Rondje Drenthe/Groningen in mei
Half mei lijkt er een aantal dagen mooi weer aan te komen. Dat is voor ons een goede reden om op maandag 19 mei de mast te strijken en de voorraadkasten in de boot te vullen.
Het is 's middags 13.00 uur als we de trossen los gooien. Het is half bewolkt 25 graden, heerlijk weer om te varen. We kiezen (weer) voor de Verlengde Hoogeveense Vaart en bij Noordscheschut kunnen we bij de sluis meteen aanmeren omdat van de andere kant twee scheepjes komen die eerst geschut worden. De sluis staat aan die kant al open. Wanneer we daar liggen komen er achter ons nog drie schepen bij. We blijken alle vier in de sluis te kunnen en om 14.00 uur zijn we geschut. Die drie schepen meren aan na de sluis, zodat wij de Hoogeveense Vaart nu helemaal voor ons alleen hebben. Het is 16.15 wanneer we aanmeren bij de aanlegplaats voor de Klenckerbrug.
De temperatuur blijft lekker zodat we nog tot negen uur buiten zitten.
20-5 We hebben een telefoonnummer van de brugwachter gekregen. Die bellen we voor bediening van de Klenckerbrug, en om 10.00 varen we naar de brug toe. Er blijkt van de andere kant al een klein konvooi schepen te komen, en die brugwachter laat ons ook door de brug, en rijdt mee voor bediening van volgende bruggen, tot hij afgelost wordt door de volgende brugwachter. Dat verloopt allemaal heel soepel, inclusief bediening van de spoorbrug bij Nieuw Amsterdam. Wanneer we de Ericasluis door zijn is het 12.00 uur en meren we aan voor de middagpauze. Het is mooi weer, en al weer 25 graden. De Ericasluis, de Oranjesluis, maar ook de bruggen op dit gedeelte worden nu bediend vanaf de Stieltjeskanaalsluis. Bij de eerste sluis - de spaarsluis - op het Koning Willem Alexander Kanaal hebben we weer een sluiswachter. De sluizen, en het nieuwe stuk kanaal trekt nog steeds veel mensen, mede natuurlijk door het nieuwe fietspad door de mooie omgeving, en het mooie weer van vandaag. We gaan de Koppelsluis ook nog door, en zien daar een plek waar we willen aanmeren. Een van de sluis/brugwachters rijdt al op zijn scootertje naar de Trambrug, kijkt geen een keer onze kant op, en begint de brug al open te draaien. Ineens ziet hij dat hij voor Jan met de korte achternaam bezig is en draait hij de brug weer dicht. De temperatuur is inmiddels opgelopen tot 28 graden hoewel er een stevige sluierbewolking is. Toch zijn we blij dat we in de schaduw van bomen liggen.
21-5 Ik laat Twan op tijd uit en loop daarna even naar de sluis om te vragen of ze me door de brug willen helpen. Ze zitten net aan de koffie, en ik krijg ook een kop aangeboden. Die sla ik af maar zeg dat we alle tijd hebben en dat ze rustig aan kunnen doen. Om 9.15 vaar ik naar de brug en dan is de brugwachter er ook. Het is al 20 graden. We varen samen op met twee schepen waar we mee in de sluis van Noordscheschut lagen en wanneer we door de Twee Provinciënbrug zijn is het middagpauze, en gelukkig is daar een aanlegplaats. Wanneer we om 13.00 verder gaan, varen we na een paar minuten de Drents/Groningse grens over. Bij het 8e Verlaat horen we dat de andere twee schepen Duitsland in gaan, - ze gaan naar het merengebied boven Berlijn - dus wij gaan alleen verder en worden dus ook alleen geschut in het 7e verlaat. Bij Ter Apel gaan wij het Ruiten A Kanaal op, en moeten we bruggen en sluizen weer zelf bedienen. Bij de tweede brug komt er een jongetje aanrennen die graag wil helpen met het bedienen van de brug. Toen we vorig jaar hier lagen, hebben we hem ook al ontmoet, en toen had hij fantastische verhalen. Nu vertelt hij dat hij een zelfbediengssleutel krijgt en dan brugwachter van die brug wordt. We hebben de sluizen tegen, want wanneer we bij de Ter Apelersluis aankomen is hij leeg, en staan de deuren aan de andere kant open. Dan moet je eerst de zelfbedieningssleutel in een kastje op de aanlegsteiger steken, en een kwartslag draaien. Dan gaan de deuren aan de andere kant dicht, loopt de sluis vol, en gaat de deur aan deze kant open. Dan de brug open draaien, en dan kun je invaren. Bij de tweede brug