw bij een zelfbedieningssluisje,
en vanuit de sluis zien we onderstaande "moskee". Op Google Maps kan ik hem niet vinden, maar het zal hier wel zijn! Worden daarmee onze mobiele telefoons afgeluisterd soms?
Om 16.15 meren we aan bij Bartlehiem. Daar is een mooie steiger aan een pad langs het water waar we Twan mooi uit kunnen laten.
9-9 We vertrekken om 8.15, en krijgen dan eerst het beroemde bruggetje.
Een half uur later zijn we bij het zelfbedieningsbruggetje van Aldtsjerk, Oudkerk dus. Daar moet je ook betalen. Twee euro. Maar wanneer je door de brug bent, en de bomen zijn weer open, krijg je je twee euro terug.
Wanneer de lichten knipperen en de bomen naar beneden zijn houd de bedieningskast het voor gezien. De bomen willen ook niet meer omhoog, hij doet niks meer.
Wanneer ik het telefoonnummer dat op de kast staat bel, word ik eerst in het Fries toegesproken, maar mevrouw spreekt haar talen, en in het Nederlands gaan we verder. Er zal "een mannetje" komen, zoals gebruikelijk bij dit soort situaties. Er is geen druk verkeer over de brug, maar toch dienen de eerste passanten zich al snel aan. Wanneer je bestemming net aan de andere kant van de brug is zet je gewoon je fiets tegen die knipperende paal en kruip je onder de bomen door, maar de bus gaat achteruitrijdend terug en kiest een volgende brug, evenals een bus die van de andere kant komt.
Het is trouwens geen straf om hier even te liggen. Mooi dorpje Aldtsjerk.
Na een half uur is "het mannetje" er, en die moet best nog enige moeite doen om de chaos die ik in de bedieningskast heb aangericht te herstellen. Ik hou nu eenmaal niet van halve maatregelen. Wanneer hij de brug weer werkend heeft krijg ik mijn twee euro terug en kunnen we verder. Al gauw na Oudkerk doemt het bruggetje op waar enkele honderden elfstedenrijders een klein standbeeldje voor zichzelf hebben opgericht, door een tegeltje met hun beeltenis erop te kopen wat daarna op de brug is geplakt.
Mijn kop zul je er niet op vinden, maar ik doe weer andere pogingen om aan de vergetelheid ontrukt te worden.
We gaan niet door Leeuwarden, maar over het Ouddeel om Leeuwarden heen. Om de proviand aan te vullen leggen we daar aan, en op de fiets ga ik op zoek naar een supermarkt. Ik word door een behulpzame Fries de goeie kant op gewezen, maar het blijkt nog een heel eind fietsen, maar dan heb je ook wel een Jumbosupermarkt met ontbijtkoek voor een zacht prijsje. Daarna varen we naar de Zwettehaven waar de start is van de Elfstedentocht, en gaan daar bakboord uit, de Zwette of Snekertrekvaart op. Met de lange-termijn weersverwachting zaten ze er toch een beetje naast bij het KNMI, want het weer is tot nu toe wel redelijk met af en toe een mooie dag, maar het echte mooie weer is uitgebleven. Vandaag is het grijs en 19 graden.
Ook bij Sneek stoppen we alleen "om te stempelen" net als in 1985, (kluunen hoeft niet deze keer) en gaan daarna direct door naar IJlst. Alleen de brug bij Osingahuizen kan ons stoppen. Daar komen we aan in de Friese middagpauze van 16.15 tot 17.15. Na drie kwartier kunnen we verder, en we meren na 1,5 km aan achter een eilandje in de Jeltesloot.
10-9 We vertrekken om 8.45, en zijn een half uur later bij Woudsend waar we sleepboot Hoop, van medeforumlid - waarom zou je anders heten hier? - Wout passeren.
Bij Sloten is de laatste stempelpost van deze Elfstedentocht, en vanaf daar volgen we eerst weer dezelfde weg als op de heenreis.
Na nog een korte tussenstop voor Twan
meren we om 12.15 aan bij Echtenerbrug. Daar maak ik weer mijn befaamde uitsmijter, en verorber die, onder begeleiding van een biertje. Om 13.00 uur gaan we verder, en passeren de laatste brug met klomp van deze reis. Bij Ossenzijl gaan we stuurboord uit, we kiezen nu voor het Kanaal Steenwijk-Ossenzijl. Het is 16.45 wanneer we vlak voor Steenwijk aanmeren na de Thijendijkbrug. Het was weer een bewolkte grijze frisse dag.
11-9 Om 8.30 gooien we de trossen los. Vandaag hebben we een betere dag, en de komende dagen schijnt het ook mooi te worden, net nu we zowat weer thuis zijn. Bij Giethoorn wordt het nog even druk op het water, misschien wel door het mooie weer. We komen samen met een andere staverse jol in de Beukersluis te liggen. Die mensen hebben een schnauzer aan boord die tijdens het schutten even op de kant mag en gelijk gaat zitten poepen. Het zijn keurig mensen zoals alle schippers van staverse jollen, dus meneer gaat met een plastic zakje de kant op om het op te ruimen, want het gras bij de sluis is een keurig kort geschoren gazon, en daar ligtie op te glimmen als een verse hondedrol in de maneschijn. Hij kan ook moeilijk anders met zoveel blikken op hen gericht. Wanneer hij het zakje bij het afval dumpt zit fikkie inmiddels weer te poepen, en is een tweede zakje nodig. Fik zijn stofwisseling is vandaag in een topconditie, want zelfs twee zakjes zijn niet genoeg. Soms is schutten een waar genoegen! Om 12.15 komen we bij de Rogatsluis aan, dus middagpauze. Om 13.00 uur worden we geschut, en wanneer we in de Ossesluis ook geschut zijn zien we onderweg dit vaartuig.
Waarschijnlijk dat onderstaande waterplanten (grote waternavel?) door het vaartuig opgeruimd wordt,
want op de heenweg zagen we daar af en toe hele plakkaten van drijven, en nu is het kanaal een stuk schoner.
Het 16.30 wanneer we weer thuis zijn.
Maak jouw eigen website met JouwWeb