Frankrijk 2011
Dit jaar weer een rondje Maas-Moezel-Rijn, alleen met een uitstapje over het Marne-Rijnkanaal naar Straatsburg en daarna over de Saar naar de Moezel. Naarmate de reis vorderde kwam er steeds meer lakwerk bij voor de komende winter, door af en toe een kleine beschadiging, opgelopen in de sluizen, met als klap op de vuurpijl wat meer schade, opgelopen door een (grote) drempel in een (kleine) sluis waar ik met de achterkant van de Aimée op kwam te liggen.
Een fotoverslag van de tocht is hier te zien.
17-6 We vertrekken om 8.30, het is fris met een stevige wind. Als het halfeen is zijn we op het eind van de Hoogeveense Vaart en meren we aan bij de Staphorster Grote Stouwe om te eten en om Twan uit te laten. Na drie kwartier gaan we verder en via Meppelerdiep en Zwarte Water gaan we richting Zwolle waar we via de Spooldersluis naar de IJssel geschut worden. De temperatuur is inmiddels wat opgelopen en de wind wat afgenomen. Drie km stroomopwaarts gaan we stuurboord uit om bij Hattem te kijken of we daar aan de kade kunnen liggen, maar er ligt al een schip en een rondvaartboot en wat er overblijft aan ruimte ziet er niet aantrekkelijk uit, en daarom laten we daar alleen Twan even uit, en gaan daarna verder. Om 19.15 zijn we bij Wijhe en meren daar aan voor de nacht. De havenmeester is op dat moment op een vrachtschip dat buiten de haven tegen "de palen" ligt en komt even later bij ons 5 euro liggeld vangen. Hij vertelt dat de mensen op het vrachtschip 80 euro moeten aftikken. In het verleden heeft daar voor langere tijd een vrachtschip gelegen en om dat te voorkomen hebben ze voor die plek maar een hoog liggeld vastgesteld.
18-6 We vertrekken op tijd; om 7.15, en als we om tien uur bij de haven van Deventer zijn meren we aan om Twan uit te laten en in het zandgat van Gorssel gaan we voor anker om te eten. Het is vandaag winderig en regenachtig. Na een half uur gaan we verder. Bij Zutphen is er een stortbui en varen we gauw de haven in, en als het wat droger is laat ik meteen Twan even uit. Na de bui verder en om 18.15 meren we in de regen aan in haven "Dorado Beach", ergens tussen Dieren en Doesburg. Voor aan de haven staat dat je je bij de dieselpomp moet melden, maar daar is niemand. Later is er nog wel iemand bij de pomp geweest, maar niet naar ons toegekomen. Waarschijnlijk liggen we ook niet in de officiële haven want we liggen aan een oude drijvende steiger die grotendeels op het land getrokken is en waar ook geen elektra en water op zit, maar voor ons is het een mooie plek in verband met Twan.
19-6 Vanmorgen zijn er zware buien met veel wind, dus een goeie reden om geen haast te maken en lekker wat te lezen, maar als het om 1 uur wat beter weer geworden is gooien we toch de trossen los om het laatste stuk IJssel te varen. Halfweg het Pannerdenskanaal ga ik bakboord uit naar het Gat van Moorlag waar ik gelijk aan de grond loop. Met volgas achteruit en met behulp van de vaarboom kom ik weer los en houd daarna wat meer de stuurboordkant van de invaaropening aan. We meren aan in de haven van W.s.v. Loowaard. Twan wordt hier bij het uitlaten helemaal gek, want het stikt er van de konijnen en de dijk wordt ook nog begraast door paarden en koeien. Het is een fijne haven op een rustige plek en er is op de hele haven niemand te bekennen. Het liggeld, (in ons geval 5 euro) kun je in een afgesloten kistje met gleuf doen en dat doe ik dus ook.
20-6 We vertrekken weer op tijd; het is zeven uur als we de trossen los gooien. Via Waal en Maas-Waalkanaal komen we op de Maas waar we om twaalf uur in Mook aanmeren om boodschappen te doen en te eten. Na een uur gaan we verder en om 17.30 meren we aan op het Leukermeer.
Het is vandaag niet warm, maar toch aangenaam weer en we kunnen 's avonds nog tot halftien buiten zitten.
21-6 We vertrekken om 7.45. Het is wat miezerig maar als we om 11.30 aanmeren in Blerick is het inmiddels droog geworden. Daar doe ik een boodschap, kan Twan van boord en eten we ook. Na een uur gaan we verder bij nu toch aangenaam weer. Onderweg tanken we de watertank vol in de aantrekkelijke verenigingshaven van w.s.v. Poseidon, 1 km voor Kessel en meren om half zes aan op Plas Polderveld, dat is bij Maasbracht.
Ook nu kunnen we weer tot halftien 's avonds buiten zitten.
22-6 We vertrekken om 7.30 en kunnen bij sluis Maasbracht gelijk naar binnen varen en komen daarna op het Juliana Kanaal terecht.
Twan is zo te zien duidelijk aan zijn vakantie begonnen.
Bij sluis Born moeten we een poosje wachten
maar na een half uurtje worden we geschut samen met een duwbakcombinatie.
We zijn vanmorgen met mooi weer vertrokken, maar om elf uur begint het te regenen. Op het kanaal zijn eigenlijk geen aanlegmogelijkheden voor pleziervaart, dus vaar ik door onder mijn paraplu en blijf dan redelijk droog. Om twee uur zijn we aan het eind van het kanaal en meer ik aan bij sluis Borgharen. Daar eet ik en kan Twan even op de kant. Om drie uur wordt het weer wat beter en gaan we verder. In Maastricht is een (drijvend) tankstation aan het water waar we de jerrycans weer vol diesel gooien. Er is ook een watersportwinkel bij waar we voor Twan een beter passend "zwemvest" kunnen kopen. In en na Maastricht kijken we nog wel naar een aantrekkelijke plaats om te overnachten, maar uiteindelijk varen we toch maar door. Om vier uur gaan we de grens over maar moeten een poos wachten voor sluis Lanaye; het wordt vandaag een latertje. Na een klein uurtje worden we geschut.
Als we boven zijn halen we bij de sluiswachter een "permis de circulation" (een vergunning om door België te mogen varen) en na 17 km Albertkanaal meren we om 19.45 aan bij koning Albert, met de bedoeling om daar te overnachten. We eten daar maar het ligt daar erg onrustig vanwege een stevige wind die waaiend over een flink stuk water een onprettige golfslag veroorzaakt. Daarom varen we na het eten naar de haven van Luik en meren daar aan voor de overnachting.
23-6 De andere dag ga ik eerst Twan uitlaten en kijk meteen even waar een bakker zit. Daarna ga ik naar het havenkantoor om het liggeld te betalen en ik zie dat de prijs voor de douche niet omhoog gegaan is sinds 2007. Die is nog steeds 1,51 euro en aan liggeld betaal ik 7,51 euro. Zonder die extra cent kunnen ze waarschijnlijk de zaak niet draaiende houden. Daarna gaan we met z'n drieën Luik nog even in om brood te kopen. Luik blijkt mooi te zijn met dicht bij de haven een mooi park en grote groenstroken met platanen.
Wij staan elk jaar nog stil bij de tweede wereldoorlog, maar in Luik gaan ze veel verder terug wat herdenken betreft.
We vertrekken om 10.30 en zijn om twaalf uur bij de sluis Ivos-Ramet. Daar zijn we na een uur pas door de sluis zodat we tijdens het wachten mooi de tijd hebben om te eten. Het is mooi weer met een lekkere temperatuur, maar wel veel wind. Bij sluis Neuville-sous-Huy duurt het anderhalf uur voor we geschut zijn. Na de sluis zien we een bui aankomen en net op tijd meer ik aan in Port Corphalie.
Ik heb het idee dat er wat in de schroef zit en ga op onderzoek uit. Het blijkt een stuk plastic te zijn.
24-6 Als we vertrekken om 7.30 heb ik Twan al uitgelaten en hebben we allebei ook al gegeten zoals ook op de andere dagen bij vertrek. Om 9.30 zijn we bij sluis d' Andenne Seilles en zijn daar na een uur geschut.
Twan, tijdens het wachten voor de sluis, hij voelt zich een hele piet met zijn nieuwe zwemvest en vindt dat hij ook wel op de bank kan zitten.