na de sluis gaat het fout. De sleutel wordt omgedraaid in de bedieningskast, de slagboom aan de westkant gesloten, de bomen aan de andere kant dicht, maar die sluitkap sluit niet goed, en de bediening stopt. We doen de bomen weer open, maar krijgen de sleutel er niet weer uit. We bellen het storingsnummer dat op de kast staat, en er zal een monteur komen. Even later komt er een auto aan die over de brug wil, maar de lichten staan nog op rood. Wanneer hij stopt zeg ik tegen de chaufeur dat de brug nog goed vast licht en dat hij er wel over kan. Het gaat goed, maar er blijkt toch wat beweging in het brugdek te zitten. Meteen is de monteur er ook en doen we de bomen maar weer dicht, en verrassing; de brug draait vrij en het openingsproces gaat verder, en na het sluiten kan de sleutel er weer uit en kunnen we verder. We zullen nog vaker een monteur nodig hebben, maar dat later. We waren van plan om bij de brug bij Sellingen te gaan liggen - daar ben je dan vlak bij - en dan Sellingen te bezoeken, maar wanneer ik na de Zuidveldsluis een mooie aanlegplaats met schaduw zie, besluiten we om daar te blijven liggen, want het is inmiddels weer 27 graden, en op de andere plek hebben we waarschijnlijk niet de mogelijkheid om in de schaduw te liggen.
Het is dan 7.15 uur, en omdat we brood moeten kopen monteer ik gauw de vouwfiets in elkaar en ga op weg naar de supermarkt in Sellingen. Ik ben mooi voor zes uur bij de winkel, want dat blijkt - zoals ik al verwachte - de sluitingstijd te zijn, en ik kan - zo aan het eind van de dag - nog een mooi afgeprijsd brood scoren. Ik zie nog een paar dingen die we goed kunnen gebruiken, en dan ga ik weer richting Zuidveldsluis. Wanneer we gegeten hebben ga ik Twan even op de fiets uitlaten, de fiets staat nu toch op de kant. Hij houdt in het begin zowat niet meer op met rennen en daardoor is zijn energie in een keer op, en is hij daarna niet meer vooruit te branden.
22-5 We vertrekken vanmorgen om 9.15. We hebben besloten om Sellingen niet meer in te gaan, want je moet eerst een kilometer lopen voor je bij de Dorpsstraat bent, en als je dan ook nog wat van Sellingen wil zien ben je zo 4 km verder, (heen en terug) en zó bijzonder is Sellingen nu ook weer niet. Als we bij de Sellingersluis aankomen, zien we aan de andere kant van de sluis net een schip vertrekken richting Bourtange. Het vaart zo te zien niet zo hard, en ik geef na het schutten een beetje gas bij, want ik hoop samen met hen te kunnen schutten in de Jipsinghuizersluis. Die sluis ligt net na een flauwe bocht en wanneer ik bij de bocht ben, zie ik hen nog voor de brug en de sluis liggen. Het blijkt dat de sluis niet reageert op de zelfbedieningssleutel. Er is al om een monteur gebeld. Het blijkt dat de mensen waar we mee opvaren vandaag nog in de "Blauwe Stad" willen aankomen en haast hebben. Er rijden een paar mensen in een auto mee, die vast brug en sluis klaar zetten. De monteur meldt zich al snel, en blijkt in te vallen voor een collega die vandaag vrij is. Dat zullen we merken ook, want hij heeft weinig kennis van de werking van de sluis en van het schutten op zich. Omdat de sluis niet op de normale manier reageert, maakt hij de bedieningskast open, en zoekt daar naar de juiste schakelaars voor de bediening. Dat lukt; de deuren gaan dicht, de sluis loopt vol en de bovenste deur gaat open. Daarna de brug omhoog, en we kunnen invaren. Brug naar beneden, deur dicht, en schutten, maar als we een eind gezakt zijn zie ik een hele stroom water van achteren komen en heb ik moeite om de boot tegen de kant te houden. Ik roep naar de monteur dat hij de rinketten (schuiven) in de bovenste deur nog open heeft staan. Eerst ontkent hij dat, maar dan bekent hij dat hij dacht dat de rinketten automatisch dicht zouden gaan. Dan neemt hij een vreemde beslissing. Eerst sluit hij de rinketten in de beneden deuren, zodat de sluis weer helemaal vol loopt, en daarna sluit hij pas de rinketten in de bovendeur. Dan wordt het schutproces opnieuw in gang gezet, en worden we pas (goed) geschut.