Om 12 uur meren we aan in de haven van Beez; kan Twan even de poten strekken en wij eten. Na het eten gaan we verder. Het is nog zo'n 5 km naar Namen. Daar krijgen we nog een grote sluis en daarna worden de sluizen kleiner, de huizen aan het water groter en het landschap steeds mooier.
Het wordt een lange dag want pas om 19.30 meren we aan in Dinant, na een sombere dag met af en toe regen.
's Avonds gaan we Dinant in, en dat blijkt helemaal te staan in het teken van waarschijnlijk zijn beroemdste inwoner uit het verleden; Adolphe Sax, de uitvinder van de saxofoon.
Martha wil voor de gelegenheid per se met hem op de foto.
25-6 De vorige avond was er natuurlijk niemand meer op de capitainerie daarom ga ik me vanmorgen maar aanmelden. Het blijkt dat ik bij de VVV in het gebouw er naast moet zijn, maar daar zit de deur ook op slot. Dan maar (weer eens) geen liggeld betalen. Na Namen hebben we het grote en drukke vaarwater achter ons gelaten en zijn er tot aan de Franse grens nog negen sluizen. Daar hebben we er gisteren zes van gehad dus vandaag krijgen we er nog drie. Omstreeks twaalf uur zijn we bij de eerste Franse sluis waar ik een vignet voor 30 dagen koop. Die kost voor ons; voor een boot van 12 tot 25 m2, 65,10 euro. Voor dat geld mogen we dus 30 dagen in Frankrijk varen, hoef je nergens brug of sluisgeld te betalen, heb je vele vrije aanlegplaatsen en havens met meestal vriendelijke prijzen. Volgens mij heb ik in Frankrijk nog geen 25 euro aan liggeld betaald. Om 13.00 uur meren we aan in Givet om te eten, gaan daarna verder en meren om 15.30 aan in Vireux Wallerand aan de kade. We liggen hier voor 4,10 euro, met een supermarktje en een bakker op loopafstand.
Op de foto kun je onder de brug nog net de punt van de Aimée zien.
Vandaag was het eerst somber en wat regenachtig, maar later werd het beter en konden we nog tot 19.00 uur buiten zitten.
26-6 Vandaag vertrekken we om 9.15 en willen 13 km verder in Fumay aanmeren om de plaats even in te gaan en dan meteen brood te kopen, maar er blijkt een grote viswedstrijd te zijn met markt en allerlei feestelijkheden en kennelijk hebben ze de hele aanlegsteiger ook afgehuurd c.q. in beslag genomen want er kan niet afgemeerd worden, dus dan maar doorvaren. De volgende plaats is Revin. Daar hebben we eerst nog een sluis met een sluiswachter en direct daarna een tunnel. Vorig jaar hadden we daar een verschil van mening met de sluiswachter. Hij beweerde toen, dat we door rood licht waren gevaren en wij wisten zeker dat hij groen was. Martha had niet door dat we bij die sluis waren en ik heb maar niks gezegd. Ze had nu een foto willen maken van het verkeerslicht bij de tunnel, zodat we bewijs hadden dat we met groen licht de tunnel in gevaren waren. Om 14.00 uur meren we aan in de haven van Revin.
Het is inmiddels strak blauw en 30 graden. We liggen helemaal achter in de haven, kunnen daar eerst in de schaduw van bomen zitten (later span ik een schaduwdoek) en Twan en ik gaan daar af en toe even zwemmen om af te koelen. Vanaf de heuvels tegenover ons doen ze aan paragliding.
27-6 De bakker vlak bij de haven is dicht en ik fiets half Revin af op zoek naar een bakker, maar uiteindelijk moet ik mijn brood bij de supermarkt vlak bij de haven halen die pas om negen uur open gaat. Later op de morgen doe ik nog wat meer boodschappen in de supermarkt en gooi de jerrycans weer vol diesel bij de pomp van de supermarkt. We vertrekken om twaalf uur en na anderhalf uur meren we aan na sluis 48 in de schaduw van de bomen want het is inmiddels 30 graden. We eten daar en gaan na een uur verder. Om 16.30 meren we aan in het wild bij pk 57, ook weer lekker in de schaduw.
We zijn hier dicht bij Monthermé, waar we vorig jaar op heen en terugweg gelegen hebben.
28-6 's Morgens ga ik eerst op de fiets naar de bakker in Monthermé en na het ontbijt en de wandeling met Twan vertrekken we om 8.30. Het is weer zonnig en warm. Om twaalf uur meren we aan in Charleville-Mézières in de schaduw van een boom. Martha wil nog even de stad in en ik blijf met Twan op de boot. We willen hier niet overnachten maar omdat we lekker in de schaduw kunnen liggen als we de boot steeds een eindje opschuiven (steeds met de schaduw van de boom mee) vertrekken we pas om 17.00 uur. Bij de volgende (hoge) sluis vertikt de sluiswachter het om zijn hok uit te komen om een touwtje aan te pakken en moet ik dus eerst de boot vastleggen aan het trapje en dan het trapje opklimmen met een langer touw. Hij maakt me duidelijk dat ik het touw maar aan de trap vast moet maken. (wat anders nooit mag) Om 18.30 meren we aan bij Lumes. De steiger ligt daar zowat helemaal vol. Dat heb ik nog nooit meegemaakt want andere jaren lag ik hier meest alleen. Als we liggen verdwijnt de zon ook meteen achter de wolken en om 8 uur is er een zware bui met wind, regen, hagel en onweer. Pas omstreeks middernacht wordt het weer droog.
29-6 Ik ga 's morgens op de fiets naar Lumes voor brood en bij het tunneltje onder de spoorlijn kun je zien dat er een flinke plens water gestaan heeft. We doen vanmorgen rustig aan, tanken eerst water en vertrekken om 10.15. Om 13.00 uur meren we aan bij PK 105 aan een steigertje voor 1 boot zoals we die in de omgeving van Sedan nog wel meer zullen zien.
We eten daar en gaan na een half uur verder. Sedan varen we voorbij, daar willen we niet heen deze keer en om 16.30 meren we aan in Mouzon. Net als vorig jaar kunnen we weer helemaal op het eind van de kade aanmeren; voor ons lekker privé en Twan kan lekker achter de boot zwemmen. De dag begon grijs maar na 4 uur kregen we zonnige perioden en een aangename temperatuur.
30-6 Vandaag vertrekken we om 9.15
en omstreeks de middag meren we aan boven sluis 33; Pouilly.
We liggen daar lekker, weer aan een steigertje voor 1 boot, we eten daar, lopen het plaatsje eens in, lezen en zwemmen wat (kan ik meteen de waterplanten uit de schroef halen) en na 2,5 uur gaan we verder, want er is hier geen bakker. Het is vandaag wisselend bewolkt en ruim 20 graden. Bij Stenay meren we aan voor boodschappen in een kleine supermarkt, alleen daar hebben ze geen tomaten voor de Griekse salade die ik vanavond wil maken. Het ligt hier ook erg vol en na drie kwartier gaan we verder en meren om 17.30 aan boven sluis 30 bij Mouzay. Daar is een bakker die ook wel eens wat kruidenierswaren kon hebben en misschien ook wel tomaten. Ik hoef er maar 1 te hebben. Op de fiets er heen, maar helaas, geen tomaten. Onderweg zie ik wel een lavoir (wasplaats) die me in 2008, toen ik hier ook gelegen heb, niet opgevallen was.
1-7 In zo'n omgeving wakker worden, dat zou je toch elke morgen willen,
maar ja, ze hebben hier geen tomaten, maar wel heerlijke stokbroodjes, die ik op de fiets ga halen en als we om 9.15 gegeten hebben vertrekken we en meren om 11.00 uur aan bij Dun-sur-Meuse. Toen ik in 2008 hier was, ben ik naar de kerk geklommen, die boven op een heuvel staat, maar toen ik er was en foto's aan het maken was; onder andere in de kerk, bleken de batterijen van het fototoestel leeg. De foto's die ik toen wou maken wil ik nu proberen te maken, maar als we boven zijn blijkt de kerk op slot te zijn.
Als we terug zijn eten we en gaan daarna verder. (boven nog een foto van de kerk vanaf het water) Om 16.00 uur meren we aan bij Consenvoye. Het is vandaag wisselend bewolkt bij een stevige wind en 23 graden. Lekker weer dus. Ik vraag aan de "bemanning" van de "Grutte Bolle", die ook in de haven ligt of we hier ergens brood kunnen krijgen. Bij een restaurant, vlak bij de aanlegplaats, zou dat kunnen als je dat de dag van te voren bestelt. Dat blijkt bij navraag niet zo te zijn; dus geen vers brood morgenvroeg. Twan kan hier wel weer lekker in de Maas zwemmen.
2-7 Na het eten ga ik eerst een eind met Twan lopen, zonder fototoestel en dat is dom, want er is zo vaak iets te zien dat ik het vastleggen waard vind. Als ik Twan weer naar de boot heb gebracht, doe ik de zelfde wandeling nog maar een keer en nu met fototoestel. Ik kom bij een spoorwegovergang en daar staat dit waarschuwingsbord naast de weg.
En als de slagbomen dan ook nog over de rails staan, in plaats van over de weg, begint het helemaal een beetje vreemd te worden.
Thuis, na wat zoeken op internet blijkt het gebruik van de spoorbaan er zo uit te zien.
Als ik een eindje verder loop kan ik deze foto maken, van het dal en de heuvels aan de andere kant van het dal.
We vertrekken om 9.30, de lucht is strakblauw, maar het is fris, dus lekker weer. Als we in sluis 21; Champ geschut worden maak ik een filmpje tijdens het schutten. Als ik in Frankrijk omhoog geschut moet worden leg ik de boot meestal achter of midden in de sluis vast met een touw op de voorbolder en de schroef vooruit in zijn werk. Later kwam ik er achter dat ik beter verder naar voren op de sluiswand kan vast maken en dan de schroef achteruit laten draaien. Dan kom je mooi achter in de sluis te liggen en kun je zelfs het roer los laten tijdens het schutten. Om 13.30 zijn we bij Verdun en meren we aan op de zelfde plek waar we vorig jaar ook lagen. Later zie ik een eindje verderop een ponton waar we aan kunnen meren. Daar lig je mooier en beter, dus varen we daar heen en maken we vast aan het ponton. We hebben het er niet om gedaan maar net als vorig jaar zijn we weer met Twan zijn verjaardag in Verdun. We willen eigenlijk door naar Dieue en gaan dus om 16.15 verder, nadat Martha wat lekkers bij de bakker heeft gehaald om de verjaardag van Twan waardig te kunnen vieren,
maar na een uur zijn we al weer terug, omdat de sluizen volgens de sluiswachter op de volgende sluis, om 17.00 uur gaan sluiten en dan zouden we Dieue niet meer kunnen halen. Dat is op zich niet erg, een overnachting op een plaats in de vrije natuur, maar er moet wel een bakker op loop/fietsafstand zijn. Hier liggen we ook heerlijk rustig, net voor Verdun, aan een drijvende steiger bij een parkje en met de bakker en een grote supermarkt op loopafstand.
's Avonds gaan we Verdun in. Het is druk en feestelijk vanwege een wielerwedstrijd door de straten van Verdun.
3-7 We gooien om 9.15 de trossen los en steken van wal. Als we door Verdun varen zien we langs de kade een cruiseschip liggen dat te heet gewassen is.
Bij de eerste sluis na Verdun komen we met de "Grutte Bolle" in de sluis te liggen en de volgende sluizen doen we ook samen. We krijgen van hun wat verse munt voor muntthee aangeboden, daar houd Martha wel van en ik heb een aantal Elseviers uit die zij wel willen lezen. We zoeken inmiddels een plekje om aan te meren zodat we kunnen eten en als we bij Ambly-sur-Meuse zijn, zien we een steigertje voor 1 boot; een mooie plek voor de middagboterham.
Het is prachtig weer, 25 graden met een frisse wind die het aangenaam maakt en als we zien dat er in Ambly een bakker is besluiten we om hier te blijven liggen.
4-7 We liggen vlak voor de sluis en om 8.30 loop ik even naar de sluiswachter om te vragen of we geschut kunnen worden. (we zitten hier op een gedeelte waar de sluizen met de hand bediend worden) Hij maakt meteen de sluis klaar voor ons, dus wij gooien de trossen los en steken van wal. Onderweg zien we de "Grutte Bolle" nog op een mooie plek aan de kant liggen. Bij La croix-sur-Meuse worden we zowat "overreden" door de TGV.
Die zullen we later nog verschillende keren zien rijden. We varen St. Mihiel voorbij, daar ligt het helemaal vol. (gratis liggen met stroom en water) Als we bij sluis 9 zijn, grijp ik me in de sluis voor steun vast aan de rode stang (we zijn weer bij de zelfbediengssluizen) en meteen wordt het alarm in werking gesteld en springen de lichten op dubbel rood. Daar moet eerst iemand van de VNF bijkomen en pas na een uur kunnen we verder. Na ruim 2 kilometer komen we door een klein tunneltje die ik in de opsomming van tunnels bij de beschrijving van de tocht van vorig jaar nog vergeten ben; het Souterrain des Koeurs. Bij Commercy ligt het helemaal vol. We willen toch even boodschappen doen bij de Aldi vlak naast het kanaal, daarom leg ik de boot maar provisorisch vast onder de brug en gaat Martha naar de Aldi voor onder andere bronwater. Ze kan met de winkelwagen tot vlak bij de boot komen. Na een half uur kunnen we verder en we meren om 6 uur aan bij Euville. Hier hebben we vorig jaar ook gelegen. Het was vandaag een warme dag, strak blauw en 28 graden.
5-7 's Morgens fiets ik eerst naar Euville, op ruim 1 kilometer, voor brood, maar het depot de pain, dat er vorig jaar nog was is er niet meer. Volgens een bord moet er na een paar autominuten een supermarkt zijn. Dat klopt, maar die gaat pas om 8 uur open, dus nog 20 minuten wachten. Ik ben zowat bij Commercy en daarom rijd ik maar door en koop daar mijn baguettes. We vertrekken uiteindelijk om 10.15, na eerst nog water getankt te hebben. Om 12.15 meren we aan bij Pagny-sur-Meuse. We hebben dan de laatste sluis van de Maas gehad en zitten op het canal de la Marne-au-Rhin. Het is strak blauw en 30 graden. We eten daar, laten Twan uit, en ook even zwemmen en daarna gaan we verder. Een man vraagt of we wel weten dat we nog 12 sluizen krijgen tot aan Toul, 'ja dat weten we', maar eerst komt de tunnel van Foug, ruim 800 meter lang. Bij de dubbele sluis na de tunnel moeten we onze afstandsbediening inleveren en wachten op een boot van de andere kant. (Om water te besparen tijdens het schutten loopt de helft van het water van de ene in de andere sluis. Waarom is me een raadsel want bij de sluizen hierna laten ze het water gewoon constant over de deuren weglopen.) Om 14.30 zijn we door de sluis en twee uur later meren we aan in de haven van Toul, 11 sluizen en 8 km verder. Het is warm en het mag wel niet, maar onderweg, als we in een sluis lagen en de deuren bezig waren om dicht te gaan, sprong ik soms gauw even achter de boot in het water.
Het water in de haven is helder en je ziet duidelijk allemaal kleine en grotere vissen zwemmen en dat heeft de belangstelling van ons alle drie.
's Avonds ga ik nog even een eindje lopen met Twan en als ik terug ben hoor ik dat we bezoek hebben gehad van Eiko Rozenga van de "Strûner". Daar had ik via internet contact mee gehad. Zij varen ook de "zuurkoolroute" en blijken hier in de haven te liggen. Ik zoek hem op, we maken kennis en wisselen wat ervaringen uit en ik hoor dat zij inmiddels op de terugweg zijn.
6-7 's Morgens ga ik eerst (steeds met een jerrycan achter op de fiets) de voorraad diesel aanvullen en als we om 10 uur vertrekken kunnen we direct voor de eerste sluis vast maken, omdat er net een schip geschut wordt, dus ga ik maar met het treintje spelen wat daar staat.
Welke jongen wou vroeger nu geen treinmachinist worden? (ik niet!)
Na drie sluisjes op het Marne-Rijnkanaal komen we op de (gekanaliseerde) Moezel en krijgen we grotere sluizen en schepen en dan is het eventjes net of je zowat weer thuis bent.
Om 12.30 meren we aan bij een ponton, waar een meisje van ongeveer 13 jaar, net bezig is om een 50 ct muntstuk tussen de gleuven van het ponton weg te peuteren. Ze wordt helemaal zenuwachtig van ons als we daar aanmeren, want het lukt niet zo goed, maar dan, hoera, ze heeft hem. Na het eten komen we na ruim 11 km en 1 sluis bij Pompey - een sluis met een verval van 2,7 m - en 1,5 km daarna gaan we stuurboord uit richting Nancy. Daar krijgen we kort na elkaar twee sluizen (waar we weer een afstandsbediening krijgen) en na 10 km en een aantal vaste, maar ook een paar beweegbare bruggen
zijn we bij de haven van Nancy. Het ligt daar vol op een enkele vrije plekje na, maar het lijkt Martha beter om tegenover de haven te gaan liggen in verband met Twan.