Eerst kunnen we goed meekomen met het andere schip, maar wanneer we door de Vlagtweddersluis zijn, zet het andere jacht de "sokken er in", en moeten we ze laten gaan. Bij de Veelerveensterbrug wachten ze voor bediening niet meer op ons en doet het "bedienend personeel" dat in de auto meerijdt de brug vlak voor onze neus dicht. Ik gooi direct het gas eraf, maar nadat ze wat verkeer over de brug hebben gelaten bedienen ze de brug toch nog voor ons. Toch aardig! Bij de Veendijksbrug zijn ze echter weg wanneer we daar aankomen, dus die doen we zelf. Maar daarna handelen ze wel erg asociaal. Direct na de brug is na een bocht de Vriescheloostersluis. Wanneer we daar aankomen ligt het schip voor ons in de sluis, staan de lichten op groen en de deuren open. Dus we kunnen nog mooi meeschutten. De drukknop om de sluis te bedienen staat echter niet aan de kant waar het schip ligt. Dan zie ik de jongeman die steeds aan het roer staat snel over de deuren naar de andere kant lopen; hij drukt op de knop, en net voor we in kunnen varen springen de lichten op rood. Ik laat me niet kennen, en meer maar gewoon aan bij de bedieningskast voor de sluis. Wanneer wij kunnen schutten staan de twee vrouwen (moeder en dochter) die meereden om bruggen en sluizen klaar te zetten nog steeds met de auto bij de sluis, om een kopje koffie te drinken. Dan kan ik het toch niet laten om te zeggen dat ik die laatste actie niet zo netjes vond. Zij reageren heel verbaast, met de verontschuldiging dat we nooit met zijn tweeën in de sluis hadden gekunt, want hun schip was wel twaalf meter lang. Alsof deze sluis een stuk kleiner is. Ik heb daar maar niet meer op gereageerd. Vanaf nu hebben we een hele tijd geen bruggen of sluizen meer die bediend moeten worden. Het is eigenlijk al een poosje etenstijd en ik kijk of er onderweg plekken zijn waar we aan kunnen meren, maar uiteindelijk kan dat pas om 14.30, in de gemeentelijke jachthaven aan het Veendiep. Ik ben daar in 2007 een keer geweest, en toen was de haven volgens mij helemaal omzoomd met bomen. Nu is het kaal en ongezellig, met een klein toiletgebouw dat op slot zit, en op ons na is de haven leeg. We blijven maar een kwartiertje liggen, en gaan dan direct weer door. We zullen proberen om Scheemda te halen. Daar kun je prachtig liggen, en - ook prettig - hebben we de supermarkt op loopafstand. Super! De reis verloopt verder voorspoedig. Na het Veendiep eerst de Westerwoldse Aa, dat is een lang recht eind, maar wel door een mooi wijds landschap. Daarna het Bulsterverlaat waar we zelf moeten schutten, de spoorbrug; wordt vlot bediend, evenals de bruggen in het Winschoterdiep. Om 17.45 meren we aan in Scheemda, het is dan 25 graden. De wijn is op, en daarom ga ik gauw nog even naar de supermarkt, maar ik had me niet hoeven haasten, want hier is die open tot 20.00 uur.
23-5 Vandaag doen we rustig aan; Twan uitlaten, geld pinnen, nog een boodschap, en wanneer we wel vertrekken varen we eerst even de haven in om water te tanken en een zak vuilnis te dumpen. Wanneer Martha me door de brug geholpen heeft wil ik graag eerst even een foto maken van de Schaatsenrijder bij de brug.
Dat monumentje staat er vanwege de Oldambtrit, en die heb ik ook diverse keren gereden. Op de sokkel staan de namen van alle winnaars vanaf 1954. Hier wordt de Zwaagsterklap door Martha bediend,
en daarna krijgen we de Tichelwaardsdraai. Bij iedere brug is de bediening weer anders, en hoe dat dan moet is niet altijd even duidelijk. Bij de Tichelwaardsdraai staat dat je eerst de slagboom aan de overkant elektrisch moet sluiten. Op de bedieningskast vinden we daar geen knop voor. Ik loop maar eens naar die slagboom toe, en dan blijkt op de console van de slagboom een drukknop te zitten. Wanner we bij 't Waar zijn willen we daar aanmeren om te eten, maar het haventje ziet er zo ongastvrij uit dat we maar doorvaren. Het is vandaag een wat miezerige dag, bij een temperatuur van 19 graden. Wanneer we in Nieuwwolda aankomen, begint het echt te regenen, daarom meren we daar maar gauw aan, aan een openbaar grasveld. Twan kan hier mooi even een rondje maken, en wij kunnen eten. Na twee uur is het pas weer zo'n beetje droog, en gaan we verder. Eerst door de brug in Nieuwwolda, en twee kilometer verder door de "Scheve Klap".
Het is inmiddels weer zo gaan miezeren dat het niet leuk meer is. Vlak na de brug is een mooie aanlegplaats waar we ook op de wal kunnen komen, dus daar meren we maar gauw aan.
Het is een prachtige plek, alleen moeten we eerst een eindje door het lange natte gras, en daarna van een glibberig dijkje af, voor we op een parkeerplaats met picnicplek zijn met Twan, en vanaf daar verder kunnen.
24-5 Het was me te vroeg en te kil om eruit te blijven, maar toen ik 's morgensvroeg deze zonsopgang zag, heb ik toch maar gauw even een broek aangeschoten, en een foto gemaakt, met de titel; "Zonsopgang op het Termunterzijldiep".
Het is volop zon en 18 graden wanneer we de trossen losgooien om 9.30. Rustig keutelen we richting Delfzijl, (hier aan de horizon)
en bruggen en sluizen worden nu weer voor ons bediend, vanaf een centrale bedieningspost, waarschijnlijk bij de Zeesluizen. We willen naar Slochteren, en staan in dubio of we dat via Het Damsterdiep, of via het Eemskanaal gaan doen. Ik kies voor het Eemskanaal, maar keer ook gelijk weer om, wanneer ik voor die afslag gekozen heb. Het is inmiddels half twaalf geweest, en ik ben bang dat de Groevesluis-Zuid waar we zo door moeten, tussen twaalf en een niet bediend wordt, en dan liggen we daar op het Eemskanaal. Geen leuk vooruitzicht! Ik heb niet de tijd om in de wateralmanak te kijken terwijl ik doorvaar, want de brug naar Delfzijl heeft pauze van twaalf tot twee, en de brugwachter bedient ook de Roggenkampsluis waar ik nog door wil. De brug lukt ruimschoots, maar de brugwachter komt zijn hok uit om te vertellen dat het schutten veel te veel tijd gaat kosten om voor twaalf uur klaar te zijn. De aanlegplaats voor de sluis blijkt echter ook best aantrekkelijk om een paar uurtjes te liggen. Ik draai het schip met de kop in de wind, zodat ik daar geen last van heb wanneer ik mijn eitje wil bakken, en het niet inregent, want we krijgen meteen ook een bui met onweer. De steiger waar we aan liggen heeft een korte loopbrug naar een lange dijk, dus een geweldige plek voor Twan om Delfzijl een poepie te laten ruiken. Het is nog geen twee uur wanneer de sluismeester de sluis al vol laat lopen, en even later kunnen we invaren. Via het Damsterdiep gaat het nu heel rustig richting Appingedam. Daar moet je bij de eerste beweegbare brug de (mobiele) brugwachter oproepen door het bellen van een telefoonnummer, en daarna een nummer intoetsen, en afsluiten met #je. Wanneer ik dat doe hoor ik geen enkele reactie, en ik doe het nog maar een keer, maar alles wat er komt; geen brugwachter. We krijgen een buitje en ik leg de boot maar aan de kant. Wanneer het mij te lang duurt ga ik in de wateralmanak op zoek naar een telefoonnummer van de havenmeester van de jachthaven in Appingedam. Ik krijg - als ik het goed begrepen heb - de vroegere havenmeester aan de lijn die me het (prive)telefoonummer van de nieuwe havenmeester geeft. Wanneer ik hem aan de telefoon krijg, hoor ik dat hij ook de bruggen bedienent, maar hij is not amused dat ik hem op zijn privénummer bel. Hij helpt ons echter wel snel door Appingedam. Via de Groevesluis-Noord worden we weer omhoog geschut naar het Eemskanaal, en aan de andere kant in de Groevesluis-Zuid, omlaag naar de Groeve. Het is dan 16.30, en waarom verder varen als je zo'n mooie aanlegplaats treft?