We liggen daar goed, tegenover een parkje. Het enigste nadeel is dat er veel mensen met honden langs komen en dan moet Twan wel even laten weten dat hij vandaag hier de baas is.
s'Avonds gaan we Nancy in, naar het Stanislasplein. Dat is prachtig en ook prachtig verlicht.
Om 11 uur zal er een lichtshow zijn. Zo laat is het nog niet en daarom kijken we eerst nog wat rond.
Tegen 11 uur zijn we weer terug en dan begint de indrukwekkende lichtshow. Wij hebben een andere show gezien als op het filmpje die ook bij lange na de werkelijkheid niet weergeeft, ook omdat de lichtbeelden op alle gebouwen rondom het plein geprojecteerd worden en dat is op het filmpje niet te zien.
Het was vandaag gelukkig niet meer zo warm als gisteren, 's morgens bewolkt en fris en later opklaringen en 25 graden.
7-7 Gisteravond waren we al even in een mooi park geweest; La Pépinière. Daar willen we vandaag nog even naar toe en Place Stanislas willen we ook wel even bij daglicht zien. Verder valt Nancy ons wat tegen.
Als we terug zijn drinken we koffie en daarna vertrekken we, het is dan 11.00 uur. Het is vanmorgen lekker weer, zonnig met een lichte bewolking. Direct bij de eerste sluis is het al mis, er liggen al twee boten voor de sluis, maar hij doet het niet om een of andere reden. Er is al om een sluiswachter gebeld, maar die laat nog op zich wachten. Ik ga intussen maar even met Twan op de kant en loop ook naar de sluis. De sluisdeuren aan de andere kant blijken open te staan en het licht staat op rood. Dit soort situaties heb ik in het verleden vaker meegemaakt. Ik houd mijn hand een poosje voor de detector die uit- en invarende schepen signaleert en trek daarna de blauwe stang omhoog en zowaar, het werkt. Eerst gaan de twee schepen die al lagen te wachten schutten en daarna gaan wij. Om 12.30 zijn we door de sluis. De lucht begint in de loop van de middag geleidelijk te betrekken en uiteindelijk begint het te regenen. Daarom uur meren we om drie uur maar aan boven sluis 22 op het Marne-Rijnkanaal. We liggen net achter een monumentje, het gaat over een visser of vissers maar de tekst ben ik nog niet uit. Wie het weet mag het zeggen.
8-7 We vertrekken 0m 8.15 en zijn drie kwartier later bij sluis 20 en die heeft dubbel rood. Er liggen al twee schepen voor de sluis te wachten en die hebben al gebeld voor een sluiswachter. Na drie kwartier zijn we door de sluis en als we bij Einville-au-Jard zijn meren we aan en gaat Martha even boodschappen doen terwijl ik Twan uitlaat. Als Martha terug is gaan we direct door en om 12.30 meren we aan bij Bauzemont, boven sluis 17 om te eten. Het is vandaag aangenaam weer; wisselend bewolkt bij 26 graden. Na ruim een uur gaan we verder en om kwart voor vier meren we aan bij Lagarde.
Wat verderop is een haven waar we niet willen liggen en waarom zouden we ook, want wij liggen hier mooi aan een (gemaaid) graskantje. Als we het dorp ingaan blijkt er een epicerie te zijn, dus morgen kunnen we brood halen.
9-7 Eerst ga ik brood halen, maar dat valt tegen. De winkel gaat pas om 8 uur open en op een papier achter de ruit lees ik dat je er alleen brood kunt krijgen als je dat de vorige dag besteld hebt, dus geen vers brood vanmorgen. Dan maar oud brood en crackers en na de wandeling met Twan vertrekken we nadat we de watertank bij de haven volgegooid hebben, het is dan 8.45. We komen al snel achter een paar huurboten met Duitse jongens/mannen terecht, die elkaar bij de sluizen dwars zitten. Na een poosje loopt een aantal van hen in de blote kont. Ik vraag hen of ze een beetje willen dimmen, want ze zitten niet alleen elkaar dwars, maar ook ons. Ik verdenk hen er van dat de sluis met dubbel rood van gisteren ook hun werk is geweest. Op de foto hieronder varen we achter de achterste boot. We zijn daar bij een splitsing. Links gaat naar 5 sluizen die niet meer werken en rechtdoor gaat naar sluis 2, met een verval van 15.70 m die die 5 sluizen vervangt. Een hoogterecord tot nu toe.
Hoeveel oponthoud het gedol van die Duitsers geeft merken we bij sluis 2.
Daar zit een sluiswachter op en als we om 12.15 aankomen heeft die middagpause. Zonder oponthoud waren we ruimschoots voor 12.00 uur bij de sluis geweest en waren we dus al lang geschut. Om 13.00 uur kunnen we de sluis in, de Duitsers liggen voorin aan een drijvende bolder en ik achterin, maar er komt nog een boot aan en de sluiswachter wil dat wij naar voren gaan. Ik maak die sluiswachter duidelijk dat ik daar nergens vast kan maken, maar hij zegt dat er best een aantal boten tegelijk in de sluis kunnen liggen. Ik denk daarom dat het water in de sluis heel rustig is tijdens het schutten en dat ik misschien wel los in de sluis kan liggen. De mensen op de boot achter ons aarzelen voor de sluis en hebben een hele discussie met de sluiswachter, en als ik zie hoe lang die boot is besluit ik om achteruit de sluis uit te varen. Die sluiswachter kan me wat. Dan wacht ik wel tot de volgende schutting. De boot blijkt een luxemotor uit Gent; de Sepia die we al eerder gezien hebben o.a. in Toul en Nancy. De schipper vraagt mij waarom ik de sluis uit vaar en ik vertel hem dat ik nergens vast kan maken als hij ook de sluis inkomt. Hij zegt; 'ik ga de sluis niet in want ik pas er toch niet bij ', dus vaar ik maar weer de sluis in. Het blijkt dat ik het schip op die drijvende bolder praktisch niet kan houden, en vraag Martha om de schroef vooruit in zijn werk te zetten en met het roer naar de sluiswand te sturen. Ik moet er niet aan denken dat ik los in de sluis gelegen had. Om 14.30 meren we aan bij Gondrexange. De dag begon mooi, maar het is inmiddels beginnen te regen. Als het wat droger is gaan we boodschappen doen, we halen onder andere brood. We eten daar dus wat laat, (het brood is trouwens niet te vreten) en om 16.00 uur gaan we verder en meren 1,5 uur later aan bij Hesse, voorbij de haven met huurboten. Het is inmiddels beter weer geworden en ruim 20 graden. Hier blijkt alleen een bakker te zitten, met wat kruidenierswaren, maar dat stelt niks voor. Omdat ik vanavond een Griekse salade wil eten, besluit ik voor de ingrediënten naar Sarrebourg te fietsen; ruim 3 kilometer. Drie kilometer is niet zo ver op de fiets, maar valt toch tegen, want bij Sarrebourg moet ik nog een eind fietsen en het is nog al heuvelachtig. Naar beneden gaat wel lekker, maar als je heen en terug moet, moet je dat zelfde stuk ook een keer naar boven. Het is tegen achten als ik weer terug ben.
10-7 's Morgens haal ik eerst heerlijke stokbroodjes bij de bakker en na de wandeling met Twan gooien we de trossen los. Het is dan 8.30 uur. Na sluis 2 hebben we een stuk van 33 km zonder sluizen, het zogenaamde scheidingspand. Dat is het hoogste gedeelte in een kanaal. Van af Nancy gingen we omhoog tot aan sluis 2 en na het scheidingspand gaan we dus weer naar beneden. Na 7 km krijgen we eerst twee tunnels; 1 van 475 - en 1 van 2306 meter.
De spoorlijn naar Straatsburg loopt hier vlak langs het kanaal en gaat met een aparte tunnel ook door de heuvel.
Daarna krijg je een scheepslift die 17 sluizen vervangt. Je vaart in een bak met water, die daarna over rails van een helling rolt, en beneden vaar je er weer uit; ruim 44,5 meter lager.