Ik ga even op de fiets naar de supermarkt in Appingedam, voor o.a, brood, en 's avonds laat ik Twan nog even uit op de fiets.
25-5 Het is weer een mooie dag om te varen, en we vertrekken om 8.45 richting Schildmeer. Er is geen betonde vaargeul op het meer, en dan ook een beetje zoeken waar het Afwateringskanaal van Duurswold begint. Mijn richtingsgevoel is kennelijk redelijk want ik vaar er recht op af. Vanaf nu moeten we de bruggen weer zelf bedienen, en de eerst - we zijn dan inmiddels op het Slochterdiep - geeft direct al problemen. De bomen sluiten gaat goed, maar de brug doet niks. De bomen willen dan echter ook niet meer omhoog. Er is gelukkig geen druk verkeer over de brug, en men kan ook zonder veel omrijden, een volgende brug kiezen. We bellen het storingsnummer, en tijdens het wachten passeren alleen een paar fietsers de brug. Die kunnen wel onder de bomen door. Wanneer de monteur komt vraagt hij of we ook op de noodknop gedrukt hebben? Nee, dat hebben we niet gedaan, want dat mag alleen in geval van nood. (staat er bij) Hij drukt op wat knoppen, en ook op de noodknop, en ineens begint de brug open te gaan. Volgens de monteur kun je het systeem met de noodknop ook resetten. Als ze dat er nou eens bij zetten!!! De volgende brug werkt perfect, en even later meren we aan in de haven van Slochteren. Een mooie grote haven helemaal voor ons alleen!
Het is dan half een, half bewolkt en 21 graden, dus heerlijk weer om buiten onze bammetjes op te eten. Martha is helemaal lyrisch over de schoonheid van deze omgeving. We liggen op 5 minuten lopen vanaf de Fraeylemaborg, daarbij hoort een groot park, en daar willen we vanmiddag een wandelingetje gaan maken.
Na de wandeling genieten we - terug op de boot - van het weer (25 graden om 17.00 uur) en de prachtige omgeving waar we middenin liggen.
26-5 De zelfbedieningsbruggen zijn te bedienen vanaf 8.00 uur, en als wij om 7.45 vertrekken zijn we net omstreeks acht uur bij de eerste brug. We willen namelijk woensdagmiddag op tijd weer thuis zijn, en daarom moeten we de komende dagen even doorvaren, en maximaal gebruik maken van de bedieningstijden. Het lijkt er even op dat we de weg behoorlijk kwijt zijn,
maar gelukkig komen we via de Slochtersluis toch op het Eemskanaal uit. Tot in Groningen kunnen we goed doorvaren. De Eelderbrug staat open wanneer we aankomen, maar gaat net voor onze neus weer dicht. Maar kort daarna krijgen we toch een opening, en de spoorbrug wordt ook vlot bediend. De volgende bruggen tot en met de Van Ketwich-Verschuurbrug worden dit jaar voor het eerst op afstand bediend vanaf de Eelderbrug, dus geen meefietsende brugwachter meer. Een hele verbetering zou je denken, maar voor elke brug moeten we eindeloos wachten, zonder enig teken - rood/groen - dat de brugwachter ons gezien heeft, en de brug zo gaat bedienen, terwijl wij, - samen met een ander jacht - waarschijnlijk de enige schepen op dit traject zijn. Al met al kost dat een boel tijd, en ik ben bang dat ik de brug bij Haren niet voor twaalf uur haal, dus het gas er op na de Van Ketwich-Verschuurbrug. Gelukkig halen we Haren op tijd, en een kwartiertje later meren we aan voor de Oosterbroeksebrug.