Wij moesten er schuin in liggen anders pasten we er niet in met zijn drieën; een rondvaartboot, een huurboot en wij.
Ik houd de boot een beetje van de kant van de bak af, want de stootwillen heb je niet veel aan als je schuin ligt maar verder gaat dit heel comfortabel natuurlijk.
De contragewichten die naar boven rollen, terwijl wij naar beneden gaan.
Op onderstaande foto is goed te zien hoe het kanaal slingerend door de heuvels loopt. Het gedeelte van Nancy tot het scheidingspand is aan de zuidkant van een heuvelrug gegraven. Het kanaal volgt dan horizontaal de zijkant van de heuvel tot de volgende sluis, waar je een paar meter omhoog gaat. Na het scheidingspand varen we meestal aan de noordkant van de hellingen van een heuvelrug. Nu kijken we dus rechts tegen de heuvel aan en aan de andere kant kijken we over de dijk in het dal dat een aantal meters onder het kanaalpeil ligt. Soms wordt er kennelijk ook een dal overgestoken, want dan is aan beide kanten van het kanaal een dijk en ligt de grond naast de dijk vaak aanmerkelijk lager dan het kanaalpeil.
Om 12.00 uur meren we aan in Lutzelbourg.
Daar eten we, tanken we water en lopen we Lutzelbourg eens in. Het is inmiddels gaan regenen, maar als het om 15.45 weer droog is gaan we toch verder tot we een eindje voor Saverne een stortbui krijgen. Daarom meren we daar maar gauw aan.
Als het droog is laat ik Twan uit en ga meteen op zoek waar ik morgen moet zijn voor brood. Er blijkt een popconcert te zijn op een marktplein. Een beetje te veel lawaai voor Twan zijn oren dus we lopen maar gauw door. Een bakker zie ik niet, daarom ga ik nadat ik Twan teruggebracht heb Saverne nog maar een keer in en dan vind ik er een.
11-7 Na het ontbijt gaan we 's morgens eerst de stad in, want het is een mooie plaats en er moet een rozentuin zijn die Martha wel graag wil zien. De rozentuin kunnen we niet vinden en terug bij de boot, om 9.45 vertrekken we. Ik had de sluiswachter al gevraagd of ik zo geschut kon worden en als we bij de sluis komen kan ik zo invaren.
Aan de andere kant van Saverne is de jachthaven. Daar ligt ook de Sepia en als wij langs komen maakt die de touwen los en vaart achter ons aan. Na Saverne zijn weer automatische sluizen, maar die werken niet met zo'n afstandsbedieningen ook geen slang waar je aan moet draaien, maar een slang waar je aan moet trekken. De eerste keer trek ik waarschijnlijk niet hard genoeg, dus doet de bemanning van de Sepia dat nog eens dunnetjes over. We passen mooi met zijn tweeën in de sluis. Het blijkt steeds een soort sluizentrap/ketting te zijn. Bij de eerste sluis trek je aan de slang en daarna worden een aantal dicht bij elkaar liggende sluizen automatisch voor je bediend, je moet nog wel de blauwe stang omhoog duwen als je in de sluis ligt. Bij sluis 41 meren we aan om te eten. We liggen dan net voor de laatste sluis van de sluizentrap en als na het eten er een boot aankomt, sluiten wij er gauw achteraan en schutten zo mooi mee. De huizen gaan er steeds meer Duits uit zien in de meest fantastische kleuren, zoals verschillende tinten geel, groen, soms gifgroen, paars, rose en blauw, soms ook met prachtige muurschilderingen.
De plaatsnamen worden ook Duits zoals; Ingenheim, Hochfelden en Mittelhausen. Om 17.30 zijn we bij Vendenheim, een plaatsje zo'n 10 km voor Straatsburg en daar meren we aan. We liggen daar lekker in de schaduw van hoge coniferen want de temperatuur is inmiddels opgelopen tot 27 graden.
12-7 We vertrekken vroeg vanmorgen. Al om 6.45, want het zal warm worden vandaag, er is geen bakker in de buurt dus daar hoef ik niet heen en we willen niet in Straatsburg overnachten, dus we moeten nog weer een eindje dezelfde weg terug. Dichter bij Straatsburg komen de gebouwen van het Europese parlement al in zicht.
We meren aan in een haven niet ver van het centrum van Straatsburg. Het is dan kwart over negen, dus nog vroeg, maar het begint al warm te worden. Het is wel een mooie stad, maar ik hoef er niet zo nodig nog eens heen. We zoeken een supermarkt voor wat boodschappen en gaan dan op weg naar de Kathedraal. Als we daar aankomen is de dag zo ver gevorderd dat de eerste boot- en busladingen toeristen aangekomen zijn, allemaal onder begeleiding van een gids, die achter elkaar de kerk in stromen. De kerk is gewoon vol en ik loop met de stroom mee gauw de kerk door en maak dat ik weg kom. Tegen 12.00 uur zijn we weer terug bij de boot en gaan ook meteen weer op de terugweg, het is inmiddels ruim 30 graden. Om 13.15 meren we aan bij een aanlegplaats boven sluis 50. Ik kijk even bij het toiletgebouw of de douche open is, maar alles is dicht, anders was ik even onder de douche gesprongen. Na 3 kwartier gaan we verder en 1,5 uur later meren we aan op een plek in het wild maar wel met schaduw. We willen daar niet overnachten, want er is daar verder helemaal niks. Om vijf uur gaan we verder en zien dan al gauw een donkere lucht aankomen, daarom proberen we direct weer aan te leggen. Ik ben al met de touwen op de kant, maar de plek is niet zo geschikt; dan maar aan de andere kant van het kanaal proberen, maar daar kunnen we ook geen goede plek vinden. De sluis, sluis 46 blijkt bemand, gaat open en de lichten gaan op groen. We besluiten om de sluis maar in te varen en uiteindelijk varen we door tot voorbij sluis 42, waar we om 19.00 uur aanmeren. Het regent dan inmiddels en ik merk dat we de meerpennen kwijt zijn. Ik leg de boot maar gauw vast aan een klein anker en een stuk buis die ik in de grond steek. We eten daar, het klaart wat op en ik besluit om op de fiets terug te gaan om te kijken of de meerpennen nog ergens liggen op een van de plekken waar we wilden aanleggen of gelegen hebben. Dat is heen en terug zo'n 12 á 14 km fietsen, maar de rest van de tocht zonder meerpennen lokt mij ook niet, vooral omdat we vaak in het wild willen aanmeren. Ik neem de rugtas mee voor het geval ik ze vind en gelukkig, op de plek waar we vanmiddag wilden aanmeren liggen ze op de kant. Na een klein uur ben ik weer terug.
We liggen bij een oude kilometerpaal, pk 288.
13-7 We vertrekken om 7 uur. Martha vindt Lutzelbourg zo'n mooi plaatsje en daar wil ze graag liggen op 14 juli, omdat op die dag iedereen vrij en alles gesloten is, dus we kunnen dan niet varen. Het is nog warm, maar grijs en als we Saverne voorbij zijn begint het af en toe te miezeren en vlak voor Lutzelbourg houd het op met zachtjes regenen.
Om 13.45 meer ik aan in Lutzelbourg. Als het later op de middag droog wordt loop ik Lutzelbourg in en koop bij de bakker een schwarzbrot, daar kunnen we een poosje mee vooruit als de winkels morgen dicht zijn en veel keus is er ook niet meer. Het klinkt me niet goed in de oren; schwarzbrot,
maar het blijkt heel lekker te zijn, lekkerder als de bollen die we later in Duitsland kopen.
14-7 Na het nuttigen van een paar plakken schwartsbrot met jam en een kop thee laat ik Twan uit en als ik met hem langs het kanaal loop komt er een boot langs. 'Hé, de sluizen zijn toch gesloten, waar komt die weg? Misschien toch van deze kant van de sluis.' Later ga ik toch maar eens kijken of hij voor de sluis ligt, maar hij is weg en de lichten van de sluis staan op enkel rood; meestal een teken dat ze bediend worden. Als er ook nog een huurboot langs komt vraag ik maar eens of er gewoon gevaren kan worden en zij zeggen dat er geen belemmeringen zijn en blij verrast start ik daarom gauw de motor en vaar naar de volgende sluis waar we samen met de huurboot schutten, evenals bij de volgende 2 sluizen en dan zijn we weer bij de Scheepslift van Saint-Louis-Arzviller. De mensen van de huurboot maken een gebaar dat we ze maar voorbij moeten varen, zij gaan niet mee naar boven. De bak komt net naar beneden met een rondvaartboot en als die uitgevaren is kunnen wij er direct in en in ons eentje gaan we in de bak naar boven (filmpje). Boven staan een boel toeschouwers en wanneer we daar aangekomen zijn, krijgen we applaus, net alsof we met een vliegtuig geland zijn. Om 13.00 uur meren we aan bij Hesse op de zelfde plek waar we op de heenweg ook lagen. We eten daar en ik loop even een rondje met Twan waarna we verder gaan. Twee kilometer verder zijn we bij de Saar en steken die over via een aquaduct.
Even verder komen we dit vaartuig tegen. Drie Duitse mannen (gezien de vlag) van middelbare leeftijd aan boord; weinig comfort (wel koelkastjes), maar veel plezier volgens mij.
Het was vanmorgen grijs maar droog, maar inmiddels is het opgeklaard bij een aangename temperatuur, het is 21 graden. Als we bij het Saar-Kolenkanaal of, (de mooier klinkende naam) "Canal des houillères de la Sarre" zijn gaan we stuurboord uit het kanaal op.
Ook hier werken de sluizen vandaag en na sluis 1 varen we door tot sluis 2 en gaan daar aan de kant.
Het sluiswachtershuis zijn ze mee aan het verbouwen geweest. Er zitten allemaal nieuwe draaikiep-ramen en een nieuwe voordeur in, er zit een nieuw dak op, er zit een nieuwe garage aan gebouwd, maar daarvan is de nieuwe deur kapot en je kunt zo naar binnen stappen. Je kunt zien dat er al tijden niks meer aan gebeurd is. Geld op? Later op de avond zie ik ineens dat er twee reeën in het kanaal zitten. De ene komt langs de beschoeiing recht op de boot af. Als ik hem voor de lens van mijn fototoestel heb, druk ik af, maar achteraf blijkt dat hij op dat moment net vanuit het ondiepe water op de kant gesprongen is. Als hij op de kant stil staat kan ik hem wel op de foto zetten.
Hij rent het bos in en we horen hem nog een hele tijd "loeien". De andere ree gaat de andere kant op en ik loop er heen met mijn fototoestel voor een foto, maar ook om het beest eventueel te helpen om uit het kanaal te komen, aangenomen dat ik daar de gelegenheid voor krijg. Ik kan een foto van haar maken, want het is een vrouwtje volgens mij, een beetje vaag, want ik moet ver inzoomen en het licht is al niet zo best meer.
Het is zo'n beetje bronsttijd en ik denk dat ze tijdens de achtervolging door het mannetje in het kanaal terecht gekomen zijn. Het beest loopt langs de beschoeiing die een eindje verder ophoud. Daar klimt het op de kant en gaat er vandoor.
15-7 We hadden gisteren met de sluiswachter afgesproken dat we graag om 8.30 geschut wilden worden en ruim op tijd is er iemand op de sluis en kunnen we verder. Het is een jonge man die op een brommer steeds mee naar de volgende sluis rijdt. Ik krijg steeds meer bewondering voor de Fransen die vroeger deze kanalen aangelegd hebben. De volgende 2 foto's zijn kort na elkaar genomen, de ene foto naar de ene - en de andere foto naar de andere kant van het kanaal. Het niveau van de meren aan beide kanten van het kanaal (het is op de foto's niet zo goed te zien) ligt gescheiden door een paar smalle dijken een paar meter lager dan het kanaalpeil.
Als we om ongeveer twaalf uur in Mittersheim zijn is het middagpauze voor de sluiswachters en meren we daar aan om te eten. Martha gaat nog even naar de winkel voor een boodschapje en ik laat Twan uit. We treffen daar ook weer de Grutte Bolle uit Rockanje. Er worden weer kruiden en Elseviers uitgewisseld en tot onze verrassing voor ons beiden ook een plakje heerlijk zelfgebakken (rozijnen/noten) brood. We eten daar, tanken daar water maar gaan om 13.00 uur verder. Het is heerlijk weer, half bewolkt en 25 graden. Om 17.45 meren we aan in het wild op weer een prachtige plek bij km 47.
16-7 We vertrekken om 8 uur, het is nog 17 km tot Sarrequemines en daar komen we om 11 uur aan. We komen van het kanaal op de echte Saar.
We meren aan vlak voor een supermarkt en ik probeer daar eerst te tanken maar mijn bankpas wordt niet geaccepteerd. (achteraf had ik hem waarschijnlijk ondersteboven in de automaat moeten stoppen zoals ik later ook ondervond bij een pinautomaat in Duitsland) Daarna gaat Martha er boodschappen doen en eten we daar ook. Om 12.45 gaan we verder. Na de volgende sluis is over een lengte van 10 km, de stuurboordoever Duits en de bakboordoever Frans grondgebied. Tegen 4 uur meren we aan in Saarbrucken.
De reis begint langzamerhand een politiek tintje te krijgen, want nadat we in Straatsburg langs de gebouwen van het Europese parlement zijn gevaren liggen we hier, schuin tegenover het gebouw van de "Landtag des Saarlandes"; het parlement van de deelstaat Saarland.
Daar is niks mis mee maar daar voorlangs loopt een drukke weg. Zo'n lawaaiige aanlegplaats zijn we niet gewend. Ik laat Twan uit en kijk meteen of ik een bakker zie. Omdat ik die niet vind ga ik later op de fiets Saarbrucken in en vind daar een bakker waar ik een groot rond Duits brood koop. Als ik terug kom zie ik de achterbuurman met jerrycans en een steekwagentje bezig. Er blijkt op ongeveer een kilometer afstand een tankstation te zijn, dus ga ik ook maar op pad met iedere keer 1 jerrycan achter op de fiets.
17-7 's Morgens eerst regen, maar als het om 8 uur wat opklaart gaan we toch maar. Een half uur later zijn we bij sluis Saarbrucken en dan zien we de bui letterlijk al hangen. Gelukkig is er net een aanlegplaats en kan ik de bui binnen over me heen laten gaan. Na een kwartier is het droog en worden we samen met een ander schip geschut. Om 12.00 uur, na sluis Lisdorf - we zijn dan bij Saarlouis - krijgen we weer een bui. Ook daar weer de mogelijkheid om aan te meren, nu aan een ponton. We eten daar en Twan kan ook mooi even de kant op. Na een half uur gaan we verder. Na een bewolkte morgen klaart het in de middag wat op en wordt het nog 21 graden. Het eerste gedeelte van de Saar vonden we niet erg aantrekkelijk maar langzamerhand wordt het mooier en als we om 15.45 een ponton zien op een mooie plek meren we daar aan.
We liggen hier vlak voor de Saarschleife in een prachtige omgeving. Twan heeft het ook naar de zin, want die krijgt zijn zondagse bot.
18-7 Regen!!! Als het om 10.45 droog is geworden vertrekken we en krijgen we een prachtig stuk Saar, de Saarschleife dus.
De volgende 2 sluizen geven weinig oponthoud en bij Saarburg meren we nog even aan bij een ponton om Twan uit te laten. Bij de laatste sluis, sluis Kanzem is het nog even vervelend. Er is een bui met erg veel wind. (van achteren) Ik zie geen kans om de boot goed met de neus naar voren aan te meren voor de sluis, daarom meer ik maar andersom aan. Het lijkt er op of de sluis problemen heeft, want in de grote kolk ligt een duwbakcombinaties die maar niet uitvaart. De deuren zijn ook niet open. Ik krijg uiteindelijk wel groen licht en zie kans om met veel wind op de kont toch goed aan te meren in de sluis.
Klaar om uit te varen.
Om 16.45 uur komen we op de Moezel, gaan stuurboord uit, en met de stroom mee. Achthonderd meter verder is de haven van Konz daar meren we aan voor de nacht. Vanmiddag werd het weer gelukkig beter, met af en toe felle opklaringen. 's Avonds is het zelfs lekker weer en gaan we de stad in. Bij een grote supermarkt doen we meteen wat boodschappen.
19-7 Vanmorgen laat ik eerst Twan uit want de gisteren bestelde broodjes kunnen we pas om 7.30 ophalen in het havenkantoor, waarbij meteen het liggeld afgerekend wordt. Om 8.30 vertrekken we. Het is bewolkt maar aangenaam weer.
Vandaag hebben we drie sluizen met soms een beetje oponthoud, en 1 bui. Om 17.45 meren we aan in de haven van Bernkastel-Kues.