Het is vandaag redelijk weer, wel bewolkt, maar een temperatuur van 21 graden. Martha laat Twan uit, en ik maak een boterham klaar. Martha heeft daar nauwelijks tijd voor wanneer ze terug is, want er komt een vrachtschip van de andere kant en die heeft ruimere bedieningstijden dan wij. Omdat de brug/sluiswachter er nu toch is kunnen wij ook door de brug, samen met twee schepen die ook op een opening lagen te wachten. De volgende brug wordt ook bediend, en sluis De Punt kunnen we zowat ook zo invaren met zijn drieën. Wanneer we bij Assen zijn vaart een van de schepen de passantenhaven van Marsdijk in, en wanneer wij na Sluis Peelo door de volgende bruggen varen wordt ons geadviseerd om een ligplaats te kiezen; of in Assen, of direct na de brug, of in de passantenhaven bij Kloosterveen. We varen door naar Kloosterveen. Daar zijn alleen maar boxen om aan te meren, met palen, dus zonder vingersteigers. Aan de zijkant is de ruimte tussen wal en paal vrij groot, dus daar vaar ik tussendoor en leg dan de boot langs de kant vast. Nu kan Twan tenminste van boord. Later draai ik de boot even omdat de wind net de kajuit in waait. 's Avonds gaat het stortregenen, en dat gaat een hele tijd door. Wanneer ik 's nachts wakker word merk ik dat de boot helemaal scheef ligt. Ik schenk er eerst niet zoveel aandacht aan, maar wanneer ik weer in bed lig besef ik dat door de overvloedige regenval het water gestegen is en daardoor de boot scheef is komen te liggen. Misschien zijn nu de touwen al moeilijk los te krijgen en wanneer het water verder stijgt wordt dat er niet beter op. Ik ga het bed weer uit, trek een broek en T-shirt aan en ga naar buiten. Achter is het touw al helemaal vastgeklemd, en krijg ik het niet meer los, maar voor kan ik het gelukkig wel los krijgen, en wanneer de boot daar wat van de steiger drijft komt er achter ook wat ruimte en kan ik daar de boot wat meer ruimte geven. Zo, nu kan ik weer rustig gaan slapen.
27-5 Eerst eten en Twan uitlaten. Ruim voor negen uur ligt er al een boot voor de brug te wachten. Ik maak tegen negenen ook los en ik zie dat het schip waar we gisteren mee opgevaren zijn en die ook in de haven ligt ook los maakt. Die blijft in de haveningang liggen en daarom moet ik er uit fatsoen maar achter blijven liggen. Ik zie dat er een - voor de Drentse Hoofdvaart - flinke stroming staat, dus kennelijk is er nog al wat water gevallen vannacht. De brugwachter laat op zich wachten, en daarom maak ik maar provisorisch vast aan het steigertje waar dat andere schip vannacht gelegen heeft. Even later komt er een man aan op een scootertje. Het blijkt iemand van de gemeente Assen te zijn en hij vertelt dat de brugwachter onderweg is met nog een aantal schepen. Omdat het jacht dat in de haveningang lag, net een rondje in de haven maakt vaar ik direct de haven uit, en sluit aan achter het andere wachtende schip. Ik wil voorkomen dat ik helemaal achter aan moet sluiten, want we kunnen zo meteen allemaal niet in de sluis, dus de achterste in het konvooi zal een paar schuttingen moeten wachten. Wanneer de brugwachter met de schepen er is, en de brug geopend wordt, maakt de vrouw van het schip dat nog in de haven ligt een gebaar of ze voor zal gaan. Ik wil niet de indruk wekken dat ik voor wil kruipen, en laat haar voorgaan. (Mevrouw staat steeds aan het roer van het uit de kluiten gewassen schip) Ik ben veel te goed voor deze wereld want van die goeiigheid zal ik later spijt krijgen! Mevrouw heeft namelijk een afwijking naar links - hebben we gemerkt - (vooral op het laatste stuk Noord-Willemskanaal ging ze helemaal links varen en nam ze gas terug) en ze heeft nog meer afwijkingen zullen we merken. Ook op de Drentse Hoofdvaart vaart ze bij voorkeur links, maar wat vervelender is; elke brug nadert ze op snelheid, en wanneer ze door de brug is gaat het gas er af, en moet ik "in de remmen", en dat terwijl er nog 7 boten achter mij zitten die ook allemaal nog door de brug moeten. Wanneer we het Oranjekanaal voorbij zijn krijgen we van daaruit een flinke plens water mee en loopt de snelheid op. Kwart voor twaalf komen we bij de Venesluis aan, de lichten staan op groen en de deuren open. Waar ik al bang voor was gebeurt. De venesluis is de enige sluis in de Drentse Hoofdvaart met rechte wanden, daardoor kleiner, en doordat het schip voor mij zo groot is passen er maar twee schepen in en kan ik er niet bij, dus wachten op de schutting van 13.00 uur.