Eigenlijk is het de haven van Kues, want Bernkastel ligt aan de andere kant van de Moezel. De jachthaven ligt vol en daarom gaan we maar aan de kade liggen met wat extra stootwillen tussen de damwand en het schip. Een mooie vrije plek en nog gratis ook, maar voor Twan een hele sprong van- en op het schip. 's Avonds wandelen we door Kues, over de brug naar Bernkastel; een prachtig plaatsje.
's Avonds is het lekker, haast wat broeierig en kan ik nog tot 10.45 in T-shirt buiten zitten.
20-7 We vertrekken om 7.30. Na sluis Zeltingen krijgen we sluis Enkirch en daar hebben we 3 kwartier oponthoud. Om 13.45 zijn we bij Zell en is er een bui en een ponton om aan te meren. We eten daar ook, ik laat Twan uit en als het wat droger is ga ik de plaats even in, zie een bakker en koop nog maar zo'n rond brood. Na een half uur is het droog en gaan we verder. Bij sluis Aldegund is het een half uurtje wachten en omdat er een bui is kan ik dat mooi binnen doen. Vanmorgen was het droog en bewolkt maar vanmiddag, miezerig en regenachtig en als we een haven zien meren we daar aan.
Het blijkt de "Holländischer Hof" bij Senheim te zijn, een combinatie van camping en haven. 's Avonds wordt het droog en als ik Twan uitlaat boven op de dijk vind ik daar heerlijke grote bramen. 's Avonds maken we een wandeling naar en door Senheim. Het plaatsje is niet bijzonder, maar we komen op de kerk, en boven op deuren, bij verschillende huizen, wel onderstaande tekens tegen.
Ik werd erg benieuwd wat daar de achtergrond van kan zijn, heb daar een foto van gemaakt met de bedoeling om dat thuis op internet eens uit te zoeken. Ik vind er dit over. De cijfers staan dus voor het jaartal, de letters voor Caspar, Melchior en Balthasar, de Drie Koningen of wijzen uit het oosten, maar staan ook voor een zegenwens "Christus mansionem benedicat", "Christus zegene dit huis". Het blijkt niet alleen een Duits gebruik, want ik kwam het ook tegen op sites in Engeland en de VS. 's Avonds is het lekker weer en zitten we tot tien uur buiten.
21-7 De andere morgen zie ik deze boot in de haven liggen. Als je je boot zo'n naam geeft moet hij je ongetwijfeld erg lekker zitten!
We vertrekken om 8.15 uur en ik krijg steeds meer het gevoel in het decor van een modelspoorbaan rond te varen. Met een riviertje met bootjes. (waar wij dus ook in varen) Met heuveltjes waar over de weggetjes, boven en beneden autootjes rijden. Dorpjes en huisjes op de heuvels en in de dalen en uiteraard met treintjes, die soms zo maar in een tunneltje in een heuvel verdwijnen en een eindje verder weer uit een tunneltje tevoorschijn komen.
Treintje bij een stationnetje.
Als we bij sluis Müden zijn, kom ik weer in de harde werkelijkheid terug. We moeten gebruik maken van de bootschleuse. Die moet je zelf bedienen en dat is niet zo moeilijk. Ik vaar de boot in de sluis, hij past er net in van breedte en leg hem achter in de sluis aan op de "middenbolder". Bij de bedieningskast moet je een schakelaar op berg- of dalvaart zetten. In ons geval op dalvaart, want wij gaan stroomafwaarts. Dan op een knop drukken en dan gaat de sluis werken. Ik sta inmiddels weer aan boord, de deur is dicht gegaan en we zijn aan het zakken, maar opeens zie ik een gele stippellijn op de sluismuur waar ik met de achterkant van de boot een eind achter lig. We liggen boven de drempel! Ik laat gauw het touw los en wil de boot naar voren drukken, maar het is al te laat, hij ligt er met de achterkant van de kiel al op en vooruit duwen is niet meer mogelijk. Ik roep Martha, ren het trapje op waar we bij liggen en druk op de alarmknop om het schutten te stoppen, maar het water zakt gewoon door. De boot gaat steeds schuiner liggen en ineens glijd hij vooruit van de drempel af. Het roer wordt door de drempel uit de scharnieren gewipt en blijft op de drempel liggen en de helmstok is doormidden gebroken. Ik ga gauw het trapje af en weer aan boord en vis met de pikhaak het roer van de drempel af, want die denk ik nog wel nodig te hebben. Als we beneden zijn probeer ik dan ook eerst het roer weer aan de boot te krijgen. Dat lukt niet erg, daarom trek ik maar een zwembroek aan en ga het water in om te kijken wat er onder water aan de hand is. Ik voel dat het oog waar de onderste scharnierpen in draait door de drempel naar boven geknikt is en met een moker sla ik die weer naar beneden. Uiteindelijk breekt hij af. Nu kan het roer er wel weer aan gezet worden, maar draait nu alleen op de bovenste twee scharnierpunten. Alleen zonder helmstok is het moeilijk sturen. Gelukkig heb ik bankjes op de boot waar een soort vlonderplankjes op zitten, een accuboormachine en schroeven en dus schroef ik twee van die plankjes los en schroef die aan weerskanten van het roer. De deur van de sluis is uiteindelijk ook open gegaan en we varen de sluis uit.
Hoe groot die drempel is kun je redelijk goed zien op deze foto uit 2007.
Het touw waar ik het roer altijd mee vast zet heb ik er ook zo gauw mogelijk weer aan gemaakt en dan ziet het er zo uit.
We doen daarna vandaag nog een sluis, sluis Lehmen en daar moeten we weer in de grote kolk. We moeten daar even wachten op een schip van de andere kant en komen dan aan de praat met een paar vissers die ook geschut moeten worden. Ze vertellen dat ze al 15 jaar paling uit de Moezel vangen die dan naar Nederland getransporteerd wordt en daar weer uitgezet. De paling kan vandaar naar de Sargassozee waar ze zich voortplanten. De sluizen in de Moezel schijnen een grote barrière voor de paling te zijn.
Om 18.00 uur komen we aan in de haven van Güls. Ik ga op zoek naar de havenmeester en kom daarbij in het havenrestaurant terecht. Ik wil op deze reis nog een keer een echte Duitse schnitzel eten en bij navraag blijkt ook een vegetariesch menu mogelijk, dus we besluiten om daar te gaan eten. In de toekomst moet ik toch maar eens in een "gewoon" restaurant in Duitsland een schnitzel gaan eten want het is weer drie keer niks. Martha heeft een of ander aardappelgerecht met een paddenstoelensaus en ik een schnitzel met jagersaus, maar op allebij de gerechten zit dezelfde aangebrande saus. De gemengde salade is van tevoren klaar gemaakt en staat duidelijk al een poosje, maar de frites en de witte Moezelwijn is lekker en we zitten goed met een prachtig uitzicht. Eigenlijk was het dus 2, of 4 keer niks. Ik lees soms verhalen op internet waar mensen uitstekend eten in een havenrestaurant, maar in 2007, in Winningen op een paar km afstand van hier, had ik eenzelfde ervaring als nu, hier in Güls. 's Avonds sloop ik nog maar een wat smaller plankje van het bankje en schroef dat tussen de andere twee plankjes. Dat geeft wat meer stevigheid en is ook wat handzamer.
22-7 We vertrekken op tijd want op de Rijn willen we opschieten en proberen om zo snel mogelijk in Nederland te zijn. Het is 6.45 uur als we de trossen los gooien, maar als we bij de laatste sluis op de Moezel zijn moeten we wachten op een schip dat opgeschut wordt en daarna moet er eerst een vrachtschip in de afvaart in en kan ik daarna, samen met een ander plezierjacht aansluiten en meeschutten.
Op de Rijn, met de stroom mee loopt de snelheid op naar 14 à 15 km/uur. Als we bij km 618 zijn vinden we in een afgedamd stuk Rijn een plek aan een ponton waar Twan even op de kant kan. Als we om 14.30 bij Mondorf zijn meren we daar in de haven aan en kan Twan weer even de benen strekken en kunnen wij eten. Vanmorgen was het wisselend bewolkt en lekker weer, maar 's middags komt er meer bewolking en een stevige frisse wind bij 20 graden. Na drie kwartier gaan we verder. Als we om 16.45, vlak voor Keulen bij Porz zijn vinden we het mooi geweest voor vandaag en meren we daar aan in de haven om te overnachten. We vragen of er in de buurt een bakker of een supermarkt is en in Zündorf, op een paar honderd meter vanaf de haven is een supermarkt, waar we met zijn drieën heen wandelen. Zündorf blijkt een leuk plaatsje.