Om 1 uur is het de beurt aan de volgende twee schepen, en dan is het de vraag of er nog een schip bij in kan. De eerstvolgende schepen zijn allemaal te groot, dus komt er een bij in, achter uit het konvooi. Op een van de sluizen hoor ik van de sluiswachter dat de Hoogeveense Vaart gestremd is vanwege hoog water. Komen we nu nog wel thuis morgen? Wanneer ik met de Nieuwebrugsluis bel, hoor ik dat het gelukkig alleen om de Verlengde Hoogeveense Vaart gaat. Wanneer we bij Dieverbrug aankomen, ligt het schip dat steeds voor me voer bij het tankstation voor de kant, maar maakt los wanneer de brug open gaat. De brugwachter komt uit zijn hok en roept hen kennelijk aan, want ze varen achteruit en gaan weer tegen de kant. Ik neem mijn kans waar, en vaar als eerste door de geopende brug, en het schip achter mij volgt. Zo, die hebben we gelukkig achter ons. Later zal blijken dat je ze beter niet voor, en niet achter je kunt hebben. In de buurt van Uffelte begint het te regenen en ga ik verder onder de paraplu. Dat grote schip vaart achter in het konvooi van drie, en komt nu steeds achter ons in de sluis. Meneer doet het aanmeren aan de voorkant, wanneer ze in de sluis zijn (geholpen door het sluispersoneel) en achter houd mevrouw de touwtjes in handen, gelukkig ook met hulp van het gedienstige sluispersoneel. Wanneer ze in de Haveltersluis bij de stuurstand weg loopt om de achterste landvast vast te houden zie ik het schip langzaam op ons af komen! Ik begin te roepen; Ho!!!, stop!!!, Ho!!!,.... want ik krijg door dat hun schroef nog vooruit in zijn werk staat. De top van de mast wordt al geramd, en vleugel en vleugelhek prikken net door de opening in hun preekstoel. Mevrouw rent naar de stuurstand, krijgt het schip weer achteruit, en wonder boven wonder komen we er zonder schade af. Wanneer we Meppel naderen zie ik dat we ze kwijt zijn. Kennelijk zijn ze zo geschrokken, dat ze vandaag niet verder willen en maar bij Havelte zijn blijven liggen. Onderweg op de Drentse Hoofdvaart (en ook op het NoordWillemskanaal) weer verschillende bekende sluiswachters gezien en gesproken. Altijd weer leuk, maar vandaag Meppel halen kan wel eens afhangen van de bediening van de spoorbrug, begreep ik van hen. Het is nog geen half vijf wanneer we daar zijn, en als ik op de bedieningsknop druk hoor ik dat de brug over ongeveer 4 minuten bediend gaat worden. Na geschut te zijn in de paradijssluis, komen we dan ook ruim voor vijf uur aan bij de Galgenkampsbrug. Die wordt bediend op de hele en halve uren. Ongeveer anderhalf uur later meren we aan beneden de Rogatsluis. Het laatste stuk was miezerig en koud, en daarom nemen we eerst maar een paar schippersbittertjes, en daarna soep en brood.
28-5 Het regent, maar toch moet Twan even uitgelaten worden. Dan zie ik hoe hard het water door de stuw stroomt. Om 8.00 uur zie ik dat de lichten "enkel rood" worden, en roep ik per marifoon de sluis aan. De sluis is leeg en de deuren staan beneden al open, dus alleen de brug moet even omhoog. In de volgende sluizen moet ik steeds even wachten voor ik in kan varen, want om zo snel mogelijk het - te veel aan - water uit Drente kwijt te raken, wordt in de sluis ook gespuid. De hele morgen blijft het regenen, maar wanneer ik met de paraplu op stijf achter de kajuit sta blijf ik redelijk droog. Met een 50 mm pvc-buis heb ik dan de helmstok ver genoeg verlengd, om vanaf daar (met mijn benen) te kunnen sturen. Om 12.30 komen we bij de fietsbrug aan. De brug staat open, want er komt net een vrachtschip vanaf de andere kant. Vlak voor onze neus zet de sluiswachter de lichten op dubbelrood, en doet de brug weer dicht. Zo dicht bij huis, en toch moet ik nog aanmeren. Ik maak de Aimée vast aan een paal vlak voor de brug, en zeg tegen Martha dat ze volgens mij het beste nu gewoon met Twan naar huis kan lopen. Twan moet toch uitgelaten worden, en heen en terug met Twan, is zowat net zo ver als doorlopen naar huis.
Om 13.15 ben ik thuis.
Maak jouw eigen website met JouwWeb