23-7 We vertrekken weer vroeg; 7 uur. Om 11.30 zien we een haventje, vlak voor Dusseldorf, waar we aanmeren. Twan krijgt even de gelegenheid om te doen wat hij moet doen en kan zijn snuffelbehoefte ook even bevredigen. Als ik met Twan over het haventerrein loop valt het mij op dat de haven, of beter, de botenstalling een hoog Willy Wortel gehalte heeft. Er staan een aantal voornamelijk zeilboten op de stalling en twee oudere mannetjes, (ze zullen dus ongeveer van mijn leeftijd zijn) zijn bezig om een zeilboot, op een lorrie over rails, van uit het water met een elektrische lier de helling naar de botenstalling op te trekken. Verder naar boven kan de lorrie dan op een draaiplateau een kwartslag gedraaid worden en dan zijdelings langs de helling geduwd. Daarna komt hij bij een ander spoorlijntje, wordt weer een kwartslag gedraaid en daarna kan hij verder omhoog. Als je de link van het haventje aanklikt, kun je zien, (het is kennelijk winter) dat de boten dan ook in drie rijen liggen. Nadat we daar ook gegeten hebben gaan we verder. Bij Dusseldorf is het even weer erg druk met vracht- en rondvaartboten, en ik hoop dat iemand me kan vertellen waarom de vrachtschepen varen zoals ze varen; ik ben erg benieuwd. Want voor Dusseldorf krijg ik eerst een binnenbocht. De schepen in de opvaart nemen het liefst de binnenbocht, omdat dat korter is , maar vooral omdat daar minder stroming staat. Het zogenaamde blauw varen. In de binnenbocht liggen meestal boeien, - ik houd in principe op de Rijn stroomafwaarts steeds stuurboordswal - daar vaar ik dan vaak achterlangs bij tegenliggers zodat ze geen last van mij hebben. Voor mij is het daar nog diep genoeg. Daarna komt een scherpe buitenbocht voor mij en dan zou je verwachten dat de (geladen) vrachtschepen de (voor hen voor de hand liggende) binnenbocht nemen, maar nee, ook dan tonen ze het blauwe bord en gaan zo dicht mogelijk op de verkeerde oever varen, op een enkeling na, die dus wel de binnenbocht neemt. Ik ga daarom maar naar de linker oever en vaar dáár achter de boeien langs. Dit gedrag ben ik op meer plaatsen op de Rijn tegengekomen. Het lijkt wel of de opvarende schepen altijd de voorkeur hebben voor de verkeerde oever, of dat nu een binnenbocht is of niet. Er is vandaag weer een stevige wind, maar ik voel natuurlijk ook de vaarwind, want als je twaalf tot 15 km/u gaat is die ook niet te verwaarlozen. Om 14.30 meren we aan in de haven van Crefeld, of eigenlijk (sinds 1929) Krefeld maar Yachtclub en haven is nog steeds met een C.
Een heerlijke rustige haven op een beschutte plek. Dat komt mooi uit want voor morgen wordt er slecht weer voorspeld en daarom willen we een rustdag inlassen en daar is de zondag ook een geschikte dag voor. Een kerk is er in de verre omtrek niet te bekennen want de haven ligt (omzoomd door groen) midden in een industriegebied, dus ook wat dát betreft, een rustdag. Als het baasje even weg is zonder Twan, staat hij net zo lang op de uitkijk tot het baasje terug is.
Twan vindt het hier trouwens ook een mooie plek om een dagje te blijven. Het stikt hier namelijk van de konijnen en af en toe is hij zowat niet te houden. Het stikt hier trouwens ook van de grote rijpe bramen en dat is voor mij dan weer lekker. Het is een goed besluit om hier vandaag te blijven liggen, want er is veel wind en regen, met af en toe maar weinig zicht en op een rivier als de Rijn vind ik varen dan niet verantwoord.
25-7 De andere dag is het weer een stuk beter en vertrekken we om 7.15. Om 11.45 meren we aan in de haven van Wesel. Ik zie de haven te laat en er komt ook net wat uitvaren. Daarom zijn we genoodzaakt om pas een eindje verderop te draaien en daarna vlak langs de oever, heel moeizaam tegen de stroom in weer terug te varen. We eten daar en laten Twan even op de kant en daarna gaat het weer verder. Om 17.00 uur meren we aan in de haven van WSV Loowaard, in het "Gat van Moorlach", aan het Pannerdenskanaal.
We zijn dus terug in Nederland en tot grote opluchting van Martha, van de Rijn af. Het is in de loop van de middag steeds zonniger geworden. Dit is weer een prachtige plek voor Twan om uitgelaten te worden, want ook hier stikt het van de konijnen. Er lopen ook koeien en paarden, en als die er ook nog vandoor gaan is hij nauwelijks meer te houden. Toen we hier op de heenweg lagen waren we hier alleen, maar nu liggen er verschillende passanten en zijn er ook een aantal clubleden op de haven aanwezig.
26-7 Vandaag willen we de IJssel doen, dus we vertrekken weer op tijd. Het is 7.15 als we de trossen los gooien. Bij Zutphen gaan we de stadshaven in en dat gaat eigenlijk uitstekend. Ik had gedacht dat we aan de meldsteiger moesten liggen en dan eventueel in een box, maar we kunnen aan de kant, tegenover de meldsteiger liggen waar Martha met Twan makkelijk van boord kan en na terugkomst gaat ze ook nog gauw even de stad in om een lekker Nederlands brood te kopen. Daar zijn we wel aan toe na die ronde Duitse broden. We eten daar en daarna gaan we weer verder.
Om 16.15 zijn we bij Hattem en meren daar aan in de haven. De haven is eigenlijk veel te groot en te druk voor Twan. Hele lange steigers met allemaal mensen er op maar hij doet het goed. Op Street View en Googl Maps zie ik nu dat de haven flink uitgebreid is met drijvende aanlegsteigers. In mijn herinnering was de haven in 2006 veel kleiner toen ik er de vorige keer lag, en dat klopt dus ook wel. We gaan Hattem nog even in voor o.a. een supermarkt, zien daar ook een visboer en besluiten onze avondmaaltijd met vis te doen. We halen twee lekkerbekjes en vier harinkjes. Om de maaltijd kompleet te maken eten we er nog een salade bij. In de haven treffen we ook de "Oosterling" en de "Oostenwind". Twee schepen die we onderweg al een paar keer samen hebben gezien, voor het eerst bij Verdun. De een komt uit Leiden en de ander uit Hardenberg en ik heb zo'n donkerbruin vermoeden dat ze familie zijn met Oost in de naam. Ik had het ze kunnen vragen, want als ze mij (en Twan) op de steiger tegenkomen spreken ze me aan, want ze hadden ons ook al gezien en herkend toen we langs voeren, maar ik heb te veel de aandacht bij Twan, of die zich wel netjes gedraagt met vreemde mensen zo dicht bij hem.
27-7 De hele haven is nog in rust als we vertrekken en daarom gaan we heel stilletjes om 6.45 de haven uit. Het is nog 3 km stroomafwaarts op de IJssel en ik zet de marifoon aan op kanaal 22 van de spooldersluis. Ik hoor dat een schip, komende vanaf het Zwarte Water zich meld, maar ook, dat er net een schip naar de IJssel geschut wordt. Als ik de sluis in zicht heb vaart die net uit. Ik meld mij bij de sluis en kan zo invaren. In de sluis strijk ik het mastje maar even zodat ik onder de brug door kan en al snel varen we op het Zwolle-IJssel-Kanaal. De tocht verloopt voorspoedig en het is lekker weer, dus nu is het ook hier in Nederland een genot om te varen. Na Zwarte Water en Meppelerdiep komen we weer op de Hoogeveense vaart. Nu heet hij kennelijk echt Hoogeveense Vaart, want tot voor kort stond bij de aansluiting op het Meppelerdiep aan de ene kant een bord met Hoogeveense Vaart en aan de andere kant Hoogeveensche Vaart en dat laatste bord is nu dus vervangen door een bord met de nieuwe schrijfwijze. Om twaalf uur meren we aan in het haventje van Rogat om te eten. Om 15.45 zijn we thuis en meren daar aan.
We zijn zowat 6 weken weggeweest.